Sinds kort gaan onze
kinderen twee keer per week naar zwemles. De les wordt gegeven in een klein
zwembadje, van ongeveer vier bij tien meter, met lekker lauw water. De
zwemleraar is een gebruinde jongeman met engelengeduld. De les is aan het eind
van de middag en het namiddagzonnetje valt dan net nog op het water maar de
muggen zijn nog niet in groten getale wakker. Het zijn aangename uurtjes.
De manier waarop hier
zwemles wordt gegeven, lijkt in niks op wat ik mij herinner van mijn zwemles
vroeger. Dat was kikkertje wijd sluit, onder water zwemmen in schoolslag en met
kleren aan zwemmen in schoolslag. Borstcrawl kwam pas aan de beurt bij
zwemdiploma C. Hier komt evenwel de schoolslag niet in beeld. De kinderen leren
direct borstcrawl. Dat wil zeggen, eerst leren ze trappelen, op de buik en op
de rug. Dan met het plankje. Dan de borstcrawl armbeweging. Dan benen en armen
tegelijk. En vervolgens borstcrawl met het hoofd in het water. Gezien mijn
eigen strijd met de borstcrawl, vind ik het nogal wat voor die kleintjes, maar
het doel lijkt haalbaar: geen angst voor water en niet verzuipen.
Onze beide kinderen genieten
van de zwemles. Zo verschillend als ze zijn, genieten ze ook van verschillende
momenten in de les. Zoonlief is het meest in zijn element als hij rustig
baantjes kan
trekken met de leraar, altijd een houvast: een schouder, een arm of een
plankje. Zwembrilletje op, mondje dichtgeknepen. Na zijn baantjes wacht hij
vervolgens geduldig tot hij weer aan de beurt is. Dochterlief heeft daar meer
moeite mee. Zij is niet geduldig. Ze kan
niet wachten tot het haar beurt is en roept luidkeels dat zij nu wil zwemmen.
“Ik wil ook zo met mijn armen!” “Ik wil ook het plankje!” Als het tijd is om te
springen zegt zoonlief met een pruillipje dat hij dat eerlijk gezegd liever
niet doet, terwijl onze dochter zelf het bad uitklimt, naar de springrand rent
en vervolgens letterlijk staat te trappelen van ongeduld, luidkeels roepend:
“op uw plaatsen, klaar voor de start, af!”
Anderhalf jaar geleden
heeft onze zoon al een poosje zwemles gevolgd in een ander zwembad. Het water
was hier echter erg koud en hij was om de haverklap ziek. Bovendien is hier
zijn angst ontstaan. Zijn angst voor water op zijn gezicht, voor water in zijn
ogen en vooral voor onder water zwemmen. Een invaljuf hield hem destijds een
keer onder dwang onder water en sindsdien is hij panisch voor water op zijn
gezicht en zijn we met de lessen gestopt. Het idee dat hij met zijn hoofd onder
water zou moeten, doet hem in tranen uitbarsten. Uit angst en ook uit
frustratie want hij wil toch ook heel graag leren zwemmen.
Zoonlief heeft de huidige
zwemleraar direct duidelijk gemaakt dat hij hem nooit zonder zijn instemming
met zijn hoofd onder water mag duwen. Terwijl dochterlief schaterend onder
water plonst, went onze zoon langzaam opnieuw aan het water. De leraar laat
elke les wat meer druppels op zijn hoofd vallen. Spat hem eens wat nat. Laat
hem bellen blazen in het water. Langzaam, heel langzaam. Ik zit aan de badrand
en moedig hem aan. Af en toe vis ik dochterlief aan een been uit het diepe. Zo
ook gisteren. Ze dacht dat ze nu wel zonder de hulp van de zwemleraar met het
plankje naar de overkant kon zwemmen, hetgeen uiteraard nog niet het geval is.
Ik hengelde haar omhoog en was daardoor onze zoon even uit het oog verloren.
Toen ik opkeek, zag ik hem aandachtig naar de zwemleraar luisteren. Vervolgens
zag ik hem met een ernstige blik ja knikken. En toen zag ik hem onder water
verdwijnen, stevig onder de oksels vastgehouden door de leraar. Hij kwam boven,
haalde diep adem, knikte weer, zwom een meter en verdween weer onder water.
Drie keer per baantje. Vier baantjes. Twaalf keer onder water. Zonder een traan
te laten.
Onze zoon heeft zijn angst
overwonnen. Helemaal zelf. Zo moedig.
Mei
2012
En dan zwelt dat moederhartje op van trots! :-) Hier bij mij hetzelfde verhaal, zoonlief (nu al wel 17) eerder aan de rustige kant, dochterlief (16 lentes) het hevige type :-)
BeantwoordenVerwijderen