woensdag 24 september 2014

Little Miss V.


In de laatste maand van vorig schooljaar organiseerde de school een "internationale week". Er was ook een nationale dag, waarop de kinderen geacht werden in de nationale kleuren gekleed te gaan. Zoon paste nog net in een ooit gekregen kant en klaar Tshirt. Voor dochter maakte ik uit restjes katoen een cirkelrok naar de vlag van V. en paste een Tshirtje er op aan. 


vrijdag 19 september 2014

Een dinsdagochtend


Gedurende de zomerweken in Nederland werd thuis in V. de shampoo schaars, evenals de handzeep, de deodorant en de billendoekjes. Ons hiervan niet bewust, keerden we terug met koffers vol hagelslag, maar zonder shampoo en billendoekjes. Deodorant zat wel in de koffer, maar was gaan lekken, en het kleine beetje dat er nog in zat, gooide ik weg op de dag van aankomst, moe van de reis en zonder zin om de boel schoon te maken. Ik was toen nog niet in de winkel geweest. De volgende dag, na het boodschappen doen, was ik in staat om de vuilniswagen achterna te rennen om mijn restje deodorant te redden, maar hij was al lang uit zicht verdwenen. We troostten ons met de gedachte dat iedereen hier naar zweet zal ruiken. Gedeelde smart is halve smart.

Inmiddels is de school weer begonnen, en de ruilhandel floreert. Ik geef jou een kilo bloem, jij geeft mij een fles shampoo. Jij geeft mij een kilo suiker, ik geef jou een fles afwasmiddel. Zolang de voorraad strekt, met de geruststellende gedachte dat man volgende maand een paar dagen voor werk naar Mexico gaat: met een lege koffer en boodschappenlijst heen, en met volle koffer terug.

Een kilo zelfrijzend bakmeel ruilen voor een nieuwe naaimachine doet het principe van gelijkwaardigheid uiteraard geweld aan. Die nieuwe machine zou ik dus gaan kopen. Ik had mij in Nederland al uitvoerig laten voorlichten over de mogelijkheden, de voors en tegens van de verschillende merken. Lekkerbekkend bekeek ik machine na machine. Twee jaar geleden kocht ik mijn overlockmachine in Nederland en nam die, niet zonder slag of stoot, in mijn handbagage mee naar huis. Ik heb nu een fantastische overlock staan, maar heb de grootste moeite om iemand te vinden voor onderhoud en reparatie, omdat het merk hier niet wordt verkocht. De naaimachine zou ik dus hier gaan kopen. Dat ik hier wellicht niet “de beste uit de bus” zou vinden, had ik ingecalculeerd. Dat hier vrijwel alleen merk S. wordt verkocht, was een tegenvaller. Volgens mijn Nederlandse bronnen was S. vroeger hét merk, maar is de kwaliteit inmiddels lang en breed overtroefd. Vriendin F, ook enthousiast naaister, zette zich met mij aan tafel en samen concludeerden we dat het wellicht beter kan, maar merk S. niet slecht is, dat ik een hobbynaaister ben die nog geen fractie van de mogelijkheden van een moderne naaimachine weet te benutten en dat ik dus een machine van het merk S. zou gaan kopen. Zonder twijfel een verbetering ten opzichte van mijn oude machine van niet noemenswaardige fabricage die al maandenlang de stof niet meer transporteert en mij tot vloeken, tieren en wanhoop drijft.

Dinsdagochtend was het zover. Kinderen op school, geld in de buidel, routebeschrijving op zak: naar de grote gerenommeerde naaimachinehandel. “Goedemorgen. Goedemorgen. Ik wil graag een naaimachine kopen. Hebben we niet mevrouw, helaas. Hebben we niet? Nee mevrouw, niet één machine. De schaarste, weet u wel. We kunnen ze niet meer invoeren. O. Komen er ook geen machines meer? Vast wel, maar niemand weet wanneer, en niemand weet wat er komt. U kunt elke week even bellen, maar ik waarschuw u wel, als er een paar machines binnenkomen staan de gegadigden vanaf vijf uur ´s ochtends in de rij. O.” Vriendin F. en ik keken elkaar aan en dropen af. Op de hoek van de straat bestelden we een groot glas vers sinaasappelsap. Altijd verkrijgbaar, goedkoop en lekker. Gezeten in de schaduw genoten we van het mooie weer.

Straks ga ik toch nog maar weer een keer op zoek naar een goede naaimachine monteur. En als dat niet lukt, zal ik eens gaan kijken of ze in Mexico nog een leuke naaimachine in de aanbieding hebben.
September 2014

dinsdag 9 september 2014

Last minute Jackie


Het lijkt een gewoonte te worden. Elk jaar, twee dagen voor we naar Europa afreizen, MOET ik toch nog even een jas voor dochter maken. Ergens vind ik het onzin, een hap werk voor een paar weken gebruik, maar jasjes naaien is zo leuk! Dat het de Jackie moest worden wist ik al lang, de stof had ik ook al liggen, tijdens ons vorige Nederland bezoek gekocht op de markt. En dus toch maar, twee dagen voor vertrek, al koffers pakkend aan de Jackie. Gelukkig is het geen moeilijk jasje en is de uitleg fantastisch zodat ik het op tijd en met plezier gedaan kreeg.




 De eerste drie weken was het zo warm dat de Jackie op een kapstokje hing te pronken. De laatste week was gelukkig herfstachtig, zodat de jas toch nog zeven dagen gedragen is. Hoop dat ze er volgend jaar nog in kan, heb ik niet. Maar dan maken we gewoon weer een nieuw jasje.


donderdag 4 september 2014

Een goed gesprek

Zij heet Ana. Hoe hij heet, weet ik niet. Ze noemt hem niet één keer bij zijn naam. Ze zitten tegenover elkaar, in de trein die wacht op het station van Antwerpen tot het tijd is om te vertrekken naar Gent. Ik schat ze eind dertig. De trein is nog vrij leeg en Ana en metgezel lijken er van uit te gaan dat niemand in de Belgische treincoupé Spaans verstaat. Ik zit vlak achter het stel en lees mijn boek alsof ik geen Spaans versta.

- Ana, jij doet je ding, alleen je eigen ding. Je leeft je leven alleen, ik ben slechts een onbeduidende bijkomstigheid. Je luistert niet naar me, je vraagt me niks, je overlegt niks, je gaat gewoon, in je eentje, je eigen weg.
* Waar heb je het in hemelsnaam over? Wat een onzin.
- Je leeft in een andere wereld, Ana. De route, de juiste weg, je neemt niks van me aan. Bovendien manipuleer je de hele boel bij elkaar.
* Manipuleren? Ik?! Hou toch op, sukkel.
- Ik wil geen discussie, niet weer eindeloos discussiëren. Als je wilt, maak ik een lijst. Zal ik een lijst maken? Elke dag? Een lange, lange lijst, met voorbeelden. “Dit staat niet goed, dat moet iets meer naar links, dit is niet goed, dat doe je niet goed…” Maar verder merk je me niet op.
* Ik manipuleer helemaal niks. Je weet niet eens wat het woord betekent volgens mij.
- Je leeft in je eigen wereld. Het is nooit goed. Tot je je vergist en blijkt dat ik gelijk heb. En dat krijg je dan je strot niet uit, “je had gelijk, sorry”. Dat krijg je niet uit die strot van je geperst, Ana. Maar weet je, het leven is geen wedstrijd. We zijn op reis, we zouden moeten genieten. Verdorie! Verdorie!! Nooit overleg je met me, je doet altijd maar je eigen ding, je eigen zin…
* Wat wil je dan, hufter, dat ik overal toestemming voor vraag?!
- We wisten niet welke kant we op moesten, dus vroegen we de weg aan een voorbijganger. “Hier rechtdoor, dan de tweede links, oversteken en na 100 meter ben je er.” En wat doe jij? Jij denkt het natuurlijk weer beter te weten. Maar uiteraard bleek dat niet het geval te zijn. En dus liepen we eindeloos te dwalen, en dat, Ana, in die verdomde kou.
* Hou toch je kop, klootzak.
- Het is altijd hetzelfde met jou. Ik heb zin om uit te stappen. Ik ben toch al alleen.  
* Toe dan! Stap uit dan! Ga!
- Ja, verschil zou het voor jou niet maken…

Aangezien de inmiddels vrijwel volle trein zich in beweging heeft gezet richting Gent, blijven ze allebei zitten. Met een woedende blik staart Ana naar het voorbijrazende Belgische landschap. Hij kijkt met zijn handen in zijn schoot droefgeestig naar buiten, maar ik heb niet het idee dat hij veel van het landschap ziet. Aangezien ze tegenover elkaar zitten, is naar buiten kijken de manier om elkaar niet aan te hoeven kijken. Na een minuut of tien, richt hij zijn blik op haar. Ik zie hem bijna letterlijk moed verzamelen. Blijkbaar vindt hij niet genoeg, want hij richt zijn blik weer opzij. Zijn schouders zakken nog wat verder in, hij lijkt een geslagen man. Zijn handen houden elkaar vast, troostend. Dan kijkt hij weer naar Ana.

- Ana, opeens ben je weg en vind ik je terug met een kop koffie. Je koopt koffie als jij daar zin in hebt. Je koopt een broodje als jij daar zin in hebt. Maar weet je, Ana, misschien heb ik ook wel zin in koffie. En een broodje. Misschien hadden we samen een kop koffie en een broodje kunnen kopen.
* Wat een onzin. Je verpest alles, je verpest de hele reis. Idioot.
- Ana, ik heb misschien ook wel eens dorst, of honger. Ik besta, Ana, ik besta.
* O, hou toch op, hou toch op!! Ik ben het zat. Of praat maar door, het kan me niet meer schelen. Ik ben het zat.
- Ik ook, Ana.

Een half uur zwijgen later heeft de trein station Gent bereikt. Ana pakt haar rugzak. Hij pakt zijn rugzak. Ze lopen het gangpad in op weg naar de deur. Zij linksaf, hij rechtsaf. Ze hebben hun eindbestemming bereikt.
September 2014