woensdag 24 januari 2018

Lang zal ze leven

Ze was de eerste die in mijn vrijgezellenleven kwam. Vóór de man, vóór de kinderen. Net een paar weken oud, een klein bolletje met donkere kraaloogjes en vol zwarte krulletjes. Het was nooit mijn droom om een hond te hebben. Ik was net verhuisd naar Ecuador waar ik net was begonnen aan een nieuwe baan waarvoor ik meer op reis dan thuis zou zijn. Maar dat kleine zwarte bolletje was onweerstaanbaar. Geen houden aan. Ze was een cadeautje en ik nam het cadeautje met beide handen aan. Sindsdien zijn we samen. Eerst met mij en later met ons reisde ze de wereld over en inmiddels woont ze in haar vijfde land.

Ze komt uit een nest van vijf. Haar vier broertjes en zusjes zijn niet ouder geworden dan vier. Voor wij Ecuador verlieten, hadden ze allevier het leven reeds gelaten. Geadopteerd als huisdier leefden ze het leven van een straathond. Een kort leven. Zo niet Sambo. Sambo. Ooit als kind was het één van mijn lievelingsboekjes. Toen al besloot ik dat als ik ooit een huisdier zou hebben, hij of zij Sambo zou heten. Van de ophef rondom dit kinderboekje was ik me niet bewust. Sambo dus. Iedere keer als wij van land veranderen, verandert ze mee. Vaccinaties, papierwerk, onderzoeken, de vaak lange reis in het bagageruim van een vliegtuig. Om het ons wat gemakkelijker te maken, heeft ze bij bijna elke verhuizing een paar maanden in Nederland bij mijn ouders gebivakeerd die haar liefdevol onder hun hoede namen terwijl wij woonruimte zochten. Als wij dan eenmaal geïnstalleerd waren, kwamen mijn ouders en later, na het overlijden van mijn vader, mijn dappere moeder ons nieuwe stekje bezoeken en Sambo weer thuisbrengen.

Een enerverend bestaan voor een hondje. Toch heeft haar gezondheid hier niet onder te lijden gehad. Behalve voor de jaarlijkse vaccinaties en de verhuisgerelateerde check-ups, heeft ze de dierenarts slechts zelden hoeven bezoeken. De eerste keer was zeven jaar geleden, daags na de geboorte van dochter. Het was zo'n tussen-twee-landen-in verhuisperiode waarin niet alleen Sambo maar ook wij bivakkeerden bij mijn ouders om net voor de verhuizing naar Venezuela van dochter te bevallen. Sambo lag bij mijn ouders op de waranda en ging als een dolle achter een duif aan, even vergetende dat er tussen haar en de duif een trapje zat. Pootje gebroken.

De tweede keer was wederom in Nederland, nu ná onze vijf jaar in Venezuela. Ze bezorgde mijn moeder een boel zorgen toen ze opeens niet meer liep, at of dronk en aan het einde van haar leventje scheen zijn te komen. Totdat een ernstige ooginfectie werd geconstateerd en ze na de juiste behandeling weer fris en fruitig op haar pootjes stond en zich weer bij ons kon voegen. Sambo's derde dierenarts bezoek vond plaats in ons huidige woonland, anderhalf jaar geleden. Terwijl wij genoten van onze zomervakantie in Nederland en Spanje, werd Sambo in de opvang gebeten door een teek. Elvira, haar verzorgster, zette alles op alles om Sambo, inmiddels meer dood dan levend, te redden en dat lukte tegen alle verwachtingen in wonderwel. Wederom knapte ze helemaal op en werd weer helemaal haar oude zelf.

Hoewel ze inmiddels wat grijs om de snuit is geworden, lijkt ze in niks op een oude hond. Dik twaalf jaar oud maar kwiek en levendig. We wandelen uren in de bergen, ploeterend door de sneeuw en ze rent ze de hele dag de trappen op en af. Tot het een paar weken geleden helemaal mis leek. Ze zakte ineen en stond niet meer op. Met zielige blik keek ze me aan. Toen ik haar zachtjes aaide, grauwde ze van de pijn. Vreemd ruikende vloeistof lekte uit haar lijfje. Alle alarmbellen rinkelden. Ze trilde vreselijk en ademde moeizaam. Vier dagen lag ze in het dierenziekenhuis. Bloedonderzoeken, röntgenfoto's, echo's, talloze injecties met pijnstillers tot haar nekje zo beurs was dat ze al begon te huilen als je er maar naar wees. Elke ochtend konden we bellen om te horen hoe het met haar ging. Daar werden we nooit veel wijzer van, dierenartsentaal in het Russisch is te hoog gegrepen voor ons. Gelukkig mochten we elke avond op ziekenbezoek komen. Na vier dagen liep ze weer wat en at eens een brokje en dus mocht ze mee naar huis met een lange lijst medicijnen. Op het recept stond ook de 'voorlopige diagnose'. Ik zette mij thuis aan de keukentafel aan het vertalen en las tot mijn verbazing dat de dierenarts niet alleen dacht aan een intoxicatie, maar tevens aan ontstoken nieren, een onsteking van de lever, ontstoken maag en darmen en een ontsteking aan de galblaas. Hoewel ons dit ietwat te pessimistisch leek, gaven we haar de medicijnen die waren voorgeschreven in de hoop dat ze dat wat het dan ook werkelijk was weer te boven zou komen.

Twee weken lang was ze een hoopje ellende. Er was geen duidelijke diagnose. Eigenlijk had de dierenarts gewoon geen flauw idee wat er mis was. Voor het eerst besefte ik dat Sambo een oud hondje is. Dat ze niet het eeuwige leven heeft. Een oud hondje met oude-honden-problemen. Hoe moet dat straks, als we weer moeten verhuizen? Kan ze dat nog aan? En hoe moet dat dan straks, als ze er niet meer is? Inmiddels is ze wederom opgekrabbeld en staat ze weer fris en fruitig op haar pootjes. We struinen weer urenlang door de sneeuw, ze rent de trappen op en af en lijkt weer helemaal de oude. Bijna helemaal. De controle over haar darmen lijkt ze enigszins kwijt te zijn. Ze heeft het veel sneller koud en kan ineens echt huilen als ze naar binnen wil. Maar ze is er weer.

Vorige week was ze jarig. 13 jaar. Dat ze nog maar lang en in goede gezondheid bij ons mag blijven.
Januari 2018

maandag 8 januari 2018

De wafels zijn op


Nu we volop in de sneeuw zitten en de temperatuur de min 20 heeft bereikt, kan een jurk met lange mouwen niet ontbreken. Ik gebruikte het patroon van de cocoondress van Heidi & Finn maar zwakte de ballonvorm na een eerste pas-sessie drastisch af. Het kind leek elk moment op te kunnen stijgen.

Ik maakte dit patroon eerder naar volle tevredenheid. de stof die ik toen gebruikte was soepeler en viel daardoor beter. Maar kleine meisjes worden groot en snel ook, dus die jurk is inmiddels wat aan de korte kant. 

En nu is de wafelstof op.