vrijdag 30 december 2016

Rode neuzen en een nieuwe trui


Het was dochter's beurt voor een warme woontrui. Een hardnekkige en heftige griep houdt me al een paar weken van de straat en meer dan deze trui werd er niet gefabriceerd. 


Hoewel ik graag teruggrijp op eerder naar volle tevredenheid gemaakte patronen, wil ik soms wel eens iets heel anders proberen. Ik heb wat oude bladen liggen en in de Knippie 39 - herfst 2000 vond ik deze trui. De ronde zakken en rits die vanuit het voorpand rond de capuchon loopt, geven de trui een leuke twist. Ik maakte maat 128. De mode was in 2000 duidelijk wijd, want hoewel ik het patroon versmalde, valt de trui meer dan een maatje groot. Maar dat mag voor een woontrui en bovendien kan hij zo nog een jaartje extra mee. 

 
Kijk toch dat koude rode winter neusje, love it!


De stof kocht ik op de markt in Nederland.


zondag 11 december 2016

En toen was het te laat

In een huwelijk als het onze met een Nederlandse en een Spanjaard, zou je wellicht verwachten dat het temperament aan de Spaanse kant zit. Niets is in ons geval echter minder waar. Man is het toonbeeld van evenwichtigheid, beheersd en stabiel. Ik daarentegen kan nogal eens fel uit de hoek komen. Uiteraard probeer ik mijzelf onder controle te houden, maar de eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat ik wel eens faal. Faliekant. Dan is de koek opeens op en barst de bom. De kalmte waarmee man dergelijke explosies over zich heen laat komen, is bewonderenswaardig, maar werkt op het moment zelf als olie op het vuur. Als de rust dan weer is wedergekeerd, doe ik doorgaans stug alsof ik het al die tijd bij het rechte eind had en glimlacht man minzaam.

Heel soms verlies ik ook tegenover mijn kinderen mijn geduld. Waar ik tegenover man nog wel eens wil stellen dat ik nou eenmaal ben zoals ik ben en dat een beetje temperament de boel voor saaiheid behoedt, probeer ik tegenover mijn kinderen met man en macht de stabiele, evenwichtige, altijd redelijke en geduldige moeder te zijn die ik zo graag zou willen zijn. Maar niets menselijks is mij vreemd, en soms faal ik. Faliekant. Dan wordt er een deur te hard dichtgegooid, wordt er iets op de grond gegooid of verhef ik mijn stem tot boven de toegestane waarde.

Een week of vijf geleden was zo'n moment. Ik ging door het lint. Eén van de kinderen, of allebei - beschamend genoeg weet ik niet meer wat de aanleiding was maar kennelijk was het op dat moment ernstig genoeg – had mij tot het uiterste getergd. Ik kreeg de 'en nu is het genoeg' waas voor mijn ogen. Vervolgens kreeg ik het voor elkaar om één van de absolute 'nooit tegen je kinderen te gebruiken woorden' uit mijn mond te laten glippen. Als ik echt heel erg boos ben en wil dat mijn kinderen echt heel goed begrijpen dat ik echt heel erg boos ben, dan ben ik boos in het Engels. In mijn aldus Engelse tirade voegde zich op onbegrijpelijke wijze ineens heel slinks de zin “What the F... were you thinking?!”

Het was direct doodstil. Zoon begon te snikken. Dochter begon te grijnzen. “Mum, you used the F-word!” Ik kwam onmiddellijk bij zinnen en bood mijn kinderen mijn verontschuldigingen aan. Dat had ik nooit en te nimmer mogen zeggen, het glipte er helemaal per ongeluk uit... Het had duidelijk indruk gemaakt en ik nam mijzelf ontzettend plechtig voor om ten overstaan van mijn kinderen nooit en te nimmer meer het F-woord te gebruiken.

Maar het was te laat. Het kwaad was geschied. Kleine oortjes horen alles en kleine hoofdjes onthouden alles. Zeker als het indruk heeft gemaakt. Had ik er een flinke Nederlandse krachtterm tegenaan gegooid, dan hadden ze dat niet doorgehad, maar helaas, zoals gezegd, het kwaad was geschied. En eergisteren kreeg ik dat nog eens fijntjes ingewreven. In dochter's klas was een gesprek ontstaan waarin de leraar op een gegeven moment aan de kinderen had gevraagd wat hun moeder doet als ze boos is. Dochter, eerlijk en onschuldig, antwoordde dat als haar moeder echt heel boos is, ze het F-woord gebruikt. De leraar had deze informatie tot zich genomen en later grijnzend met zijn collegas gedeeld. Die kwamen vervolgens grijnzend naar mij toe om mij badend in het leedvermaak op de hoogte te stellen van mijn opvoedkundig falen.

Ik kon niet anders dan beamen dat ik inderdaad één keer in opperste staat van boosheid het vermaledijde woord uit mijn mond had laten glippen. Ik benadrukte dat dit slechts één keer was gebeurd maar voelde dat niemand dat geloofde. Dat dochter vervolgens meedeelde dat ik niettemin de allerliefste mama ben, deed de leraren glimlachen, maar of dat geruststellend of meewarig bedoeld was, weet ik niet.

Later vroeg ik dochter wat de andere kinderen hadden geantwoord. Niks bijzonders, volgens haar. Ik troost mij met de gedachte dat die andere kinderen vast allemaal worden opgevoed door nannies, ofwel zo gewend zijn aan krachttermen dat ze het niet meer horen. Want het zal toch niet zo zijn dat van de 20 moeders, ik de enige ben die een keer over de schreef is gegaan? Toch? 
December 2016