vrijdag 31 oktober 2014

De hutkoffer IV


Een oude roze bloemetjes rok en een oud paars shirt werden een tweede-poging-Candyjurk. Dit keer knipte ik extra naadwaarde aan de halsnaad en deze versie zit duidelijk beter. Hij is net zo populair als versie 1. Ik hergebruikte één van de oorspronkelijke zakken van het shirt.







zaterdag 25 oktober 2014

Muggen

Ik zit op een houten bankje, sla muggen dood en kijk naar de zwemles van mijn kinderen. Ze zwemmen in een zwembad met lange banen en kunnen niet met hun voetjes bij de grond. Ze zwemmen in baan één. In banen twee en drie zwemmen de grotere kleine kinderen en in banen vier, vijf en zes de bijna volwassen kinderen. Eén van die bijna volwassen kinderen is een jongeman van ergens tussen de 16 en 18 jaar oud. Jong. Een adonis. Knappe kop, guitige lach, en een lichaam waar ik m´n ogen maar met moeite van af kan houden. Perfecte verhoudingen, gespierd op een subtiele manier, brede schouders en schitterende benen. Ik probeer niet naar hem te kijken. Een éénenveertigjarige vrouw die gluurt naar een minderjarige jongen voelt als onacceptabel gedrag. Ik zie jeugd en schoonheid. Een jongeman aan het begin van zijn toekomst, een heel leven om te leven voor zich. Hij ziet een vrouw die behoort tot de generatie van zijn moeder. Als hij me al ziet. Ik lach vriendelijk en hij lacht beleefd terug.

Als thuis de kinderen slapen, de keuken is opgeruimd en de schooluniformen klaarliggen, kijk ik in de spiegel. Ik kijk eens goed. De rimpels rond mijn ogen storen me niet. De donkere kringen onder mijn ogen storen me wel. Ze maken dat ik er moe en oud uitzie. De lijnen langs mijn mond worden langzaam maar zeker dieper. Het is een onvermijdelijk en onomkeerbaar proces. Ik kan nog zo mijn best doen om er fris en jong uit te blijven zien, de waarheid is dat ik elk jaar een jaar ouder word. Mijn gezicht verandert. Het zijn niet alleen de rimpels, de lijnen, de groeven. Ik kan het niet duiden. Het is de huid, de oogopslag, de uitstraling. Ik kijk in de spiegel en zoek naar wat er aan jeugdigheid nog over is.

Mijn zoon vond onlangs een oude foto van mij. Ik was twintig toen de foto genomen werd. Ik zie er uit als een filmster op de cover van een modetijdschrift. Zoon heeft de foto op de muur geplakt en ik loop ontelbare keren per dag langs mijn jonge ik. Ik herinner me nog dat de foto werd gemaakt. Ik voelde me destijds lang niet altijd mooi en stralend, en vraag me af hoe dat in hemelsnaam mogelijk is. Nu, 21 jaar later, kijk ik in de spiegel. Ik ben niet oud. Ik zie er niet oud uit. Alleen op de dagen dat ik me moe en oud voel, zie ik er moe en oud uit. Met rimpels, lijnen en groeven. Ik kijk in de spiegel. Ik kijk naar mijn dochter. Zij is de jeugdige en stralende versie van mijzelf. Straks, als ik oud ben en er oud uitzie, zal zij nog altijd jong en jeugdig zijn. Straks, als ik oud ben en er oud uitzie, zal ik naar een foto van mijn éénenveertigjarige zelf kijken en verzuchten dat ik toen nog jong en jeugdig was. Ik zal me herinneren dat ik me destijds lang niet altijd zo voelde en me afvragen hoe dat in hemelsnaam mogelijk is.  

De zwemles is bijna voorbij. Ik heb er vijf muggenbulten bij. Ze jeuken. De jongeman komt het water uit. Het lijkt een filmisch slow-motion moment. Hij straalt en lacht schalks naar het meisje dat in de baan naast hem zwom. Ik vind het niet erg om ouder te worden. Maar jammer is het wel.
Oktober 2014


maandag 20 oktober 2014

Geval van onoplettendheid


Tussen heel veel bedrijven door maakte ik de Candy jurk van la Maison Victor. Dat dat geen goed idee was, bleek toen ik het in elkaar gestikte jurkje eens goed bekeek. Als ik mijn aandacht erbij had gehouden, had ik zonder problemen de print kunnen laten doorlopen en had het er stukken beter uitgezien. 


 Bovendien zat ik te klungelen met de volgens patroon onafgewerkte randen. Niet mooi, rolzoom, niet mooi, zoompje, niet mooi.




















Dochter maakt het niets uit, ze is blij met haar paardjesjurk en wil hem al drie dagen achtereen aan. (Wat maakt een doorlopend printje dan eigenlijk nog uit, hou ik mezelf voor.)
De stof kocht ik lang geleden bij Joyfits.







dinsdag 14 oktober 2014

Glitters

Kinderen zijn geweldig. Ik geniet oneindig van mijn kinderen. Er zijn evenwel momenten waarop ik tot tien moet tellen om niet als een gefrustreerde kenau te krijsen en te snauwen dat ik ze ga verkopen. Dat er aan deze volstrekt verwerpelijke neigingen nog nader te definiëren persoonlijke issues ten grondslag liggen die niks met mijn kinderen te maken hebben, moge duidelijk zijn. Dat ze omhoog borrelen uit de duistere krochten van mijn kennelijk deels verdorven ziel op momenten dat mijn kinderen in volledige onschuld iets doen wat mij niet aanstaat, is op zijn zachtst gezegd buitengewoon vervelend. Gelukkig weet ik me doorgaans te beheersen en de schade te beperken tot een diepe zucht en een strenge blik.

Eén van die momenten waarop ik tot tien moet tellen, is als er weer eens een volle beker wordt omgegooid. Waarom mij dit zo iriteert, is me een raadsel. Ernstig is het allerminst en over het algemeen gebeurt het zonder opzet. Maar ik krijg er een waas van voor mijn ogen. Alles onder, water, melk, sap, de tafel, alles wat op de tafel staat, de stoel, de vloer, de kleren. En moeders kan weer op de knieën om de boel schoon te krijgen. Nu de kinderen groter worden, neemt de omgevallen-beker-frequentie af, maar ik heb jarenlang vrijwel dagelijks tot tien geteld en met een dweil in mijn handen op mijn knieën onder de tafel gelegen. Ik vermoed dat de knieën en de dweil ten minste voor een deel debet zijn aan mijn afkeer van omgevallen bekers.  

Wat mij echter geheel tot waanzin zou drijven als zelfbeheersing niet zou bestaan, zijn glitters. Glitters in kinderhaar. Kinderfeestjes worden hier regelmatig voorzien van een minikapsalon voor minimeisjes, waar ze een roze badjasje aan krijgen, een volledige manicure ondergaan en een feestelijk kapsel krijgen aangemeten. De manicure resulteert in strak gelakte mininageltjes. De feestelijke kapsels bestaan uit kunstige vlechtjes met meegevlochten lintjes, en glitters. Om de vlechtjes mooi strak te krijgen, gaat er een flinke hand gel in de haren en in die gel plakken de glitters vast. Rotsvast. Het is alsof ze zich vastzuigen aan de hoofdhuid, alsof ze mondjes hebben met tandjes als vishaakjes, die zich zodanig vastzetten in de hoofdhuid, dat geen wasbeurt ze los krijgt. Het haar droog uitschudden, het haar vijf keer achtereen wassen, met de luizenkam er doorheen, het mag allemaal niet baten. De glitters laten niet los. Behalve, uiteraard, daar waar ik niet wil dat ze loslaten. Gevolg: een bed vol glitters, een kleed vol glitters, een hond vol glitters, een man vol glitters, een bord vol glitters. Tegen de tijd dat het volgende feestje zich aandient, komen de laatste glitters dochter´s oren nog uit. 

Onlangs organiseerde de moeder van een klasgenootje van dochter een thee-met-taart-middag voor prinsessen en hun poppen. Met dochter nog altijd volop in de roze prinsessenfase, waren we uiteraard van de partij. De meisjes speelden zoet samen en de moeders genoten van thee met taart. Helaas had om een voor mij volstrekt onbegrijpelijke reden het klasgenootje van dochter in haar badkamer een pot gel en een pot glitters binnen handbereik. Het was niet moeilijk te reconstrueren wat zich had afgespeeld in die badkamer, toen zes kleine meisjes glunderend langs hun moeders met thee en taart paradeerden. Klasgenootje had haar vriendinnetjes gewezen op de pot gel en de pot glitters. Dochter, geboren leider, nam het voortouw. Elk meisje een lik gel en een handje glitters. Na vijf handjes glitter was de pot half leeg. Dochter eigende zich de andere helft toe en leegde de pot op haar rijkelijk met gel besmeurde hoofd. Ik heb haar zelden zo zien stralen. Aan de gezichten om mij heen te zien, was ik niet de enige moeder die tot tien moest tellen. De totale verbijstering deed me, godzijdank, in lachen uitbarsten. Ik complimenteerde de meisjes met hun prinsessenkapsel. Ze kirden en lachten met getuite lipjes, die waren voorzien van een overdadige laag naar bosbessenkauwgom geurende paarse kinderlippenstift die tot halverwege de kin en wangen was uitgesmeerd.

Ik heb dochter niet streng hoeven toespreken. Ik heb niet gekrijst en niet gesnauwd. De vijf wasbeurten, de droge schud-sessies en de luizenkam deden het werk. Vandaag op het zoveelste kinderfeestje met minikapsalon, instrueerde dochter de kapster met grote stelligheid: wel vlechtjes, wel lintjes, maar geen glitters. Kind naar m'n hart.
Oktober 2014

woensdag 8 oktober 2014

Voor herfstige dagen


M´n moeder werd zeventig, prachtig zeventig, en ik maakte voor haar een rok en een vest. Stof van de Nederlandse markt (zwart met ingeweven streepje), patroon rok overgenomen van een bestaande rok, vest is de Julia women´s cardigan.



donderdag 2 oktober 2014

Duizend-en-een-nacht


Volgens de Knippie 2-2009 een broek in Arabische duizend-en-een-nacht sferen. Op een naaimachine die de stof niet transporteert, een hel om te maken. Maar het staat leuk.