Alledaagse dingen die doorgaans onopgemerkt aan
mij voorbijgaan, worden soms ineens onderwerp van mijn volle aandacht. Iemand
maakt er een opmerking over, je leest iets en plotseling wordt een
onopvallendheid een prominent aanwezig onderwerp van aandacht.
Zo werd ik een
paar jaar geleden ingewijd in de massale trend van de gebloemde fietstas. Inderdaad zag ik ineens overal,
werkelijk overal, gebloemde fietstassen voorbij komen, al dan niet gecombineerd
met een krat voorop, liefst versierd met plastic bloemenslinger. Dit jaar zie
ik ze beduidend minder. De trend is voorbij, de tassen geruimd. Maar ik kijk
nog altijd naar elke fietstas die voorbij fietst.
Het gekoer van duiven heb ik altijd een
aangenaam geluid gevonden. Op zondagochtend, aan het eind van een lome middag:
een onopvallend aanwezig achtergrond gekoer. Totdat mijn vader mij er vorig
jaar op attent maakte dat duiven heel beleefd koeren: “Hoe gaat het, met u? Hoe
gaat het, met u? Goed!” En verdraaid, elke duif in de tuin koert het, urenlang.
Het gekoer van duiven wordt nooit meer wat het was.
Een paar weken geleden vertelde de moeder van
een zwemgenootje van onze kinderen dat ze ooit een documentaire over Zweden had
gezien. Het viel haar op dat alle Zweedse vrouwen hetzelfde gekleed gingen.
Allemaal in dezelfde stijl, dezelfde kleur. Het is haar altijd bijgebleven en
ze vroeg zich nu af of dat in Nederland ook het geval is. Uiteraard loop ik nu
vergelijkend door Nederland. Kleden Nederlandse vrouwen zich allemaal
hetzelfde? Ik vind eigenlijk van niet. Wel zie ik dit jaar opvallend veel
strakke taps toelopende en liefst gekleurde spijkerbroeken met korte laarsjes,
maar in de tijdschriften die ik onlangs kreeg, komt die combinatie ook
veelvuldig voor waardoor het waarschijnlijk een van de internationale
modetrends van 2012 is, die niet zozeer de Nederlandse vrouw als wel de
modevolgende vrouw typeert. Eenmaal geconstateerd hebbend dat niet alle
Nederlandse vrouwen zich hetzelfde kleden, blijf ik niettemin vergelijkend
observeren.
Aubergine is een favoriete groente in ons
huidige woonland, maar ook in onze vorige 2 woonlanden. We eten het dan ook
regelmatig. Helaas is de aubergine in V. nogal, laten we zeggen, onberekenbaar.
Het aanbod is gevarieerd. Grote aubergines, kleine aubergines, aubergines die
er onrijp uitzien, bruin verschrompelde aubergines. Het maakt niet uit welke je
kiest, altijd is er de - aanzienlijke - kans dat de aubergine vol wormen zit.
Met als gevolg dat het geplande eten niet door kan gaan. We hebben tegenwoordig
altijd een ingevroren maaltijd voor 4 achter de hand voor het geval dat de
bruikbare hoeveelheid van de reeds dubbel ingekochte aubergines niet toereikend
is. Kort voor vertrek verzuchtte mijn echtgenoot tijdens een ontdooide
achter-de-hand maaltijd voor 4 dat dergelijke onberekenbare aubergines op de
markt in Nederland waarschijnlijk niet voorkomen. De markt, ik ga er graag heen
en als ik in Nederland ben, breng ik indien mogelijk mijn vrijdag- en/of
zaterdagochtenden door tussen de kramen. Deze keer dus lettend op de
aubergines. En ik keek mijn ogen uit. Alle aubergines glimmen, hebben een
prachtig gaaf velletje en zijn van vrijwel dezelfde afmeting. Net als de
courgettes. En de komkommers. En de winterpenen. De
kroppen sla, de tomaten, de appels, de meloenen. Ik zie ze al mijn hele leven
in de kramen liggen, maar pas nu dringt de perfectie van het aanbod op de Nederlandse
markt ten volle tot mij door. Ik zie overal “eerlijke bananen” die toch bij ons
uit de buurt vandaan zouden moeten komen, maar zo mooi glad en geel glimmend
zie ik ze thuis niet. Gewend aan onze doorgaans verschrompelde komkommers, soms
gerimpelde courgettes, bij tijd en wijle bruin gevlekte wortels, vaak slap
hangende sla, regelmatig zwart uitgeslagen bloemkool, door blauwe wormpjes
bevolkte broccoli en vrijwel altijd door wormen bezeten aubergines, doen de
Nederlandse groente en fruit ineens kunstmatig perfect aan.
Soms wordt het alledaagse ongewoon, net zoals
soms het ongewone alledaags wordt.
Juli 2012