woensdag 30 september 2015

De integratie

Het was een prachtige voorstelling. De kwaliteit van de zangers en dansers was hoog. Naast het podium hingen schermen waarop de tekst van de opera in het Engels en in het Russisch werd weergegeven, zodat de verhaallijn goed te volgen was. De drie dames naast me hadden me uitgenodigd, opera en daarna uiteten. Ik ken ze sinds een week of vier en zou kunnen zeggen dat het vriendinnen in wording zijn. De avond voor de opera was een van hen met twee andere dames en hun kinderen bij ons thuis te gast voor een naschoolse speelmiddag, die naadloos overging in een avondje film voor de kinderen en een avondje borrelen voor de moeders en de vaders die na hun werk ook aanschoven. Twee weken eerder waren we uitgenodigd voor een soortgelijke middag en avond die net zo genoeglijk was verlopen. Met drie moeders volgde ik twee weken lang een stoomcursus Russisch. Elke ochtend drie uur les, vaak gevolgd door een gezamenlijke lunch, voor we allemaal onze kinderen van dezelfde school haalden. In de tweede week na aankomst brachten we op uitnodiging van een andere familie een zondagochtend door in de bergen. Een prachtige wandeling en uitgelezen mogelijkheid om de longen te vullen met frisse, schone lucht, hetgeen voelt als absolute noodzaak nu de stad voortdurend wordt bedekt door een laag smog die met name `s winters - als alles wat maar voorhanden is wordt opgestookt  om huis en haard warm te houden - ongekende proporties schijnt aan te nemen. Daags na de wandeling nam de moeder van een klasgenootje van zoon me mee op een supermarkt-tour, zodat ik in een klap wist wat ik waar kan kopen en wat ik waar vooral niet moet kopen. 

Inburgeren in een nieuw land blijkt met schoolgaande kinderen aanzienlijk makkelijker te zijn dan met kleine kinderen die nog aan de rokken hangen. Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe ik de eerste weken in V. met pasgeboren dochter in de wagen en zoon als peutertje ernaast in de bloedhitte de stad doorkruiste op zoek naar luiers, brood en andere eerste levensbehoeften. Het duurde maanden eer ik, her en der en bij toeval, een aantal mensen had leren kennen die ik vrienden in wording kon noemen. Nu daarentegen, moet ik af en toe de telefoon even uitschakelen en op adem komen. Reeds op de allereerste schooldag was ik gespot door een aantal vriendelijke moeders, net als wij buitenlanders, die onmiddellijk hun armen openden en plaatsmaakten voor ons nieuwkomers. Hoewel de school ons had voorgehouden dat tenminste 30% van de leerlingen buitenlands is, bleek dit in werkelijkheid hooguit 10% te zijn. En hoe graag we ook in de lokale samenleving zouden willen integreren, feit is dat de buitenlanders elkaar opzoeken. Omdat we de taal niet beheersen, maar ook omdat de lokale kinderen die naar de Britse school gaan over het algemeen afkomstig zijn uit hele rijke families die in volstrekt andere kringen verkeren en bovendien doorgaans de chauffeur en bodyguard (hier met name dienstdoend als statussymbool) het kind naar school laten brengen en van school laten halen. Het zijn dus de buitenlandse moeders en vaders die elkaar op het schoolplein opzoeken en omdat de groep klein is, kent ons ons en worden nieuwelingen direct aan de borst gedrukt. Zo schoof ik in de eerste week al aan bij een verjaardagslunch in de zonovergoten tuin van een Argentijnse, waar we de verjaardag vierden van een Turkse, vergezeld door een Zuid Afrikaanse, een Belgische, een Indiaase, een Mongoolse, een Koreaanse, een Spaanse, een Engelse en een Amerikaanse. 

Hoewel oprecht dankbaar voor de open armen, voelde ik me de eerste weken niettemin wat ontheemd. Terwijl ik overdag vanalles ondernam met mijn vriendinnen in wording, kletste ik `s avonds met mijn zo dierbare vriendinnen in V. De eerste weken overheerste het gevoel dat ik al die leuke dingen met hen zou willen ondernemen. Voor het eerst liet ik in een van mijn tijdelijke woonlanden een aantal echt goede vriendinnen achter en dat gemis was nog zo voelbaar dat alle gezelligheid met mijn nieuwe vriendinnen in wording bijna aanvoelde als verraad. In V. bleven mijn vriendinnen achter met een lege plek in een zo moeilijk land. En ik was vertrokken, maakte direct nieuwe vrienden en genoot van mijn nieuw hervonden vrijheid. Een sensatie die ik had willen delen met de vriendinnen die ik achterliet. Het had allemaal wat tijd nodig.

Nu, zes weken na aankomst, voelen we ons al helemaal thuis. We hebben een appartement gevonden en als het goed is arriveert de container met onze inboedel over een aantal weken. Hoewel de eerste twee weken niet makkelijk waren ("alle kinderen op het schoolplein praten Russisch, we kunnen met niemand spelen en daar worden we zo verdrietig van"), hebben de kinderen inmiddels hun draai helemaal gevonden. Ze hebben hopen vriendjes, gaan elke dag met plezier naar school en worden uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes en speelmiddagen. Man begint zijn draai op kantoor ook te vinden en heeft al wat buurlanden mogen bezoeken. En ik voel me inmiddels helemaal deel van de club. Van de Argentijnse kocht ik vorige week voor een prikkie de hele skigarderobe over die haar kinderen te klein was geworden. Bij de Zuid-Afrikaanse vierden we de verjaardag van de Indiaase en dit keer bracht ook ik een zelfgemaakt gerecht mee. De Mongoolse vergezelde me naar de dokter toen onlangs ook mijn linkeroog flink ontstoken was. De Belgische werd afgelopen weekend veertig en nodigde ons uit voor een etentje in een hip restaurant waar we ons, naar lokaal gebruik, uitstekend vermaakten met waterpijp en paardenbiefstuk, terwijl onze kinderen trots van hun eerste logeerpartij genoten met de kinderen van de Belgische en hun oppas. 

Vorige week arriveerde een nieuw gezin. Een Engels gezin wiens dochtertje ook naar de Britse school gaat. We hebben onmiddellijk onze armen geopend en plaatsgemaakt voor de nieuwkomers. Ze zullen zich snel thuisvoelen.
Oktober 2015


zaterdag 19 september 2015

First day dress


De Dana Made It first day dress was een groot succes, dus volgde er nog een. 
Wederom een groot succes.

De stof kocht ik een jaar of twee geleden en ik weet opnieuw niet meer waar. Moet gaan labellen denk ik. 'T is de leeftijd :-)






Dit jurkje maakte ik daags voor vertrek. De naaimachine en overlock gingen vervolgens de grote verhuiscontainer in. De hele inboedel had inmiddels al weken geleden hier moeten zijn, maar staat nog altijd in V. en zal dus nog heel wat weken op zich laten wachten. Naaisels zal ik dus op korte termijn niet kunnen maken.
 :-(

dinsdag 1 september 2015

Couscous

Couscous. Ik ben al tien minuten aan het proberen om met handen en voeten uit te leggen wat couscous is. Ik weet wat rijst is, en pasta, en aardappelen, maar ik weet niet hoe ik in het Russisch moet uitleggen wat couscous is. In het vriesvak ligt een groentemix voor couscous. 'Kyc kyc' staat er op. Er wordt met geinteresseerde blik naar gekeken. Hulpvaardig wordt me vervolgens een blikje doperwten aangedragen. En een aubergine. Een vriendelijke klant laat zijn telefoon couscous in het Russisch vertalen. 'Kyc kyc'. Het brengt ons niet verder. Ik geef het op. Couscous is duidelijk geen gangbare kost hier. Ik kijk om me heen en zie een zee aan mogelijkheden, bekend en onbekend. Ik kies voor bekend. Ik tuur naar de uitgestalde blikken en potten gepelde, ongepelde, gekruide en ongekruide tomaten. Veel zie ik niet. Mijn rechteroog is tot buitenaardse proporties opgezwollen door een virusinfectie, opgelopen in het zwembad waar de kinderen en ik een heerlijke middag doorbrachten. Dankzij de overduidelijke symptomen liep het doktersbezoek in het Russisch gesmeerd. Virus. Antibioticadruppels. Twee weken. Eenmaal thuis ruiken de gepelde ongekruide tomaten niet naar gepelde ongekruide tomaten. Ik proef. De tranen springen in mijn linkeroog en proberen zich ook rechts een weg te banen richting wang. Ik breng de pot tot vlak voor mijn nu vochtige linkeroog en zie dat op het plaatje geen rode tomaten staan, maar rode pepers. We eten die avond een boterham met kaas.

We zijn aangekomen op onze nieuwe bestemming. Twee weken geleden pakten we voor de zoveelste keer onze koffers en zetten koers naar Centraal-Azie. Zodra we in het vliegtuig stapten, was er geen Nederlander meer te bekennen. Er was geen Engels sprekende ziel meer te vinden. Het vliegtuig zat propvol. Het was er warm en de zweetlucht overheersend. Vijf uur moesten we op onze aansluiting wachten op het vliegveld van één van de voormalige Sovjetrepublieken. Strenge vierkante mannen in uniform. Om ons onduidelijke redenen mochten we vanwege onze eindbestemming niks kopen in de dutyfree winkel. De enige bar was dicht, de kinderen moe, dorstig en hongerig. Op het mannentoilet onderging een man sigarettenrokend zijn diarree en een ander spuugde zonder gene dikke groene flotsen op de grond. Alsof we met cliches om de oren werden gesmeten.

En toen waren we er. Stralende zon, imposante bergketens met eeuwig besneeuwde toppen. Bomen. Overal bomen en parken. Overal brede voetpaden. Nog meer parken. Vriendelijke mensen. We lopen en we lopen en lopen. We eten ijsjes en kijken niet één keer bezorgd over onze schouder. De kinderen rennen en springen. Ze voelen de vrijheid. Ze voelen hoe hun ouders ontspannen de eerste indrukken op zich laten inwerken en de frons boven hun neusjes verdwijnt.

De aanloop naar deze verhuizing was niet makkelijk. De kinderen zagen hun wereldje in duigen vallen. Afscheid nemen van vriendjes, school, huis. Ze genoten van de zomervakantie, maar zoals elk jaar hadden ze na een paar weken weer behoefte aan hun routine, de stabiliteit van het dagelijkse schoolleven. Het besef dat ze niet meer zouden terugkeren naar hun Zuid-Amerikaanse routine, veroorzaakte onrust. Het veroorzaakte verdriet en nachtmerries. Avond na avond zaten we met een hoopje verdriet in onze armen. Overdag kon het vooruitzicht van sneeuw in de winter en grote parken om te spelen nog enthousiasme opwekken, maar 's avonds in bed, in het donker en de stilte, was er de onrust. Het verdriet. Kwamen er ineens monsters, vuur, overstromingen. En als dan na eindeloos woelen en piekeren de slaap toch was gekomen, kwamen de nachtmerries. 

Het missen is er nog altijd en het mag er ook zijn. Maar de nachtmerries zijn inmiddels weg. De monsters ook. Hier zijn geen overstromingen en er is geen vuur. In ons tijdelijke één kamer appartementje bouwen we langzaam weer een nieuwe routine op. De rust daalt neer. We zijn er.
September 2015