zaterdag 28 maart 2015

Blussen zonder water

De mensen zijn een nummer geworden. Het laatste cijfer van het nummer op je identiteitskaart bepaalt op welke dag jij boodschappen mag doen in de staats-supermarkten. De prijzen zijn er over het algemeen lager dan in de supermarkten die niet van de overheid zijn. En soms vind je er produkten die al heel lang heel erg schaars zijn. Olie, meel, suiker, boter, melk, toiletpapier, waspoeder, deodorant, shampoo, luiers. Zomaar een greep uit de lijst schaarse produkten. Je moet dan echter wel bereid zijn om op de dag dat jij boodschappen mag doen, heel lang in een hele lange rij te staan. Denk aan vier, vijf uur lang in de brandende zon in de rij om een gereguleerde, beperkte hoeveelheid basisprodukten te kunnen kopen. Flink inslaan om een maand vooruit te kunnen, is er niet bij. 

Je kan ook naar de supermarkten die niet van de staat zijn. Produkten zijn er duurder en de schaarse produkten zijn er vrijwel nooit te vinden. Mocht er toevallig een pallet luiers of melk zijn aangeleverd, dan zijn ook daar de rijen belachelijk lang. Optie drie is de markt. Hier vind je als je geluk hebt, al dan niet onder de toonbank, een pak toiletpapier of een liter melk voor het driedubbele van de normale prijs. Ook bij de straatverkopers vind je een ruimer aanbod dan in de supermarkt, eveneens voor een verveelvoudiging van de officieel toegestane prijs. Deze straatverkopers staan overal urenlang in de rij, kopen overal de maximaal toegestane hoeveelheid, en verkopen dat vervolgens duur door, al dan niet over de landsgrenzen heen. Het probleem houdt zichzelf mede in stand.

Twee jaar geleden was de schaarste nieuw. Ik maakte mij er toen druk om dat ik mijn weekmenu niet meer kon plannen, aangezien je nooit wist wat je zou kunnen kopen. Inmiddels kijken we met zekere nostalgie terug op de situatie zoals die twee jaar geleden was. Het is snel bergafwaarts gegaan. De inflatie is onwerkelijk hoog. Wekelijks gaan de prijzen omhoog, economisten schatten in dat de jaarlijkse inflatie van voedsel meer dan 100% zal zijn. Vaccinaties en medicijnen zijn grotendeels niet meer verkrijgbaar. Mensen met kanker kunnen niet behandeld worden, kinderen worden niet ingeënt, het aantal tienerzwangerschappen schijnt te zijn geëxplodeerd door gebrek aan anti-conceptiemiddelen. 

Over de oorzaak van de huidige situatie doen verschillende theorieen de ronde. Vraag het aan een voorstander van de huidige regering en het antwoord zal wezenlijk anders zijn dan dat van een tegenstander van de huidige regering. “Mensen eten veel, wel drie keer per dag of meer”. “Gebrek aan nationale produktie.” “Grootschalige smokkel van gesubsidieerde produkten naar het buitenland.” “Overheidscontrole op de prijzen van produkten, strikte controle van buitenlandse valuta, onteigening van bedrijven door de overheid.” “Volstrekt wanbeleid van de regering”. Ik heb mij laten vertellen dat V. sinds enige tijd op de lijst staat met landen die voedsel rantsoeneren, zoals Cuba en Noord-Korea. 

“Tekorten in V.” heeft inmiddels een eigen wikipedia pagina gekregen. In het Spaans en in het Engels. Het voelt alsof het daarmee ook echt geen situatie van kortstondige, voorbijgaande aard meer is. Hoewel de wanhoop onder de bevolking toeneemt, is ook de berusting en voortdurende aanpassing een feit. Ook ik betrap me er op dat ik me eigenlijk sneller dan me lief is, aanpas aan de steeds verdergaande beperkingen.

De regering staat op het punt om een syteem in te voeren waarbij bij het afrekenen van de boodschappen de vingerafdruk wordt genomen. De smokkel van gesubsidieerde basisprodukten naar omliggende landen waar ze voor een hogere prijs verkocht kunnen worden, zou daarmee moeten worden tegengegaan. De gevolgen voor de overgrote niet smokkelende meerderheid van de bevolking doen daarbij niet ter zake. Protesten ten spijt, is het systeem inmiddels in tenminste één staat reeds ingevoerd.

Waar je ook bent, met wie je ook praat, bij de bakker, bij de dokter, op een verjaardagsfeestje, op het schoolplein, iedereen is bezig met de vraag; hoe kom ik deze week aan datgene wat ik echt nodig heb. Heb je geld, dan lukt het uiteindelijk meestal wel. De zwarte markt, de straatverkopers en het buitenland. De rijken kopen online bij een supermarkt in het buitenland en laten dat naar V. verschepen of vliegen. Een werkreis naar het buitenland betekent een lot uit de loterij. Lege koffers mee en volle koffers terug. Heb je een vlucht kunnen bemachtigen en kan je op vakantie naar het buitenland, dan gaan er ellenlange boodschappenlijsten mee waar vrienden en familie hun meest dringende behoeften op hebben genoteerd. Continue wordt er geruild, iedereen helpt iedereen uit de brand. Maar het blijven lokale blusacties. 

De president heeft onlangs de militairen in de hoogste rangen een fikse loonsverhoging gegeven. Om ze rustig te houden, zo luidt het. Het geheel door de pro-regerings partijen gecontroleerde volksvergadering heeft de president de macht gegeven om in zijn eentje wetten te bedenken en goed te keuren, zonder dat eventueel andersdenkenden roet in zijn eten zouden kunnen gooien. 

De brandhaard breidt zich uit. Het is nog slechts wachten op het moment dat het bluswater zodanig zal zijn gerantsoeneerd, dat de hele boel in de fik gaat. 
Maart 2015

donderdag 19 maart 2015

Handelswaar


Als ik viereneenhalf jaar geleden geweten had dat stoffen restjes-slingers hier zo in de smaak zouden vallen, had ik inmiddels een gouden handeltje gehad. Nu heb ik vier slingers en twee mini´s voor eigen gebruik. Ook leuk.









woensdag 11 maart 2015

Roze roosjes


Nu ze het nog prachtig vindt, nog eens een zwierjurkje in roze roosjes. 
Geheel gevoerd met zachtgeel katoentje. Stof ooit gekocht op een rommelmarkt, ik maakte er al eerder een babysetje van.









donderdag 5 maart 2015

Op wereldreis

Maak je dromen waar, zeggen ze. En dus maakten ze plannen. Een jaar op reis met een camper, door alle landen van Zuid-Amerika. Maar nog voordat de kaart was uitgevouwen, kwamen er kinderen. Een meisje, en drie jaar later nog een meisje. De droom bleef, maar werd een plan voor later, als ze gepensioneerd zouden zijn. Maar in hun omgeving werden mensen ziek, gingen mensen dood. Gepensioneerden om hen heen werden slecht ter been, hadden geen energie meer. Ze werden zich er van bewust dat het uitstellen van hun droom wellicht zou leiden tot afstel. 

Maak je dromen waar, zeggen ze. En dus vouwden ze de kaart uit en kochten een camper. De meisjes, inmiddels zes en negen jaar, namen afscheid op hun Franse school, om een jaar lang in de camper door hun ouders te worden onderwezen. De nodige inentingen werden gehaald en er werd in stijl afscheid genomen van vrienden en familie, met veel Franse kazen en wijn. Men vond ze moedig, ze glunderden. Men was jaloers, ze straalden. Men wenste ze veel plezier, ze twijfelden geen moment.

Na vier maanden reizen, arriveerden ze in V. Zij vond het er vreselijk. Lege supermarkten, verbitterde mensen, onveilig land. Ze hadden de routine ontwikkeld om tegen vier uur ´s middags op zoek te gaan naar een slaapplaats, dat meestal een parkeerplaats tegenover een politiebureau was. In V. geen goed idee. Zij wilde dan ook het liefst zo snel mogelijk V. weer verlaten. Maar hij niet. Het plan behelsde tien dagen V. met zes te bezoeken bezienswaardigheden. En van het plan werd niet afgeweken. Want het plan was de droom. Zij had tranen in haar ogen. Na vier maanden op elkaars lip in een camper zonder air-conditioning, was haar incasseringsvermogen danig aangetast. Het onderwijzen van de meisjes bleek als een molensteen om de droom te hangen. Om in de pas te blijven met het reguliere Franse onderwijs, moesten er een aanzienlijk aantal uren per dag studerend worden doorgebracht. Over het algemeen in een kleine camper zonder air-conditioning. Tijd die niet kon worden besteed aan verder reizen en bezienswaardigheden bezoeken.

Op kerstavond belde ze via skype met haar zus. Haar zus zat op de bank. De kerstboom met flonkerende lichtjes stond ernaast. Voor zich op tafel had zus een groot glas wijn staan en een bordje Franse kazen. Ze keek naar haar zus, diens mooie jurk, zachte bank, schitterende kerstboom, en vooral naar het glas wijn en het bordje kaas. Ze barstte in tranen uit. Viel uit tegen haar zus. Hoe kan je dit doen, snikte ze, de wijn, de kaas, de zachte bank, ik kan het niet aanzien, ik wil het niet zien, ik moet nog acht maanden…

Ze veegde haar tranen weg en haalde haar roodverbrande neus op. Ze draaide haar hoofd weg en zei zachtjes dat het in het volgende land vast beter zou worden. Dat ze weer zou ontspannen en genieten van de reis. Dat ze minder ruzie zouden maken. Dat de meisjes meer tijd zouden hebben om zich op een lange vakantie te wanen. Ze troostte zich hardop met de gedachte dat ze op de volgende kerstavond weer thuis zou zijn. En op haar zachte bank naast haar flonkerende kerstboom een glas wijn zou drinken en Franse kaas zou eten.

Ze zuchtte diep. Terwijl de tranen opnieuw opwelden in haar nog opgezette ogen, fluisterde ze snikkend dat soms het dromen van je droom zoveel fijner is dan het waarmaken van je droom.
Maart 2015