zondag 24 april 2016

Cocoon dress


De cocoon dress van Heidi & Finn. Het viel niet mee om het patroon na de aankoop ook daadwerkelijk te krijgen, maar ben helemaal fan. Makkelijk te maken, fijne zakken en de vorm valt goed. Zalige jurk voor groter wordende kleine meisjes.

De stof lag al lang in de kast, te wachten op het perfecte patroon: de cocoon jurk! Het heeft een ingeweven patroontje en de kleur is prachtig, een bijna lavendelblauw dat ik mooi vind passen bij dochter`s huidskleur.






Een nieuwe favoriet van zowel dochter als mijzelf!

  

zaterdag 16 april 2016

De rode plaat

Corruptie. In ons vorige woonland konden ze er wat van, maar ook hier experts te over. Het duidelijkst zichtbaar: corruptie in uniform. Vriend M. kan er smakelijk over vertellen. Als buitenlander is hij veelvuldig de klos. Onlangs nog. Hij wilde inchecken voor een vlucht naar Europa. Zakenreis. In zijn koffer zaten kleren en papieren. M. had een drukke week achter de rug en was na anderhalf jaar in K. he-le-maal klaar met de corruptie in uniform die hem al flink wat geld gekost had. De man in uniform op de luchthaven had ook een drukke week achter de rug. Wat meneer in zijn koffer had, vroeg hij bars aan M. Kleding, was M.`s antwoord. Open die koffer! Was de reactie. De barse geuniformeerde man graaide in M.`s koffer en haalde een handvol papieren tevoorschijn. Kleding? Vroeg hij ironisch. Dat zijn persoonlijke papieren, antwoordde M. en pakte de papieren terug. Wat voor papieren? Riep de man nu enigszins dreigend. Projectpapers, perste M. er met zijn aller-, allerlaatste restje geduld uit. Aha! Schreeuwde nu de man in uniform. Projectpapers! Projectpapers forbidden! Strictly forbidden! De lust naar onder de tafel toegeschoven bankbiljetten was duidelijk zichtbaar in zijn donkere ogen. Hij hield bijna zijn hand al op. Maar M. was moe en he-le-maal klaar met de corruptie. In plaats van met ingehouden woede zijn portomonnee tevoorschijn te halen, schreeuwde hij nu haast vuurspuwend terug dat hij NU de baas wilde spreken. Een collega van de man kwam op het tumult af. De baas werd gehaald. Er bleek met M. niet te sollen. De zaak werd gesust en M. kreeg van de toegesnelde collega excuses toegefluisterd met de verklaring dat de geuniformeerde man een hele drukke week had gehad. Bars gaf M. de man een knikje, van binnen stak hij zijn middelvinger op.

De meeste keren dat M. zijn portomonnee heeft moeten trekken, was op de weg. Door de hele stad worden de hele dag op elke straathoek automobilisten aangehouden. Zwaailichten gaan aan, de sirenes loeien en je bent de klos. Alles wordt uit de kast gehaald om ergens een reden te vinden om je op de bon te slingeren. Rijbewijs, autopapieren, reservewiel, rode driehoek, eerste hulpkit, lichtgevend hesje. Mocht je dat allemaal picobello in orde hebben, zoals M., dan had je ineens je richtingaanwijzer niet gebruikt toen je van baan wisselde. Of, en die werkt altijd, je moet mee om te blazen. De boete dan wel het blazen zijn uiteraard te voorkomen door een aardig pakketje bankbiljetten tussen je autopapieren te schuiven en die nogmaals aan de ambtenaar in uniform te doen toekomen.

De burgers van K. hebben een wit nummerbord. Zij worden vaak aan de kant gezet. De buitenlanders in K. hebben een geel nummerbord. Zij worden nog vaker aan de kant gezet. Met zoveel geuniformeerd geweld op de weg, zou ik elke dag met een zekere mate van spanning in de auto stappen, continue alert op zwaailichten en sirenes. Maar, wij hebben geen wit en ook geen geel nummerbord. Wij hebben een rood nummerbord. Een rode plaat met een D. Diplomatieke status. En dat, zo heb ik inmiddels begrepen, is een garantie voor zielenrust. En vrienden. Iedereen wil met me mee rijden. Want de rode plaat met D wordt met rust gelaten. Ik hoef niet bang te zijn om aan de kant gezet te worden voor een staaltje corruptie. Ik zou door rood kunnen rijden, de snelheidslimiet kunnen overtreden en fout kunnen parkeren. Niemand die me lastig zou vallen.

De moeders op school bereidden mij in de maanden die we op de autopapieren moesten wachten, voor op de hel van corruptie en chaotisch verkeer. De moeders hadden duidelijk geen rij-ervaring in Zuid-Amerika, want het is hier in K. een oase van orde. Een rijbaan is een rijbaan, de wegsignalering is subliem en er krioelen niet voortdurend gewapende wegduivels op motoren overal tussendoor. Toen ik uiteindelijk voor het eerst met de auto op school verscheen, werd er even geslikt. We kochten namelijk, bij gebrek aan beter aanbod, een oude jeep, een lelijk vierkant ding met bovenop bovendien vier hele grote lampen. Maar zodra het rode nummerbord met D was gespot, brak er gejuich uit. Of ik wel wist wat een mazzel ik had. En of we de volgende dag niet naar hier, daar en verder konden gaan. Gezellig, met z`n allen in de jeep, met gierende banden tot recht voor de ingang.

De teleurstelling van de moedermenigte was groot, toen bleek dat er met mij en mijn jeep weinig lol te beleven valt. Ik stop voor rood, ik parkeer alleen daar waar het mag en ik rem af tot 40 kilometer per uur als dat staat aangegeven. Ik hou me over het algemeen aan de regeltjes. Altijd zo geweest. Als de moeders het he-le-maal gehad hebben met de corruptie, liften ze nog wel eens mee. Want twintig kilometer per uur te hard rijdend in je vuistje lachend een politieauto inhalen is er dan wel niet bij, maar in de foute bak met de rode plaat verlies je tijd noch geld.

April 2016    

zondag 10 april 2016

De lente in de lucht



Met de lente in de lucht maakte ik een simpel rimpelrokje en een simpel shirtje. Het shirtje is van een heel dun maar heel zacht flubbertricootje. Ik zag deze prachtige fotos, maar vond hier helaas nergens elastiek biais. Ik werkte de naden dus maar nonchalant af met een rolzoompje en naaide drie bloemenknoopjes op de schouder. 

Het blauw van het shirtje komt terug in het rokje en zo werd het een fleurig geheel. Beide stofjes lagen al heel lang (lees: jaren) in de kast. Ik ben maar eens aan het opmaken wat er ligt. En dat is nog een heleboel.

Dochter vindt rok en shirt prachtig en poseerde zoals ze dat het liefste doet. Vol passie en overtuiging.









zondag 3 april 2016

Van warme chocolademelk en aardbeien

Mijn man is een Spanjaard. Een eilander. Hij is niet gewend aan kou. Toen we op de Caucasus woonden, trok hij bij -2 al thermo-ondergoed aan, terwijl we nog zo`n 15 a 20 graden zouden gaan zakken. Hij heeft ook geen hoofd voor winter. Met een trui aan ziet hij er altijd wat raar uit, vind ik. Het klopt niet, het staat niet. Toch solliciteerde hij vrijwillig ook op de post in K., zij het hopend dat hij de post in Senegal toegewezen zou krijgen. Niet dus. Het werd K. Het vooruitzicht van de winter deed hem huiveren, maar ik maakte een vreugdedansje en klapte opgetogen in mijn handen. Na zoveel jaren constant zon, smachtte ik naar winter. Echte winter. Metershoge sneeuw, overal ijs en koud, vooral heel koud. Eindelijk weer laarzen aan, ongegeneerd warme chocolademelk drinken en met een kruik in bed. 

De winter zou in november beginnen en ergens in april eindigen. Na een korte lente zou dan eind mei de zomer beginnen. De winter begon inderdaad in november. Ik geloof dat het eerste pak sneeuw in oktober al viel. Vol overgave stortten we ons op de wintersporten. Schaatsen, sleeën en vooral skieën. We trekken de deur achter ons dicht en 20 minuten later stappen we de skigondel in. Een ongekende luxe waar we al maandenlang gretig gebruik van maken. De kinderen skieën alsof ze nooit anders hebben gedaan en ook mijn man komt soepel de berg af. Hij is sowieso soepel de winter doorgekomen. Het was namelijk niet koud. Men zegt dat het een bijzonder zachte winter is geweest. Het heeft gesneeuwd, het heeft gevroren, maar echt koud is het nooit geworden. Ik heb geloof ik twee keer, zonder man en kinderen, geskied met -17 en een stevige wind op de piste. Dat was koud. Een aantal keer was het `s avonds op hond-uitlaat-tijd -22. Ook dat was koud. Maar daar is het eigenlijk wel bij gebleven. Het waait hier vrijwel nooit en bovendien hebben we een droog landklimaat. Ik durf te stellen dat acht van de tien dagen, de hele winter lang, de zon heeft geschenen. En -15, zonder wind, met een stralend zonnetje en een dikke laag verse knisperende sneeuw, dat is niet koud. Dat is uiterst aangenaam. 

In februari begon de temperatuur alweer te stijgen. Begin maart steeg het kwik tot 18 graden. Het kan weer omslaan, werd er gezegd. Het kan ineens weer koud worden. Verwachtingsvol keek ik regelmatig naar de weersvoorspelling, maar het koude front kwam niet. Bar koud werd het deze winter dus niet. Maar genieten was het wel. `s Nachts vroor het tot een paar dagen geleden in de bergen nog altijd licht, waardoor we tot de dag van vandaag nog kunnen skieën. In de stad is het lente zoals lente hoort te zijn. Overal duiken groene sprieten op, de groene knoppen barsten uit hun voegen. De vogeltjes fluiten dat het een lieve lust is. Het ruikt naar fris, naar nieuw, naar hoop. De zon wordt snel sterker, maar het is nog aangenaam om zittend op een bankje de stralen je gezicht te laten beroeren, terwijl je geniet van het eerste ijsje. En het tweede ijsje. Dat de zin in warme chocolademelk zou verdwijnen, leek ondenkbaar, maar ineens is het zover. We hebben zin in aardbeien, abrikozen en kersen, in picknicken, rolschaatsen en touwtje springen. 

De lente is kort. De bloedhete zomer maakt zich al klaar. Deze week skieën we voor de laatste keer naar beneden, waar we ons tegoed zullen doen aan aardbeien met ijs en slagroom. De seizoenen lopen naadloos in elkaar over en tegelijkertijd is het ineens zover. Je weet wat er gaat komen, maar als het dan ineens zover is, als dan ineens de lente alles en iedereen wakker schudt, als dan ineens de schaduw fijner is dan de zon, als dan ineens de bomen kaal blijken te zijn, als dan ineens je hele wereld maagdelijk wit is, dan ben je toch verbaasd. Het is alweer zover. Een nieuw seizoen. Wat heb ik het gemist.
April 2016