donderdag 24 mei 2012

De aanrijding

Vanochtend ging ik op pad met mijn goede vriendin M. We gingen eerst naar de Chinese markt, maar die was helaas gesloten. Vervolgens bedachten we dat we de rest van de ochtend bij haar zwembad zouden gaan niksen. Beetje lezen, beetje kletsen. Het kwam er niet van. Onderweg van de gesloten Chinese markt naar haar huis hadden we namelijk een kleine aanrijding.

We stonden te wachten voor een stoplicht. De weg helt daar lichtelijk omhoog maar zelfs ik – het is vlak bij mijn huis - krijg het voor elkaar om er weg te rijden zonder de auto achteruit te laten zakken. De dame voor ons niet. We zagen haar auto achteruit zakken. De auto was reeds een halve meter gezakt en begon de bumper van M.´s auto te naderen, die keurig op meer dan een meter afstand stond. M. toeterde uit volle kracht, vloekte ook wat, maar het mocht niet baten. De auto van de dame zakte meer dan een meter achteruit en kwam knarsend tegen de bumper van M.´s auto tot stilstand. M., gezegend met een gezonde dosis temperament, stapte uit en bekeek de schade aan haar auto. De dame deed hetzelfde. Bij haar eigen auto. Op M.´s vraag waarom ze in hemelsnaam zo ver achteruit zakte, antwoordde de dame bitsig dat men bij een stoplicht formeel gezien een afstand van 2 autolengtes moet houden tot de voorgaande auto. Die reactie viel in het verkeerde keelgat. M. belde de politie. De dame werd ietwat nerveus toen ze het diplomatieke nummerbord zag van M.´s auto. M. werd ietwat nerveus toen ze bedacht dat ze haar rijbewijs niet bij zich had.

Na enige tijd arriveerde de politie. De dame plooide haar gelaatsuitdrukking in slachtofferstand en vertelde aan de agent dat ze rustig voor het stoplicht stond te wachten en plotseling een “boem” voelde. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan. Wij deden uiteraard verslag van het werkelijke gebeuren. Vervolgens klaagde de dame, met gekwelde blik, dat wij haar direct hadden bedreigd met het feit dat M. voor een ambassade werkt. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan. Wij weerspraken uiteraard deze leugen, maar de politieagent keek de dame meelevend aan.

De agent legde ons vervolgens uit dat de meest voor de hand liggende oplossing voor het voorliggende probleem zou zijn dat ieder haar eigen verzekering aanspreekt en zegt dat de auto ergens geparkeerd stond en dat er kennelijk iemand tegen aan is gereden waardoor de schade is ontstaan. De snelste oplossing voor alle betrokkenen, aldus de agent. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan en mij ontsnapte de vraag of het advies was om te liegen tegen de verzekeraar. De dame draaide met haar ogen, duidelijk geirriteerd door die twee buitenlanders die niet weten hoe het hier werkt. De agent keek heel, heel even ongemakkelijk en antwoordde vervolgens dat het niet echt een leugen zou zijn. Ik ging er maar niet op door.

M. was eigenlijk niet van plan om het erbij te laten zitten. Ze was boos op de dame en liet dat ook merken. De agent vond dat ongepast en waarschuwde M. dat ze het erbij kon laten zitten of in de problemen kon komen door het niet bij zich hebben van haar rijbewijs. Hij vertelde er niet bij wat die problemen zouden kunnen zijn, maar volgens het boekje zou het niet noodzakelijkerwijs hoeven gaan, dat begrepen wij ook zonder woorden wel. En dus liet M. het er maar bij zitten. Vóór de dame wegreed leek het er sterk op dat ze de agent een biljetje toestopte.

Met een paar leugens en wat geld heb je soms het recht geheel aan je kant. Daar kan geen waarheid tegenop.
Mei 2012

1 opmerking:

  1. Amaai, ik denk dat ik mijn temperament ook in mijn zak moest steken en mijn vuisten toeknijpen, van onrechtvaardigheid gesproken, tjonge jonge jonge!

    BeantwoordenVerwijderen