We stonden te wachten voor
een stoplicht. De weg helt daar lichtelijk omhoog maar zelfs ik – het is vlak
bij mijn huis - krijg het voor elkaar om er weg te rijden zonder de auto
achteruit te laten zakken. De dame voor ons niet. We zagen haar auto achteruit
zakken. De auto was reeds een halve meter gezakt en begon de bumper van M.´s
auto te naderen, die keurig op meer dan een meter afstand stond. M. toeterde
uit volle kracht, vloekte ook wat, maar het mocht niet baten. De
auto van de dame zakte meer dan een meter achteruit en kwam knarsend tegen de
bumper van M.´s auto tot stilstand. M., gezegend met een gezonde dosis
temperament, stapte uit en bekeek de schade aan haar auto. De dame deed
hetzelfde. Bij haar eigen auto. Op M.´s vraag waarom ze in hemelsnaam zo ver
achteruit zakte, antwoordde de dame bitsig dat men bij een stoplicht formeel
gezien een afstand van 2 autolengtes moet houden tot de voorgaande auto. Die reactie
viel in het verkeerde keelgat. M. belde de politie. De dame werd ietwat nerveus
toen ze het diplomatieke nummerbord zag van M.´s auto. M. werd ietwat nerveus
toen ze bedacht dat ze haar rijbewijs niet bij zich had.
Na enige tijd arriveerde de
politie. De
dame plooide haar gelaatsuitdrukking in slachtofferstand en vertelde aan de
agent dat ze rustig voor het stoplicht stond te wachten en plotseling een
“boem” voelde. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan. Wij deden uiteraard
verslag van het werkelijke gebeuren. Vervolgens klaagde de dame, met gekwelde
blik, dat wij haar direct hadden bedreigd met het feit dat M. voor een ambassade
werkt. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan. Wij weerspraken uiteraard deze
leugen, maar de politieagent keek de dame meelevend aan.
De agent legde ons
vervolgens uit dat de meest voor de hand liggende oplossing voor het
voorliggende probleem zou zijn dat ieder haar eigen verzekering aanspreekt en zegt
dat de auto ergens geparkeerd stond en dat er kennelijk iemand tegen aan is
gereden waardoor de schade is ontstaan. De snelste oplossing voor alle
betrokkenen, aldus de agent. M. en ik keken elkaar sprakeloos aan en mij
ontsnapte de vraag of het advies was om te liegen tegen de verzekeraar. De dame
draaide met haar ogen, duidelijk geirriteerd door die twee buitenlanders die
niet weten hoe het hier werkt. De agent keek heel, heel even ongemakkelijk en
antwoordde vervolgens dat het niet echt een leugen zou zijn. Ik ging er maar
niet op door.
M. was eigenlijk niet van
plan om het erbij te laten zitten. Ze was boos op de dame en liet dat ook
merken. De agent vond dat ongepast en waarschuwde M. dat ze het erbij kon laten
zitten of in de problemen kon komen door het niet bij zich hebben van haar
rijbewijs. Hij vertelde er niet bij wat die problemen zouden kunnen zijn, maar
volgens het boekje zou het niet noodzakelijkerwijs hoeven gaan, dat begrepen
wij ook zonder woorden wel. En dus liet M. het er maar bij zitten. Vóór de dame
wegreed leek het er sterk op dat ze de agent een biljetje toestopte.
Met een paar leugens en
wat geld heb je soms het recht geheel aan je kant. Daar kan geen waarheid tegenop.
Mei 2012
Amaai, ik denk dat ik mijn temperament ook in mijn zak moest steken en mijn vuisten toeknijpen, van onrechtvaardigheid gesproken, tjonge jonge jonge!
BeantwoordenVerwijderen