vrijdag 21 oktober 2016

Een volwassen Candy


Ik las eens op een blog (waar o waar...) dat de LMV Candy dress in maat 176 ook voor een maat S kon doorgaan. Toen ik op de markt in Nederland de verenstof in twee varianten voor een prikkie tegenkwam, besloot ik het eens te proberen. Een test Candy. Want ik ga natuurlijk niet in veren de straat op. 


De taille verlaagde ik weer iets en het pakte eigenlijk prima uit. Ik zal er niet mee uiteten gaan, maar een geslaagd strandjurkje is het in ieder geval geworden. 




vrijdag 14 oktober 2016

Het nieuwe huis

Man en ik hebben een afspraak. Omdat we elke drie tot vijf jaar van woonland veranderen, hebben we met elkaar afgesproken dat we binnen elk land de jaren die we er wonen in één en hetzelfde huis blijven wonen. We verhuizen altijd met ons hele hebben en houden, een 20 ft container vol, en dat is een zodanig gedoe dat we die rompslomp tot een minimum willen beperken. Maar onze onuitstaanbaar luidruchtige bovenburen maakten dat we ons voor één keer niet aan onze afspraak gebonden voelden. Na een jaar in ons appartement wilden we verhuizen. We namen die beslissing kort voor de zomer en aangezien de huizen in de buurt van onze voorkeur en binnen ons budget niet voor het oprapen liggen, was er nog geen nieuw onderkomen gevonden op het moment dat de zomervakantie begon en ik met de kinderen naar Nederland vertrok. Of hij in onze afwezigheid de zoektocht naar een huis kon voortzetten, vroeg man. Uiteraard, antwoordde ik. Als je het maar niet in je hoofd haalt een huis te huren dat ik niet heb gezien, voegde ik er aan toe. En zo werd een nieuwe afspraak geboren. Wel zoeken, niet beslissen.

We waren nog geen week in Nederland, toen man mij opbelde met de mededeling dat hij een huis had gezien. Een fantastisch huis. Precies wat we zochten. Dit was het. Hij stuurde wat fotootjes. Ik zag een prachtige tuin, een vreselijk lelijke blauwe keuken, een glimmende houten trap en een grote woonkamer. Het huis was gunstig gelegen en had een grote kelder met sport-, spel- en muziekmogelijkheden, en dus stelde ik man voor - onze afspraak indachtig - dat hij de eigenaar zou uitleggen dat ik eind augustus zou terugkomen en dat we dan graag het huis opnieuw zouden bekijken. Een dag later hing man wederom aan de lijn. Er waren meer kapers op de kust. De beslissing moest genomen worden. Diezelfde dag. Ik kreeg nog een vaag filmpje toegestuurd met wat beelden van de straat, de tuin en de lelijke blauwe keuken. En toen kwam de vraag. Wat zal ik doen, vroeg man mij.

Ik zei man eerlijk dat ik die beslissing niet kon nemen. Een paar fotos en een filmpje zeggen niet zoveel. Een huis moet je zien en vooral voelen. Maar, voegde ik er aan toen, je weet hoe ik in elkaar steek en wat ik belangrijk vind aan een huis. Op dat moment besloot ik me van mijn goede kant te laten zien. Ik besloot mijn dwangmatige hang naar controle voor eens en voor altijd te matigen, en dat voornemen maakte mij zo enthousiast, dat ik direct ook maar besloot voortaan als flexibel en optimistisch mens door het leven te gaan. Eigenlijk besloot ik op dat moment een nieuw mens te worden. Een betere versie van mezelf. Flexibel, optimistisch, in staat om de controle af en toe uit handen te geven. En dus eindigde ik mijn antwoord met een van flexibiliteit en optimisme overgoten “de beslissing is aan jou en ik weet zeker dat jouw beslissing de juiste zal zijn.”

ik voelde me in de weken die volgden ook daadwerkelijk een ander mens. Ik had het uit handen gegeven en het zou goed komen. Man daarentegen was gematigd optimistisch. Hij kent mij langer dan vandaag en deze ommekeer stemde hem argwanend hoopvol. Het gevoel van “te mooi om waar te zijn”, spookte door zijn hoofd. Toch besloot hij het huis te huren. Hij tekende het contract, betaalde de borg en zegde de huur van het appartement op. Hij was er van overtuigd dat dit huis het juiste huis was en wilde graag geloven dat ik bij thuiskomst net zo achter zijn beslissing zou staan als ik nu op afstand deed. Zelf was ik daar van overtuigd. Bovendien, hoeveel makkelijker zou het leven wel niet kunnen worden als ik vanalles uit handen zou kunnen geven!

Op maandag kwamen we terug van vakantie en op dinsdagochtend zouden de verhuizers voor de deur staan. Zonder de koffers uit te laden, reden we naar ons nieuwe huis, de kinderen opgetogen, man waakzaam, en ik flexibel en optimistisch. Het huis bleek te liggen aan een straat zonder stoep. Precies wat ik niet wilde. De tuin was mooi, maar de eigenaren bleken zo op hun tuin en gazon gesteld, dat we er geen opblaasbaar zwembadje neer mochten zetten. De woonkamer was inderdaad groot. Maar alle ramen bleken getint glas te hebben waardoor het zo donker was dat het wel een grafkelder leek. Op de vloer in de woonkamer lag aan de ene kant diarreekleurig laminaat en aan de andere kant gele tegels. De keuken was blauw. Hard blauw. Blauwe kastjes, blauwe gordijnen, blauwe bar, blauwe lamp. Blauw. Door het hele huis hingen bruine en groene luxaflex alsof het één groot somber kantoor was. Alles aan het huis was lelijk. Donker, lelijk en zielloos. De kinderen renden door de tuin, sprongen rond in de enorme kelder en kozen hun kamer uit. Ik liep wat rond en herhaalde als een mantra keer op keer dat ik nu een flexibel en optimistisch mens was dat naar volle tevredenheid de controle uit handen had gegeven. Ik zocht naar knusse plekjes in dat te grote huis en probeerde me in te beelden hoe ik er met onze eigen spullen iets van zou kunnen maken. Man zei niets. Maar hij wist het. Mijn glimlach was geforceerd en zou niet blijven plakken. Na nog geen tien minuten viel hij er inderdaad af. Met luid gerinkel viel mijn nieuwe ik in duigen. Ik barstte in tranen uit.

Een weg terug was er niet meer. De volgende dag verhuisden we. Het is maar voor een paar jaar, troostten mijn vrienden mij. Maar juist doordat we elke paar jaar verhuizen naar een nieuw land, vind ik het belangrijk om te wonen op een plek die voelt als thuis. Het hoeft niet groot, het hoeft niet luxe, als het maar voelt als een thuis. Hoewel ik de eerste weken ronduit pessimistisch was, heb ik toch een klein scherfje van mijn nieuwe ik weer van de grond opgeraapt. Eén keer heb ik aan man gevraagd hoe hij toch in hemelsnaam had kunnen denken dat ik dit een fijn huis zou vinden. Maar ik ben niet boos geworden. Ik heb man geen verwijten gemaakt. Kinderen, man en hond waren tevreden, dus ik trok mijzelf aan mijn flexibele en optimistische oren de realiteit weer in en besloot er het beste van te maken.

Inmiddels is de gele helft van de vloer vervangen door diarreekleurig laminaat. Een hele verbetering vergeleken bij de tweekleurige vloer van voorheen. Alle luxaflex zijn vervangen door neutrale lichtgrijze gordijnen. Onze meubels hebben een plek gekregen. In de tuin staat nu een grote trampoline. In de kelder staat zoon's drumstel. De hond geniet van de tuin en van de katten van de buren. In de tuin staan een appelboom, een perenboom en een walnotenboom.

Eergisteren liep ik door het park. Op een klein pleintje stond een heer op leeftijd bij een tafeltje met twee kleine boxen er op. Uit de boxen kwam muziek. Eerst klassiek, toen jazz, toen pop. Een groepje van zo'n zeven dames op leeftijd zwierde over het plein. Ze hadden allemaal hun mooiste jurk aangetrokken. Ik zag een dame met een bloemenjurk met rond kraagje en zwierrok. Ik zag een dame met een kanariegele rok tot net over de knie. Ik zag een dame met een donkerblauwe japon met pofmouwen. Ze dansten vol overgave, alleen, met elkaar, met de heer. Ik ging iets verderop op een bankje zitten en sloeg mijn armen om mijn knieën. Ik maak het mezelf zo vaak zo moeilijk waar het makkelijk kan. Ik zou eens een kanariegele rok moeten aantrekken en gaan dansen op een pleintje. Overgeven. Loslaten.
Oktober 2016

dinsdag 4 oktober 2016

Tennisrokje


Onlangs zijn we verhuisd (waarover later meer). Het machien heeft dus even stil gestaan. Er rolde niet veel meer dan een tennisrokje voor dochter onder vandaan. Maar de kop is er weer af.





Het patroon is van Spoonflower, de stof kocht ik deze zomer voor een prikkie op de markt in Nederland.