dinsdag 29 november 2011

De mijlpaal en de bengel

Er zijn vele mijlpalen in het leven van kleine kinderen en hun ouders. Een van deze mijlpalen is voor mij het moment waarop ik niet langer de nieuwe woordjes van mijn kind opschrijf. Bij zoonlief was dat moment daar toen hij 18 maanden oud was. Hij had toen een woordenschat van ruim 100 correct uitgesproken woorden en begon zinnetjes te maken van 2 woorden. Elke dag kwamen er vele nieuwe woorden bij en dat was het moment om te zeggen: mijn zoon praat. Onze dochter leek wat langzamer te gaan maar ineens, 19 maanden oud, is ook haar moment daar. Ruim 100 correct uitgesproken woorden en korte zinnetjes en elke dag komen er vele nieuwe woorden bij. De mijlpaal.

En ze heeft de smaak te pakken. Vooral in het maken van zinnetjes lijkt ze een bijzonder genoegen te scheppen. De hele dag is ze bezig woordjes aan elkaar te plakken. Vaak klinken de zinnetjes nog wat robotachtig, alsof ze echt nadenkt terwijl ze taalkundig aan het formuleren is. Kom – kijken – mama. Laat – kaka – zien. Vorige week verraste ze ons met een zinnetje van maar liefst 4 woorden: meer water alsjeblieft papa (eigenlijk waren het er 5 want ze zei het in het spaans). Trots!

Dat laatste zinnetje klinkt bijzonder goed opgevoed. Als je haar hoort praten lijkt ze ook echt een engeltje. Broerlief geeft haar een autootje te leen: “dank!”. Ze neemt haar appelsap in ontvangst: “dank!”. Ze wil dat je haar helpt om iets te pakken: “alsjeblieft mama”. Als ik haar iets vraag waarop ik graag ja wil horen: “ja mama”. Of als nee het gewenste antwoord is: “nee mama”. Keurig met 2 woorden. Als een engeltje. Haar acties evenwel zijn die van een bengeltje. Ze zegt “ja mama” en knippert lieflijk met haar lange wimpers, maar doet “nee mama”. Ze zegt “nee mama” en knijpt haar grote ogen verlegen toe, maar doet “ja mama”. En zo vernielt ze de muziekinstallatie. Maakt ze tijdens elke autorit haar gordel los. Pakt altijd de autootjes af van haar broer. Blijft stug de brokken van de hond in de waterbak gooien. Rukt de pop-up boeken van broer kapot. Blijft proberen de oogjes van de pop naar binnen te duwen. Blijft proberen de boekenkast in te klimmen. Botst met alle kracht met de driewieler van broer tegen de deuren aan. En tegen de meubels aan. En tegen haar familieleden aan. Blijft volhardend de koelkast leeghalen. En de afvalbak. Spuugt op elke mier die ze tegenkomt.

Zul je lief zijn en goed luisteren, lieve dochter van me? “Ja mama.”
November 2011

zondag 27 november 2011

ABN

Mijn Nederlands gaat achteruit. Was ik vroeger een kei in spelling, na 8 jaar lang op wat emails na vrijwel geen Nederlands meer te hebben geschreven, moet ik tot mijn schaamte bekennen dat ik in sommige gevallen van twijfel het woordenboek erbij pak. Elke woensdag staat er in de wereldkrant een spellingtest, 10 opgaven per keer, en zelden haal ik een score van 100%.

Zoals ik me erger aan mijn verslechterende Nederlands, zo erger ik mij ook aan het belabberde gesproken Nederlands op sommige kinderCDs. Mijn kinderen luisteren het liefst de hele dag muziek en bij voorkeur keer op keer dezelfde CD. Heerlijk. Zo horen we dus vele malen per dag “au, kom er eens kaiken” en “ga je auk mee Nijntje Pluis”. Er zou eigenlijk een ABN check moeten worden ingevoerd vóór die zalige zalvende kinderstemmetjes in de verkoop gaan.

Nou zijn er maar weinig mensen die mooi ABN spreken. Dat ik niet bij deze groep behoor, besef ik terdege. Mijn neef P wel. De laatste keer dat ik neef P. in levende lijve heb gesproken waren we de 20 nog niet gepasseerd. Een jaar of 4 geleden troffen we elkaar ineens op internet. We schreven wat over en weer en hij stuurde me een link met wat van zijn werk. Daar zat een interview bij dat hij afnam van ik weet niet meer wie over ik weet niet meer wat. Maar ik weet nog precies dat ik in ademloze bewondering heb geluisterd naar zijn prachtige ABN.

Ik heb gehoord dat neef P. een dezer dagen vader wordt. Neef P., van harte gefeliciteerd. Als we elkaar nog eens spreken, zal ik je vertellen welke kinderCDs je vooral niet je huis moet binnenlaten: praat met je kindje, zing voor je kindje, laat hem of haar opgroeien met de adembenemende klanken van jouw ABN.
November 2011

Bijna 4!

De stoffen tweezijdig te gebruiken verjaardagskroon met verwisselbaar cijfer is alvast klaar!



Het idee heb ik van haar overgenomen.

zaterdag 26 november 2011

De borstvergroting

Een borstvergroting is hier in V. een eerste levensbehoefte. Volgens nationale cijfers heeft 80% van de vrouwen hier een borstvergroting ondergaan. Dat cijfer lijkt overdreven, maar is het niet. Rijk en arm, vroeg of laat, de borsten worden vergroot, al betekent dat soms dat er geen cent meer te makken is voor de overige eerste levensbehoeften, zoals voedsel.

Als je in de stad loopt, valt het grote aantal vergrote borsten op. Maar dit weekend waren we op het strand. En op het strand is het grote borsten parade. Enorme kogelronde borsten (vergroten betekent hier vergroten, het resultaat moet groot zijn, geen C, geen D, groot), nauwelijks bedekt door een minuscuul stukje bikini, pront vooruit gestoken. Dat er onder de gordel vaak sprake is van omvangrijke drillende billen en dijen wordt niet als storend ervaren; daar gaat een minuscuul tangaatje “overheen” en wordt verder geaccepteerd zoals het is: als de borsten maar vergroot zijn.

Er is hier zo´n overdaad aan vergrote borsten, dat het schaadt. Nooit zal ik bij het woord borstvergroting meer denken aan een paar mooi vormgegeven middelgrote borsten, passend bij het lichaam van de vrouw die ze zich heeft laten aanmeten. Borstvergroting zal bij mij voor altijd het beeld oproepen van de te grote borsten parade in V. en de clowneske weergave van deze realiteit in de vormgeving van de etalagepop: etalagepoppen zoals we die in Nederland ook kennen, maar dan met een paar enorme kogelronde borsten, die onbeschaamd uit de strak gespannen polyester bloesjes knallen. Precies zoals men dat hier graag ziet.
November 2011

vrijdag 25 november 2011

De pofbroek

Ik gebruikte voor dit broekje een patroon voor een pofbroekje en het is inderdaad nogal pof!



donderdag 24 november 2011

De eerste keer tricot

Weer een oefenmaaksel: tricot naaien en zelf tricot biaisband maken en verwerken. Op de groei gemaakt dus (nog) geen foto op levend model!


zondag 20 november 2011

Prietpraat

Kleine kinderen maken elke dag wel een opmerking die bijzonder geestig is, goedgevonden, hartverscheurend. Sommige opmerkingen zijn te mooi om niet te delen. Zoonlief leest af en toe sprookjes en dat moet de bron zijn geweest van zijn volgende vraag aan mij: “Mama, als jij later oud wordt, word je dan ook een eng vrouwtje?”
November 2011

zaterdag 19 november 2011

Zwemles

Sinds kort zit ik op zwemles. Zwemles. Alleen al het opschrijven van het woord zwemles doet me onmiddellijk naar adem happen. Want zwemles is niet wat ik dacht dat het zou zijn.

Lang geleden, op de basisschool, heb ik de zwemdiplomas A en B gehaald. Dat betekent schoolslag, onder water zwemmen en met kleren aan zwemmen. Sindsdien heb ik af en toe eens wat gezwommen in zwembad en zee, altijd op recreatieve wijze en nooit als sport.

Nu zit ik op zwemles. Dat is zwemmen als sport. Dat is niet wat ik dacht dat het zou zijn. Schoolslag gaat me redelijk goed af, dus dat laat leraar Franklin me nooit doen. Nee, eerst de borstcrawl onder knie krijgen. En daar heb ik dus ernstige problemen mee.

In theorie gaat borstcrawl heel soepel. In de praktijk gaat het soepel tot het moment van ademhalen. Het idee is dat de linkerarm op het moment van ademhalen vooruit gaat, net onder het wateroppervlak. De rechterarm gaat naar achter, waardoor er ruimte is voor het hoofd om rechts omhoog te draaien en als het ware over de schouder te kijken; op dat moment wordt er een flinke hap verse lucht genomen waarna het hoofd weer in het water draait, kin richting borst. Linkerarm gaat weer naar beneden, rechterarm naar voren en 4 slagen verder komt de volgende ademhaling.

Dat is het idee. Nu de praktijk. Mijn linkerarm gaat naar voren, net onder het wateroppervlak. Mijn linkerarm blijft daar evenwel niet keurig wachten tot ik mijn hap verse lucht heb genomen. Mijn linkerarm zakt naar beneden als mijn gezicht nog niet half uit het water is gedraaid. Op het moment dat mijn mond zich openspert met een wanhopige behoefte aan een hap verse lucht, bungelt mijn linkerarm ter hoogte van mijn navel en is mijn hoofd zodanig gezakt dat het enige wat ik inadem een grote slok vies chloorwater is. Na 1 baantje heb ik werkelijk het gevoel dat ik verzuip. Paars aangelopen en groen van de chloor moet ik dan ook na elke 25 meter even pauze nemen om te ademen. Franklin zegt dat ik harder met mijn benen moet trappelen en mijn linkerarm niet moet laten zakken. Ja, de theorie begrijp ik. Maar hoe doe ik dat?!

Ik ben inmiddels bij les 7 en probeer manhaftig mijn frustratie de baas te blijven. Franklin houdt moed en zegt dat hij vooruitgang ziet, dus ik probeer ook maar niet moedeloos te worden. Ik moet gelukkig af en toe ook een paar baantjes trekken met een stuk schuim tussen mijn benen zodat ik alleen mijn armen moet bewegen. Dat gaat reuzesoepel. Af en toe moet ik een paar baantjes trekken met mijn armen rond een plankje zodat ik alleen mijn benen moet bewegen. Dat gaat langzaam maar gestaag en met mijn hoofd boven water. Dus reuzesoepel. Maar altijd komt weer het moment dat schuim en plank aan de kant moeten en ik geheel zelfstandig aan de borstcrawl moet…

Ik hoop dat de gouden tip snel tot mij komt, want madre mia, ik verzuip…
November 2011

vrijdag 18 november 2011

Paspeljurkje

Oefenelement van dit maaksel: paspel. Ondanks het feit ik niet het juiste naaimachinevoetje heb, is het toch redelijk gelukt. Maar de jurk telt vele beginnersfouten... Een aantal aan de binnenkant dus die hoef ik niet te tonen: die aan de buitenkant is niet te verhullen: de bloempjes boven en onder de paspel lopen niet door... Gelukkig vindt dochterlief de jurk prachtig en paradeert ze er trots in rond. Poseren doen we natuurlijk niet aan maar een fotootje in beweging kon er nog vanaf!


dinsdag 1 november 2011

Geen kind aan

Onlangs hoorde ik iemand met zekere trots verkondigen dat haar kind zo rustig en makkelijk is, dat ze er geen kind aan heeft. Die opmerking bleef door mijn hoofd spoken. Ik heb er geen kind aan. Ik heb geen kind aan mijn kind. En ik vroeg me af: heb je daarvoor een kind? Om er geen kind aan te hebben? Wat heb je aan een kind waar je geen kind aan hebt? Tenzij je eigenlijk geen kind had willen hebben, ben je dan in principe weer terug bij af. Geen kind. Dan heb ik toch liever mijn kind waar ik m’n handen aan vol heb. Handenvol kind. Stukken leuker dan geen kind.
November 2011