woensdag 27 februari 2013

Hoes

Man verzocht om een hoes voor de kleine laptop. Wederom gebruikte ik "stof voor durf-het-zelvers", en paste de maten van het patroon van de I-pad hoes aan. Voila.




zondag 24 februari 2013

Sneeuwwitje

Ooit maakte ik voor de dochter van vriendin R. een jurkje in sneeuwwitjestof. Het stofje vond ik prachtig en tot mijn geluk vond ik het nogmaals. Dit keer maakte ik voor eigen dochter de rechte-rok-jurk (op de groei) met blinde rits uit "stof voor durf-het-zelvers".




donderdag 21 februari 2013

Het kopen van een huis

Het kopen van een huis is geen peulenschil. We namen het dan ook niet licht maar toch optimistisch op. We reisden naar man`s eiland M. met als enige doel het zoeken, vinden en kopen van een huis. Zijn grote droom, een eigen plek op het eiland waar hij werd geboren en getogen. De missie werd zorgvuldig voorbereid en uiteindelijk bekeken we in tien dagen tijd 45 huizen. Tot we er bij neervielen, zou ik haast zeggen.

We concentreerden ons op het binnenland: de kust is in de zomermaanden een nachtmerrie, overladen met toeristen. Het binnenland dus, en dan het liefst een “finca” met een stukje grond en een zwembad. Privé verkoeling in de zomerse hitte. Dat leek ons ideaal.

Huis 1 stelde als huis niet veel voor. Het had een mooie lap grond van 5000 m2, vol prachtige bomen, zelfs in de winter volhangend met sinaasappels en citroenen. Olijvenbomen, genoeg voor tenminste 100 liter eigen olijfolie per jaar. Amandelbomen, die in de lente zo prachtig wit in de bloesem gaan. Perzikken, vijgen. En in al die vruchtenpracht zat voor ons juist het probleem: het zou in onze handen in geen tijd geheel verpieteren. Omdat we voorlopig toch althans niet voltijds op het eiland zullen wonen, is het benodigde onderhoud niet haalbaar. Huis 1 werd op de “min-lijst” gezet.

Huis 3 had karakter. En ook dat zochten we, karakter. Hoe authentieker, hoe beter. De eigenaresse was een alleraardigste oma die recent haar man had verloren en de zorg voor het huis alleen niet aankon. Het huis was hun weekendhuis, het was meer dan 30 jaar in hun bezit geweest en ademde familieliefde en weekendgeluk. 4000 m2 grond, zwembad, uitzicht op de bergen. Het huis zou grondig gerenoveerd moeten worden, er zat geen keuken van betekenis in, een hele kleine haast antieke badkamer, geen isolatie en geen electriciteit. Maar het had karakter. En een oma. Volgens mijn echtgenoot zette ik huis 3 alleen vanwege de oma op de “plus-lijst”. Maar ze was dan ook werkelijk alleraardigst.

Huis 6 had, zoals veel fincas op het eiland, zonne-energie. Een imposante hoeveelheid zonnepanelen en batterijen. Een huishouden van 5 draaide zonder problemen het jaar rond op deze milieu- en portomonneevriendelijke voorziening. Maar het huis was lelijk. Het huis was echt vreselijk lelijk, karakterloos en kil. Het kwam eenstemmig op de “min-lijst”.

Huis 7. Dat was een verhaal apart. Een kleine finca met urgente behoefte aan renovatie. 3000 m2 grond, een grote tuin met wilde en fantasierijke begroeiing. Het huis was van een schrijver. Hij deed ons één van zijn boeken cadeau. Ik ben er nog niet aan toe gekomen. Een personage, vol verhalen, kwajongensstreken, een weerbarstige pruik op zijn schedel. Aan het huis had hij een toren gebouwd, een echte kasteeltoren met een smalle wenteltrap. Boven op de toren had je een prachtig uitzicht over de glooiende velden met de bergen in de verte. Hier kreeg hij inspiratie, zei hij. Afgaande op zijn torenplekje, moet zijn boek fantastisch zijn. Het huis was voor ons te klein en we vonden de buren te dichtbij wonen. De schrijver belde ons nog een paar keer op na ons bezoek, om de prijs te verlagen, om te vertellen dat hij met de opbrengst van het huis een reis naar Rusland wilde maken met 7 andere schrijvers, een reis die hij zo graag zou willen volbrengen voor zijn dood. Je zou er haast een hypotheek voor afsluiten. Maar toch op de “min-lijst”.

Huis 13 hadden we zelf niet voor een bezoek geselecteerd. Het werd ons voorgeschoteld door één van de makelaars. Een ton boven budget en uiteraard een prachtig huis met alles er op en eraan. Makelaars moeten dat niet doen, het veroorzaakt een slecht humeur bij potentiële kopers.

Huis 16 was een dorpshuis. We hebben een stuk of 6 dorpshuizen bekeken. Nog authentieke huizen met veel originele elementen. Maar de tuinen zijn klein en privacy is schaars. Huis 16 leek niettemin veelbelovend. Eenmaal binnen bleek de groothoeklens echter een geheel vertekend beeld te hebben geschetst. “Min-lijst”.

Huis 24 werd na een eerste rondgang al direct “la casa loca” gedoopt. Wie ooit dat huis heeft gebouwd, moet een zeer eigenaardige kijk hebben gehad op architectonische schoonheid en vooral leefbaarheid. De woonkamer was niet meer dan een smal donker gangetje. De enige kamer boven was alleen buitenom te bereiken en had geen toilet. Toch kwam huis 24 op de “plus-lijst”. Want het had een sterk apparaat zonnepanelen en vooral een adembenemende omgeving. Boomgaarden, weilanden, bergen, schapen met belletjes om, rijen fruitbomen, olijfbomen, amandelbomen. Zandweggetjes, stilte, rust. We bezochten het huis aan het eind van de middag met nog net een restje wintermiddagzon en waren stil van genot. La casa loca…

En toen bezochten we huis 25. Ook dit huis leek vooraf veelbelovend. En het bleek ons droomhuis. 15.000 m2 grond met eeuwenoude bomen, een eigen bos, een fantastische tuin, een zwembad, een authentiek eilands huis dat op de begane grond (oude deel) bewoonbaar was en in goede staat en dat op de eerste verdieping (nieuwe constructie) nog afgemaakt moest worden. Ons droomhuis. En het stond daar, klaar om door ons gekocht te worden. Iets boven budget, maar in tijden van crisis valt er goed te onderhandelen. We werden het dan ook snel eens over de prijs en begonnen euforisch aan het papierwerk, terwijl we met enige tegenzin de rest van de geplande huizenbezoekjes afwerkten.

Huis 36 was door de eigenaar verkregen als schuldaflossing. Hij had een kennelijk aanzienlijke som geld geleend aan de vorige eigenaar die dit niet kon terugbetalen en dus zijn huis als terugbetaling gebruikte. Hij had het huis geleverd met alles er nog in, kasten vol, garage vol. De nieuwe eigenaar verkocht het even zo vol. Een heleboel rommel maar ook een schat aan interessante spulletjes. Maar voor interessante spulletjes kopen we geen huis. “Min-lijst”.

Huis 38 was weer een dorpshuis. Een prachtig dorpshuis, met fantastische authentieke vloeren en plafonds, een ruime tuin, en heel veel karakter. Het zou een goede kanshebber zijn geweest, ware het niet dat het huis de vliegtuigproef niet doorstond. In de zomer landt er elke 3 minuten een vliegtuig op het eiland. Werkelijk waar, letterlijk elke 3 minuten, ik heb het al vele zomers kunnen waarnemen. Het eiland is niet groot, dus je hoort vrijwel overal iets van de vliegtuigen. Als dat landen en/of opstijgen evenwel precies boven je hoofd gebeurt, ben je zuur. Bij elk huis dat enigszins in de vliegtuigroute lag, deden we dan ook de vliegtuigproef: op een bankje in de buurt gaan zitten en wachten tot er een vliegtuig overkomt. En dan kijken of je gewoon kan blijven praten. Of je de mensen achter de raampjes kan zien zwaaien. Het bulderende geweld dat over ons kwam, zittend op een bankje naast huis 38, deed dit prachtige dorpshuis helaas op de “min-lijst” belanden.

Huis 41 bleek onverwacht interessant. Enige jaren geleden geheel gerenoveerd met veel smaak. De oude muren waren behouden, evenals de oude dakpannen en de meeste oude houten elementen. In de stijl van het eiland, af en makkelijk te onderhouden. Een tuin van 2500 m2 met gras, bomen, zwembad. Zon, schaduw, fruitbomen, van alles wat. Het ademde rust en ontspanning. Huis 41 kwam direct op de “plus-lijst”, als nummer 2.

Huis 45 wilden we eigenlijk niet meer zien en de afspraak om huis 46 te bekijken, zegden we af. We waren klaar.

Tijdens de laatste dagen van ons bezoek bleek droomhuis 25 helaas een nachtmerrie te zijn. Papieren waren niet in orde, constructie bleek niet te legaliseren, vereiste documenten bleken niet voorhanden. We zuchtten diep en besloten wijselijk om hier onze handen niet aan te branden. Met pijn in ons hart verhuisden we huis 25 naar de “min-lijst”.

We bezochten op de avond van vertrek voor de tweede keer huis 41. Nu met een kritischer blik: hoeveel onderhoud vergt het huis? Hoeveel moet er nog aan gedaan worden? Is het makkelijk als vakantiewoning verhuurbaar? De eisen voor een huis op afstand zijn anders dan voor een huis waar je voltijds in gaat wonen. Schoonvader werd gemachtigd, papieren werden opgevraagd. Inmiddels weer thuis bleken alle documenten in orde, het huis werd door een namens ons ingeschakelde architekt in uitstekende staat bevonden. We besloten dat huis 41 het onze zou worden, mits de prijs flink omlaag zou gaan. Ons eerste bod werd beantwoord met een tegenbod. Wij brachten vervolgens ons laatste bod uit en verwachtten er niet veel van, gezien het grote verschil tussen bod en tegenbod. Groot was dan ook onze vreugde toen we een week later te horen kregen dat ons bod, een halve ton onder de vraagprijs, was geaccepteerd.

Inmiddels is het koopcontract getekend. Deze zomer zullen we doorbrengen in onze eigen finca, in de schaduw van onze eigen bomen en in ons eigen zwembad. Wat een weelde, wat een voorrecht. Al is het nu nog ver van huis, we hebben dan eindelijk toch ook ons eigen thuis.
Februari 2013

zaterdag 16 februari 2013

Restjes

Restjes roze olifant en bruine draak werden twee kaptruien uit "stof voor durf-het-zelvers". Zoon draagt hem gerust met 40 graden, hij heeft geen last van warmte en bovendien staat de trui hem reuzegoed; voor dochter doet de roze versie goed dienst na zwemles.










maandag 11 februari 2013

Gelukzalige dankbaarheid

Het moet door de natuur zo bepaald zijn. Ergens tussen de twee en drie jaar gaan de meeste meisjes door een fase van prinsessen, ballet en roze. Veel roze. Veel ballet, veel prinsessen. Tegen iedereen die het maar horen wil en tegen iedereen die het niet horen wil - zoals zevenjarige jongetjes in het park – verkondigt dochter hooghartig dat zij een prinses is. Ik krijg haar met moeite in niet prinsessen-roze kleding. Broeken zijn uit den boze. Het elastiekje in haar haar moet roze zijn. Haar sokjes moeten roze zijn, evenals haar onderbroekjes. De pyjamabroek moet een zeker prinsessengehalte hebben. Op school vecht ze tot bloedens toe om het enige roze stoeltje (in hemelsnaam, verf dat stoeltje groen!).
 
Ik ben niet vies van roze, van bloempjes en van een ballonrok op z`n tijd, maar deze prinsessen-ellende gaat ver voorbij mijn inlevingsvermogen. Van huis uit heeft ze haar prinsessen- en balletideeën niet meegekregen. Op school zal ze het een en ander oppikken, maar ik geloof toch dat een deel gewoon in de genen zit. Door de natuur zo bepaald.
 
Als je niet de hele dag de strijd tegen de prinsessen moet aangaan, is deze voorliefde uiterst vermakelijk en een bron van inspiratie. Zo is mij toch gebleken in de afgelopen tijd van feestdagen en cadeautjes. Dochter kreeg een prinsessenjurk. Die moest twee weken lang dag en nacht over haar winterkleding geperst worden zodat ze als een opgestopt roze worstje op het Spaanse strand kastelen bouwde. Ze kreeg een plastic kroontje, een glinsterring, bijpassende glinsteroorbellen. Een roze “satijnen” tasje met “diamanten” hengsel. Roze glimmende balletschoentjes. Omdat het haar o zo schattig stond, werd de make-uptas tevoorschijn gehaald en kreeg ze oogschaduw en lippenstift. En heel veel ohs en ahs. Haar prinsessenwaan steeg tot ongekende hoogte. Er is blijkbaar niets zo bevredigend als een prinsessenmeisje een prinsessencadeau geven om je vervolgens te kunnen wentelen in haar gelukzalige dankbaarheid.
 
Vorige week schonk vriendin I., moeder van een driejarige dochter, onze dochter ook een prinsessenjurk. Een echte en in zijn soort een hele mooie. Helemaal roze, met een strik en veel, heel veel tule. Dochter`s gezichtje was goud waard, ze straalde zoals ze nog nooit tevoren straalde, maakte een vreugdedansje en wilde uiteraard de jurk direct aan. En nooit meer uit. Vriendin I. merkte op dat ze dezelfde jurk voor haar eigen dochtertje had gekocht maar dat zij de jurk nog niet had mogen dragen. Ze bewaarde de jurk voor een speciale gelegenheid. Enthousiast merkte ik op dat het inderdaad een prachtige jurk voor carnaval zou zijn. Een geschokte blik was het antwoord. Carnaval? Een bruiloft, een verjaardag! Ik had duidelijk de jurk ernstig beledigd en mijn vriendin in lichte mate.
 
Iedere dag als dochter wakker wordt of thuis komt, kijkt ze spinnend van genoegen naar haar nieuwe prinsessenjurk en vraagt of ze hem alsjeblieft aan mag. Van mij mag het. Zolang het maar binnenshuis is, mag ze van mij rondjes draaien voor de spiegel. Vies is vies, kapot is kapot. En toch zie ik elke keer als ik de jurk dichtknoop de blik van mijn vriendin weer voor me en heb ik de neiging mijn dochter te vermanen toch vooral voorzichtig te zijn met de jurk. Terwijl ik eigenlijk vind dat ze de jurk in huis aan mag wanneer ze wil, zodat ze in opperste euforie roze tulen rondjes kan baletten, haar prinsessenbehoefte wordt bevredigd en ik er niet mee over straat hoef. Want dat vertik ik.
 
Prinsessen-ellende. Dat de prinsessenjurken maar snel mogen slijten. Dat ze maar snel te klein mogen worden. En vooral, dat de prinsessenfase maar snel voorbij moge zijn. Als het aan vriendin I. ligt, is dat evenwel voorlopig nog niet aan de orde. Dezelfde middag dat ze dochter haar roze prinsessenjurk schonk, fluisterde ze me toe dat ze nog een prinsessenjurk voor haar heeft gekocht en dat ze die op haar verjaardag zal krijgen. Ik zweeg en glimlachte een lachje dat hopelijk straalde van gelukzalige dankbaarheid.
Februari 2013

donderdag 7 februari 2013

De Vietnamese uitwisselingsstudent

Zoon wisselde onlangs van bed; van zijn tot peuterbed omgebouwde ledikant naar een echt grote mensenbed. Ik zocht leuke dekbedhoezen maar vond niks. Dekbedhoesjes maken voor een ledikant is nog leuk, maar zo`n lap naaien voor een twijfelaar had niet mijn voorkeur. Simpel houden, dacht ik dus. Rood met oranje ster, dacht ik, past goed bij zijn rakkettenkussen. De hoes was af en ging op het bed. Ik keek ernaar en dacht: vlag. Dit is teveel vlag. Toen man `s avonds thuiskwam en opgewekt vroeg of ik een Vietnamese uitwisselingsstudent met heimwee te logeren had, wist ik: teveel vlag. Ik naaide er nog twee sterren bij en zo moet het maar; zoon vindt het prachtig. Maar ik doe het niet meer, grote dekbedhoezen naaien. Tips voor (web!)winkels met leuke en bijzondere dekbedhoezen zijn welkom!

 
Hier leerde ik hoe je een perfecte ster tekent.

zaterdag 2 februari 2013

Bubbly birds

Straightgrain`s bubbly little bubble dress in vrolijk geel met blauwe vogeltjes. Dochter is dol op jurken met ballonrok, dus een van mijn favoriete stofjes heeft een goede bestemming gekregen!