woensdag 29 februari 2012

Rokje, broekje, pakje

Vriendin N. had nog wat naaisels tegoed. Dat wil zeggen, haar kinderen. Hopelijk valt het in de smaak!

Een dubbellaags rokje voor de oudste dochter.


Een korte broek voor de zoon.
Patroon van zowel de rok als de broek zijn weer van Dana.


Een zomerpakje met eendjes en kleine rode bloemenknoopjes voor de jongste dochter. Patroon uit het boek!
Stof van de rok hier in V. bij een garageverkoop gekocht, stof van de broek van Vermiljoenshop en het stofje van het zomerpakje kocht ik jaren geleden in E.: het wiegje van zoonlief was er destijds mee bekleed.




maandag 27 februari 2012

Zoet

Toen zoonlief anderhalf was, werd zijn geliefde beer Paul op vakantie in S. laaghartig uit zijn wagen gestolen. Paul werd snel vervangen door Olifant, net zo zacht en dezelfde kleur. Sindsdien slaapt olifant elke middag en elke nacht bij onze zoon in bed, meestal stevig in zijn knuistjes geklemd. Een jaar of twee geleden kreeg hij van tante K. een lief grijs muisje. Muisje slaapt sindsdien naast Olifant bij zoonlief in bed. Vorig jaar kwam daar Poesje bij. Poesje was van oma, maar zoonlief raakte er tijdens zijn verblijf bij oma zo aan verknocht dat Poesje mee mocht naar V. Sindsdien slaapt ook Poesje elke middag en nacht bij onze zoon in bed, meestal eveneens stevig in de knuistjes geklemd. Eind vorig jaar kwam tijdens onze vakantie op eiland B. Flamingootje in zoon´s bezit. En inderdaad, sindsdien maakt ook Flamingootje deel uit van de groep vaste meeslapers. Evenals Vogeltje, vorige maand aan de groep toegevoegd.

Elke knuffel wordt ´s avonds zorgvuldig toegedekt, kopje boven het laken uit. Vele malen per dag uit onze zoon zijn liefde voor zijn meeslaapknuffels: “Ik vind poesje zo lief!” “Ik vind Olifant ook zo lief!” Met de blokken en het gereedschap worden huisjes, bedjes en autos voor ze gebouwd en een weekendje weg betekent uiteraard dat alle meeslapers mee gaan en onderweg om de beurt naar buiten mogen kijken. Zijn liefde, toewijding en trouw zijn ontroerend. Zoonlief is een groot voorstander van ´stoer´, maar van zijn slaapknuffels moet je afblijven. Die hoeven niet stoer, die zijn gewoon lief.

Dat een kind met (deels) mijn genen toch zo zoet kan zijn, wat een geluk.
Februari 2012

zaterdag 25 februari 2012

Een jurkje frustratie

Tricot. Ik krijg het niet voor elkaar. Schots en scheef. Ik heb me vanochtend meteen maar ingeschreven voor een halve dag cursus over 2 weken om het wellicht enigszins onder de knie te krijgen. Hopelijk dus over 2 weken een prachtig welgeslaagd tricot drakenT-shirt voor zoonlief...






Indiaan

De dochter van vriendin M. moest als indiaan naar het carnavalsfeest van haar school en het kostuum moest aan bepaalde eisen voldoen. Ik maakte voor haar de basisjurk; M. versierde de jurk. Ik maakte ook de laarzen. Manlief tekende de adelaar.


vrijdag 24 februari 2012

Autorijden

Ik kan me niet meer herinneren in welk jaar ik mijn rijbewijs heb gehaald, maar het is tenminste 15 jaar geleden. In die 15 jaar heb ik bijzonder weinig autogereden. De volle snelwegen en het feit dat ik absoluut geen richtingsgevoel heb en in mijn eigen straat nog verdwaal, hebben mij er altijd van weerhouden om in de auto te stappen. Heel lang geleden had ik een oud rood Pandaatje. Een leuk autootje maar de remmen werkten niet al te best meer. Jarenlang heb ik regelmatig nachtmerries gehad waaruit ik zwetend ontwaakte, op het punt om een gruwelijk ongeluk te veroorzaken omdat de remmen van mijn auto het niet deden. Ik heb geloof ik 3 keer daadwerkelijk zelf het Pandaatje bestuurd.

Mijn goede vriendin A. had een vergelijkbare auto-fobie. Parkeren was een van onze gedeelde ongenoegens. In de auto stappen en wegrijden was voor ons echt een “ding”, dat deed je niet zomaar. Toen kreeg A. van haar ouders een auto. Al jarenlang draait ze inmiddels haar hand niet meer om voor een ritje van 10 uur naar F. of Z. Ze stapt in de auto en rijdt weg. Ik heb altijd geloofd dat dat moment voor mij niet zou zijn weggelegd. In de auto stappen was heel diep ademhalen. Gordel om doen. Even 2 minuten blijven zitten, goed nadenken, lichten aan of niet, welke versnelling, waar zat de rem ook alweer en waar het gaspedaal, de spiegels, hoe moesten die ook weer worden afgesteld. Sleutel in het contact, draaien. Nog een keer heel diep ademhalen. Zes keer in alle spiegels kijken, en dan langzaam wegrijden. Op hoop van zegen.

Vandaag de dag rijd ik elke dag auto. Noodgedwongen, maar niet met tegenzin. En wat zo onwaarschijnlijk leek, is inmiddels dagelijkse kost: ik stap in de auto en rijd weg. Niet meer diep ademhalen, 2 minuten zitten, alle stappen vooraf doordenken, nee, ik ga zitten en rijd weg. Ik rijd auto!

Nou is natuurlijk alles relatief: ik rijd auto, in een spiksplinternieuwe 4WD, een automaat, van alle gemakken voorzien. Ik rijd 6 routes. Allemaal in de buurt. School, peuterspeelzaal, supermarkt, drogist, 2 vriendinnen. Dat is de zeshoek van mijn leven in V. en daarbinnen beweeg ik mij met gemak per auto voort. Stuur me niet op onbekend terrein of dieper de verkeerschaos van C. in want dan schiet ik volledig in de stress en raak uit mijn zo zorgvuldig opgebouwde balans. In de absurde verkeersjungle buiten mijn eigen zeshoek zorgen mijn lieve echtgenoot en de taxichauffeurs ervoor dat ik mij tevreden kan wentelen in de illusie dat ik tegenwoordig kan autorijden.

(Voor degenen die weten dat ik een paar maanden geleden in volle vaart tegen onze garagedeur ben opgeknald: dat was gewoon dom, de garagedeur was nog niet open en ik wilde er toch door, hoewel ik niet eens haast had. Dat was gewoon dom, maar is geen reflectie van mijn rijkunsten. Ik herhaal: ik kan tegenwoordig autorijden.)
Februari 2012

zondag 19 februari 2012

Het slagveld

Verjaardagsfeestjes in V. Een enkeling viert een kinderfeestje klein, simpel, met een paar vriendjes, spelletjes, taart, zingen en de piñata. Dergelijke feestjes zijn doorgaans georganiseerd door ouders die niet uit V. komen. Het merendeel van de verjaardagsfeestjes is echter van verbijsterende omvang met uitdrukkelijk tentoongespreide overdaad.

Er worden tenminste 25 kinderen uitgenodigd. Met broertjes, zusjes en ouders. Afgelopen weekend hadden we 3 feestjes waarvan we er 2 bezochten, en op een van deze feestjes waren tenminste 50 kinderen. Obers strak in het pak gingen onvermoeibaar rond met frisdrank, wijn, likeur, en hapjes om de sportief dan wel in pak geklede vaders en de torenhooggehakte moeders alsmede de 50 kinderen te bedienen. Er was een 20 meter hoge opblaasbare klimmuur, een billart voor de kinderen, tafelvoetbal, een trampoline, een hotdogkar, een suikerspinkar, een hamburgerkar, een goochelaar, een groep volwassenen uitgedost als figuren uit Toy Story die een show van een uur opvoerden, een schminkhoek, en alles uitbundig gedecoreerd. Elk feestje heeft een thema. De uitnodiging, de taart, de bordjes, de bekertjes, de cadeautjes die na afloop aan alle kindjes mee naar huis wordt gegeven, alles is in stijl. Tot nu toe geziene favorieten: Toy Story, Cars, Tinkerbell, Barbie, Disney prinsessen. De decoratie bestaat uit tafelkleden, ballonnen, stoelbekleding, en een aangeklede tafel die wij het altaar noemen: een tafel met erboven een overdaad aan balonnen en levensgrote figuren van hout of plastic, uiteraard volgens thema.

Cadeautjes worden ontvangen maar niet opengemaakt en alles gaat in een grote doos. Op het bovengenoemde feestje stond een kist zo groot als een schuurtje, en de kist zat helemaal vol cadeaus. Een speelgoedwinkel zou er half mee kunnen worden gevuld. Letterlijk. Zouden al die cadeaus de volgende dag worden opengemaakt? Zou alles met een ooh en een aah worden bekeken en gewaardeerd? Zou er elk jaar een speelgoedkast bij worden gekocht voor al het nieuwe speelgoed?

Laten we eerlijk zijn: de kinderen vinden de feestjes hier in V. geweldig. Veel eten, veel zoet, veel actie, cadeaus en piñatas. Manlief en ik voelen ons vreemde eenden in de bijt. Wij lopen op feestjes met onze ziel onder de arm wat rond, eten wat, drinken wat, houden de kinderen in de gaten en hopen op een snelle afloop. Wat nooit het geval is. Het klapstuk van het feest, de piñata, komt namelijk altijd op het laatst. En dat is over het algemeen laat. Dachten we in het begin nog dat een feestje dat begint om 2 uur ´s middags zo rond 5 uur wel afgelopen zou zijn, inmiddels weten we dat een piñata niet voor een uur of 7 kan worden verwacht. De kinderen weten inmiddels heel goed dat een feestje wordt afgesloten met de piñata en zijn dan ook voor die tijd met geen stok mee te krijgen. En dus wachten we over het algemeen gelaten op de piñata.

De piñata. In vroeger tijden gevuld met granen en vruchten en gebruikt door de Azteken bij religieuze feesten om hun goden te bedanken voor de overvloed, waarbij de inhoud die aan de voeten van de goden terechtkwam na het openen van de piñata werd gezien als een offer. Tegenwoordig is de piñata gevuld met snoep, lollies, chocolaatjes, chipszakjes en een overweldigende hoeveelheid kleine volledig zinloze en onbruikbare dingetjes van plastic, zoals plastic letters, bakjes, flesjes, pistooltjes, beestjes, reeds kapotte autootjes, fluitjes, en vooral veel ondefinieerbaar goed. Van klein naar groot mogen de kinderen om de beurt met een stok de piñata te lijf gaan terwijl de groep een liedje zingt: sla er op los, ram dat ding kapot, we willen snoep!

De piñatas zijn over het algemeen zodanig gemaakt dat er tenminste 50 kinderen op kunnen slaan zonder dat hij kapot gaat. Zo komt iedereen aan de beurt. Soms twee keer, drie keer. Eindeloos, eindeloos. Vaak is het uiteindelijk de vader die met een flinke klap de piñata stuk slaat. De ouders, met name moeders, die tot dan toe op een prachtig versierd stoeltje aan hun drankje nipten, scharen zich bij de kinderen die verwachtingsvol met lege zakjes rondom de piñata zitten.

En dan breekt de hel los. Dan verandert het feestje in een slagveld. De piñata gaat open en de hele lading snoep en plastic stort naar beneden, middenin de kindermassa. Het doel is om je zakje zo vol mogelijk te krijgen. Maar het zijn niet de kinderen die van het feest een slagveld maken; het zijn de moeders. De moeders storten zich tussen de kinderen. Ze grijpen, ze graaien. Hardhandig wordt elk kind dat in de weg zit opzij geduwd, reeds kapotte autootjes worden meedogenloos uit de hand van een 4-jarige kleuter gerukt, een lollie wordt onbarmhartig voor het knuistje van een 2-jarige peuter weggekaapt, mollige kindervoetjes in sandaaltjes worden vermorzeld onder torenhoge hakken. Wreed, hardvochtig, inhalig, voor de moeders heiligt het doel alle middelen: het zakje van hun kind moet worden gevuld met zoveel mogelijk snoep en plastic.

Het zou een uiterst vermakelijk tafereel zijn, ware het niet dat tere kinderzieltjes en -lijfjes in de strijd worden vermorzeld. Ware het niet dat onze kinderen reeds een paar maal in tranen uit het gewoel kwamen met een geheel leeg zakje, blauwe plekken op de armen en grote ogen van de schrik. Instinctmatig wil je vervolgens niets liever dan je kind met even harde hand en hak verdedigen. Maar met ons laatste restje zelfbeheersing hebben we besloten de grote feestjes links te laten liggen en indien onvermijdelijk omdat zoonlief er op staat om naar het feestje te gaan “want hij is mijn beste vriend”, dan zijn we op deze feestjes tegenwoordig vroeg aanwezig zodat zoon en dochter ruim voordat de piñata in beeld komt volledig zijn uitgeteld door de overdaad aan voedsel en amusement en zich als makke schaapjes laten afvoeren. Naar bed en niet naar de slachtbank. Wel zo feestelijk.
Februari 2012  

vrijdag 17 februari 2012

Carnaval!

De afgelopen week stond in het teken van het fabriceren van carnavalskleren. Zoonlief wilde uiteraard als spiderman. Ik weigerde zo´n lelijk polyesterpak aan te schaffen. Dus nam ik het idee van de Knippie en maakte een cape. Grote spin op de borst en nog een aan de broek, spiderman ogen en klaar. Hij vond het helemaal geweldig.


Aan de outfit van dochterlief ging enige discussie vooraf. Ik had ooit getracht een schooluniform broek voor haar te maken van gewoon katoen. Zonder patroon. Dat ging mis. De broek leek op de broek van de geest uit de lamp. Volgens manlief. Hij vond het dan ook een geniaal idee om dochterlief met carnaval te verkleden als geest uit de lamp aangezien haar bolle buik zich daar zo prachtig voor leent. Puntschoenen, de broek, een giletje, een snor, een sikje en voila! Ik kon daar nog wel de grap van inzien, tot ik de schets onder ogen kreeg die manlief had gemaakt van zijn dochter als geest uit de lamp...


Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen. Dus ging dochter verkleed als lieveheersbeestje. Absoluut niet origineel, maar ze is dol "lievebeestjes" en het was eenvoudig te maken: een cape, een jurkje met lieveheersbeestjeslint en -knoopjes dat na carnaval ook gewoon gedragen kan worden, en de hoofdtooi hadden we eerder al eens van mijn zus gekregen. Ook dochterlief vond haar pak helemaal geweldig. En mijn lieve echtgenoot kon het toch ook wel waarderen, al houdt hij stug vol dat voor het volgende verkleedfeest....




zaterdag 11 februari 2012

Het stoplicht

Binnenkort zijn er verkiezingen. De huidige burgemeester van onze gemeente stelt zich wederom verkiesbaar en zijn campagne is in volle gang. Een van zijn speerpunten is dat het merendeel van wat de bewonersraad voorstelt, wordt goedgekeurd en vervolgens ook daadwerkelijk op korte termijn wordt uitgevoerd. Niet alleen woorden, maar ook daden.

Ik zie daar elke dag een lichtend voorbeeld van. Het stoplicht. In juli vorig jaar werd er een stoplicht geplaatst op een kruispunt dat op weg naar school ligt en inderdaad vaak voor opstoppingen zorgt. Korte tijd later werd er een groot geplastificeerd spandoek aan het stoplicht gehangen: Goedgekeurd in de vergadering in juni, geplaatst in juli, niet alleen woorden, maar ook daden! Dit lichtend voorbeeld is evenwel zo lichtend niet meer, als je weet dat het stoplicht nog geen dag heeft gewerkt. Al 9 maanden hangt het spandoek er en nu de verkiezingen voor de deur staan is het nog eens glad gestreken zodat iedereen kan delen in de trots van de huidige, verkiesbare, burgemeester.

Het moge duidelijk zijn dat ik geen kaas gegeten heb van politiek bedrijven in V. Ik zou met het schaamrood op de kaken als de drommel zorgen dat het stoplicht in werking wordt gesteld. Maar blijkbaar kom je hier met loze beloften heel ver.

In oktober zijn de presidentsverkiezingen. De komende maanden wordt een veelbelovende tijd.
Februari 2012

donderdag 9 februari 2012

Het duel

De telefoon- en internetverbinding doen het al weken niet. Heel af en toe verschijnen ineens de streepjes in beeld maar vervolgens is de verbinding ook weer even zo snel verdwenen. Er zit geen regelmaat in, geen logica. Een paar dagen geleden kwamen eindelijk de technici langs. Ze waren er een paar weken geleden ook en zeiden toen dat het alarm de boosdoener is. Dus alarm uitgeschakeld maar helaas, probleem niet verholpen. Deze keer wisten ze het evenwel zeker: het ligt aan de telefoonlijn en aan de modem. Beide te oud. Van de telefoonlijn kan ik me dat voorstellen, die zal hier al aardig wat jaartjes liggen. Dat is ook niet zo makkelijk te verhelpen. De modem is anderhalf jaar jong. Oud dus. Je hebt blijkbaar kwaliteit en kwaliteit. Nou is dit gelukkig makkelijk te verhelpen door een nieuwe modem aan te schaffen. Ware het niet dat het op dit moment niet de melk of het toiletpapier is dat niet in de schappen ligt, maar de modems. Geen modem te vinden.

We zijn het merendeel van de tijd dus nog steeds van telefoon en internet afgesloten. Als ik thuis ben, zet ik de computer aan. Vervolgens ga ik af en toe kijken en als de streepjes in beeld zijn ga ik snel zitten en doe wat achterstallig internetwerk. Ik betrap me er op dat ik heel zachtjes ga zitten. Mijn adem bijna inhoud. Schrik van plotselinge geluiden. Alsof het magische moment van verbinding verbroken kan worden door abrupte beweging en harde geluiden. Alsof de verbinding zit te wachten op een aanleiding om te verdwijnen. Ik hoor bijna een sadistisch gegrinnik terwijl ik koortsachtig de reeds geschreven email probeer te versturen of een stukje op m´n blog probeer te zetten. Het is een duel, scherp en hardvochtig. Meedogenloos laat de verbinding zich soms dagenlang niet zien, om vervolgens even op te duiken op het moment dat ik de computer uitzet omdat het echt tijd is om zoonlief van school te halen. Treiterig, wetend dat ik op dat moment geen tijd heb, drijft de verbinding me tot het uiterste.

Maar ik heb ook mijn momenten van triomf. Stukjes voor m´n blog, emails, ik heb het allemaal opgeslagen op een USB. En die zit altijd in mijn tas. Dus als ik toevallig bij een vriendin ben met een naar behoren funcionerende internetverbinding, maak ik van de gelegenheid gebruik en stuur nog wat achterstallig werk het web op. En ik beeld me in dat mijn verbinding thuis dat weet. Dat mijn verbinding thuis voelt dat het deze ronde een gevoelige nederlaag heeft geleden en vooral, dat er met mij niet te sollen valt.
Februari 2012

woensdag 8 februari 2012

Volger

Mijn blog heeft een volger, dat verdient gevierd te worden. Lieve eerste volger, jij mag kiezen, ik zal naaien!

Een, twee, drie

Na het eten pakt dochterlief graag een boekje. Deze keer was dat het boek over de tien rubbereendjes. Ze zei: “Eend. Eén eend, nog een eend, twee eendjes!” Ze telde, één, twee, ze gebruikte het meervoud van een zelfstandig naamwoord: dus als enthousiaste ouder klapte ik in mijn handen en riep bravo!

Wat er vervolgens gebeurde doet mij achteraf vermoeden dat ze het zo gepland had. De hele scene. Uitgedacht tot in detail. Ze keek op van haar boek, grijnsde haar zo typische grijns en zei: “één, twee, drie, vier, vijf, zes!” Terwijl mijn handen haast extatisch wederom richting applaus gingen en de b van bravo al in mijn mond lag, stak ze haar ook al zo typische vingertje op met de bedoeling mij tot stilte te manen en zei: “uno, dos, tres, cuatro, cinco, seis!” Ze begon te schateren toen ik zei: “Really?!” De kinderen vinden het om de een of andere reden geweldig als ik dat te pas en te onpas vol gefingeerde verbazing uitroep. Dit keer was de verbazing evenwel niet gefingeerd. Ze herhaalde: “Really?!” Haar reeds brede grijns werd nog breder, zich voorbereidend op de perfect ge-ensceneerde climax: “One, two three, four, five, nine!” Ze pakte haar boek, draaide zich om en ging spelen, mij geheel verbouwereerd achterlatend, de handen in de schoot en de b bestorven in de mond.

Bravo mijn dochter, maar o, ik zie de bijdehante puber al opdoemen.
Februari 2012

maandag 6 februari 2012

Grote mensen

Op de minicursus maakten we een top (van zelf getekend patroon). Het kwam niet af en klopte van geen kanten. Ik had het opgegeven maar m´n juf deed me beloven dat ik het thuis zou aanpassen en afmaken. Heel lang lag het in de kast, maar m´n geweten knaagde. Dus toch maar weer ter hand genomen en het is redelijk goed gekomen. Een grote mensen maaksel.


Uniform

Het schooluniform van dochterlief is bijzonder onflatteus, vooral de broek. Ik maakte dus maar een soepel tricotbroekje in een acceptabel model. Kleur mag niet van afgeweken worden dus het is een ietwat saai maaksel.


donderdag 2 februari 2012

Strandspul

Veel rondslingerende strandspeeltjes waren me een doorn in het oog. Dus maakte ik een hele grote tas waar het vanaf nu allemaal in bewaard wordt. En, reuzepraktisch, gemaakt van plastic, doorgaans gebruikt om tuinmeubelen mee te bekleden: het speelspul gaat er schoongespoeld en nog nat in en het water loopt er rustig uit.

Typisch Nederlands

Afgelopen zondag waren we bij vrienden. Toen ´s middags hun kinderen van 2,5 en 4,5 jaar oud hun chocolademelk kregen, sloeg ik werkelijk stijl achterover: ze kregen beide hun melk uit de fles. Uit de zuigfles wel te verstaan, 2,5 en 4,5 jaar oud.

Het herinnerde me aan 2 schoolbijeenkomsten die we eerder dit jaar hadden. De eerste was op de (Engelse) peuterspeelzaal van dochterlief. Het merendeel van de ouders protesteerde hevig toen werd medegedeeld dat ook op de kleinste groep (vanaf 1,5 jaar) geen spenen zijn toegestaan, niet tijdens het spelen, niet tijdens het slapen.

De tweede bijeenkomst was op de Britse school. De ouders werd verteld hoe het leersysteem in elkaar steekt en hoe de kinderen worden “geevalueerd”. Ook werd uitgelegd dat de zelfstandigheid van de kinderen wordt gestimuleerd en dat van de ouders wordt gevraagd thuis dezelfde lijn aan te houden. Voor de pre-school groep, kinderen van 3 en 4 jaar oud, houdt dit onder meer in alleen naar de wc; zelf eten; zelf aan- en uitkleden; zelf speelgoed opruimen en vuile was in de wasmand doen. Gelet op de ontstelde reacties van het merendeel van de ouders was dit niet hun dagelijkse routine.

Na de bijeenkomst werd nog wat nagepraat door de ouders. Toen ik desgevraagd meedeelde dat onze zoon zich al tijden zelf aan- en uitkleedt (tenzij we echt heel erg veel haast hebben), zijn speelgoed opruimt aan het eind van de dag, zijn vuile was in de wasmand gooit, zelf eet en zelf naar de wc gaat, werd gesuggereerd dat dat logisch is omdat Nederlanders hun kinderen sneller zelfstandig laten worden en niet zo lang mogelijk als baby blijven behandelen. Ik beaamde dat. Typisch Nederlands.

Later dacht ik daar nog eens over na en kwam tot de conclusie dat  dat best lariekoek kan zijn. Ik heb nooit met kinderen in Nederland gewoond en van mijn weinige Nederlandse vriendinnen met kinderen weet ik over het algemeen eigenlijk niet of hun kinderen met anderhalf nog aan de speen zitten, uit de fles lurken of zelf eten en hun speelgoed opruimen. Geen idee of het Nederlandse kind van 3 jaar oud zich zelf aan- en uitkleedt en zelf naar de wc gaat.

Hoewel ik het zelf een interessante situatie vond, doet het er natuurlijk helemaal niet toe, hooguit hebben zo´n 15 families nu een enigszins vertekend beeld van het Nederlandse kind. En of onze kinderen nou typisch Nederlands of Spaans zijn, ze zijn in ieder geval Brits zelfstandig, en dat is reuze praktisch.
Januari 2012