woensdag 22 augustus 2012

De vlucht


Reeds oneindig vaak heb ik met het vliegtuig gereisd. Nog nooit heb ik een vliegtuig gemist, zelfs niet bijna. Tot vorige week. Mijn dierbare vriendin H. en ik hadden elkaar al ruim 2 jaar niet gezien. We kenden elkaars jongste kinderen niet eens. Nu we dan eindelijk relatief dichtbij elkaar zouden zijn – in de zomer gaan er ettelijke rechtstreekse vluchten tussen het Spaanse thuiseiland van manlief, tevens vakantie eiland van veel, heel veel toeristen, en het thuisland van vriendin H. – had ik besloten haar een paar dagen met de kinderen te bezoeken. Die ettelijke rechtstreekse vluchten worden hoofdzakelijk uitgevoerd door de zogenoemde prijsvechters. Goedkope vluchten van alle service verstoken.
Hoewel we 1 kleine koffer hadden in te checken, leek het me niet nodig 3 uur van tevoren aanwezig te zijn. Anderhalf uur, dat zou genoeg moeten zijn. Als dat doorgaans voldoende is voor intercontinentale vluchten, dan zou dat voor een kort reisje binnen Europa ruimschoots toereikend moeten zijn. Dacht ik. Ik had er evenwel geen rekening mee gehouden dat ik een leek ben als het gaat om korte reisjes binnen Europa met een rasechte prijsvechter.
Er bleken deze ochtend 5 vluchten van deze maatschappij te vertrekken die allemaal bij dezelfde 3 balies moesten inchecken. Met zo`n 15 gesloten balies ernaast, waren de 3 rijen indrukwekkend lang. En traag. Zo nu en dan liep er een meisje langs de rijen die met een allerliefst fluisterstemmetje “riep” of er nog mensen in de rij stonden voor een bepaalde bestemming. Terwijl de klok gestaag voort tikte, vroeg ik op een gegeven moment aan het meisje hoe het er voor stond met onze vlucht. Of we maar gewoon geduldig in de rij wilden wachten. Toen de vooraf aangekondigde sluitingstijd van de gate zorgwekkend dichtbij kwam, was het antwoord gelijkluidend. Vijf minuten na sluitingstijd luidde het antwoord dat de gate gesloten was, “dat gaat u niet meer redden”. Prijsvechter service. Na enig aandringen was het advies om met koffer en al zo snel mogelijk naar de gate te rennen. Als we geluk zouden hebben, konden we de koffer dan aan de gate tegen betaling van 50 euro alsnog in het vliegtuig krijgen en wellicht onszelf ook. Ik had mijn vriendin al ruim 2 jaar niet gezien. Ik besloot te rennen.
Op de rechterarm 13 kilo dochter. 18 kilo zoon aan de rokken. 10 kilo koffer achter me aan slepend.  5 kilo rugzak bonkend op m`n rug. Prijsvechter leken zoals ik weten niet dat dergelijke vluchten altijd vertrekken van gate D96. Dat klinkt net zo ver weg als het is. 15 minuten lopen volgens de bordjes. 14 minuten rennen als je bagage bestaat uit bovengenoemde 46 kilo. Bij gate B12 moest ik de dochter reeds laten zakken. “Even mee rennen schat, zo hard je kan!” “O kijk mama, een vliegtuig! En o kom es kijken mam, nog een vliegtuig, en nog een!” De 14 minuten dreigden er 20 te worden dus dochter weer op de arm. Zoonlief rende manhaftig mee, ondanks zijn volle blaas. “Ik hou het nog net wel even op mammie”. Er begonnen zich reeds wat zweetdruppels te vormen op mijn voorhoofd. Op mijn rug onder de bonkende rugzak liepen de straaltjes inmiddels al naar beneden. Dochter glibberde op de half slapende rechterarm. Ik had het warm en nog 7 minuten te gaan. “Ik word een beetje moe, mama.” “Ik ook, schat.” D92, D94, bijna. Er stond nog iemand. “U bent die mevrouw die te laat was.” “nou, dat viel eigenlijk best …” “Contant of creditcard?” “Contant…” Koffer ingecheckt.
Eenmaal tot stilstand gekomen gingen de poriën pas echt goed open. Het zweet stroomde werkelijk aan alle kanten. “Paspoorten.” We konden aan boord. Het vliegtuig was reeds vrijwel geheel gevuld met roodverbrande vaak nog half dronken toeristen op weg naar huis die zo vriendelijk waren om hier en daar van zitplaats te wisselen zodat mijn kinderen en ik nog enigszins bij elkaar in de buurt konden zitten. Prijsvechters doen niet aan gereserveerde zitplaatsen. Na enige minuten begon het zweet wat op te drogen. En daarmee ook hoogst onaangenaam te ruiken. Dat gebeurt mij eigenlijk nooit. Maar ik mis dan ook eigenlijk nooit bijna een vliegtuig. We verschansten ons gedrieën op het toilet. Dat was krap, maar het ging. De billendoekjes bewezen hun nut en zorgden voor een ietwat herfrist gevoel. De geur van kinderbilletjes moet voor mijn medereizigers ook ongetwijfeld aangenamer zijn geweest dan de geur van opgedroogd stresszweet.
Een paar uur later zaten we bij vriendin H. in de tuin en vertelde ik het relaas van de op een haar na gemiste vlucht. Zo achteraf verteld, klonk het bijna grappig. Maar ik ben bij onze volgende vlucht 3 uur van tevoren aanwezig. Minstens.
Augustus 2012      

dinsdag 7 augustus 2012

De schoonmoeder

De twee jurkjes hingen tussen het speelgoed en de boekjes die de dame te koop aanbood op de koninginnedagmarkt eerder dit jaar. Ze verkocht ook wat keukenspul, een kinderfiets en wat in onbruik geraakt gereedschap. De twee jurkjes waren identiek, wit met bloemetjes in verschillende tinten blauw, ruches aan de schouderbandjes, een aansluitend lijfje en een iets wijd uitlopende rok. Twee jurkjes voor twee meisjes van drie a vier jaar oud. 

Een dame, aangetrokken door het mooie stofje, liep naar de jurkjes toe. Ze voelde er eens aan, draaide ze eens om. Ze dacht aan haar twee kleindochters. Hoe leuk zouden hen de jurkjes staan. De verkopende dame kwam ook bij de jurkjes staan en vertelde dat haar schoonmoeder de jurkjes had gemaakt voor haar dochters, maar dat de dochters de jurkjes nooit hadden gedragen. "Voor twee euro mag u ze allebei meenemen." En zo wisselden de jurkjes van eigenaar. 

Bij onze aankomst in Nederland hing een van de jurkjes aan de kast van oma te wachten op onze dochter. Ik bekeek het jurkje, voelde er eens aan, draaide het om. Er zat een klein foutje in, niet storend. De zoom was niet afgewerkt. Mijn gedachten gingen naar de schoonmoeder.

Misschien was de schoonmoeder een enthousiaste en passionele naaister. Was ze aangetrokken door het mooie stofje? Zag ze er direct twee jurkjes in voor haar kleindochters? Ik stel me haar voor, achter het naaimachien. Het patroon had ze uitgezocht in overleg met haar schoondochter. Ze moet de jurkjes met liefde hebben gemaakt, anders had ze wel jurkjes gekocht. Haar twee dansende kleindochters voor zich ziend, naaide ze met hart en ziel. Op de zoom na afgewerkt, gaf ze ze aan haar schoondochter om te passen: vervolgens zou ze de zomen op de gewenste lengte afwerken. Ze kreeg de jurkjes evenwel niet meer terug. Vond de schoondochter ze toch niet mooi? Vonden de meisjes ze maar niks? De schoonmoeder vroeg nog eens naar de jurkjes, maar toen de zomer ten einde liep, begreep ze dat ze de zomen niet meer zou afwerken. Diep teleurgesteld en enigszins verbitterd nam ze zich voor om nooit meer te naaien voor haar schoondochter.

Misschien was de schoonmoeder een ervaren en perfectionistische naaister. In een handomdraai maakte ze de twee jurkjes, zoals ze er al zovele had gemaakt. Zomerjurkjes, winterjurkjes, bloesjes, broeken. Deze twee jurkjes kwamen echter niet perfect onder het machien vandaan. Ze was afgeleid, wat zelden gebeurt. Ze maakte zich zorgen om haar man, die de volgende dag een afspraak had met de arts die had gebeld naar aanleiding van de uitslag van het onderzoek dat de week ervoor was uitgevoerd. Het was niet goed, maar meer wisten ze nog niet. Haar gedachten schoten alle kanten op. De drukknoop kwam verkeerd terecht. Een foutje dat het jurkje het omzomen niet meer waard maakte. Niet perfect is niet goed genoeg. Met een zucht stopte ze de jurkjes in de tas met wat in onbruik geraakt gereedschap van haar man die al klaar stond in de gang voor de familiekraam op de koninginnedagmarkt.

Misschien was de schoonmoeder een opdringerige en ongewenste naaister. De schoondochter had al zo vaak subtiel een hint gegeven dat ze geen behoefte hadden aan haar zelfgenaaide jurkjes. Maar de hint was te subtiel en de schoonmoeder hoorde het niet. Zolang haar zoon nog altijd fotos bleef sturen van de kleindochters in de door oma gemaakte jurkjes, geloofde de schoonmoeder in haar illusie dat ze werden gedragen en gewaardeerd. De schoondochter en zoon hadden er soms ruzie over. De schoondochter, geirriteerd en pinnig, stelde dan dat het afgelopen moest zijn met die tuttige ellende; de zoon wilde zijn moeder niet voor het hoofd stoten. Maar de meisjes werden groter. En mondiger. En het zou niet lang meer duren totdat de meisjes oma in al hun onschuld de waarheid zouden vertellen. De schoondochter keek er naar uit. De zoon zag het moment met lede ogen naderen.

Ergens maakte ooit een schoonmoeder twee jurkjes voor twee kleine meisjes die de jurkjes nooit hebben gedragen. Maar twee andere kleine meisjes zullen dansen in hun nieuwe witte jurkjes met blauwe bloemetjes.
Augustus 2012