maandag 26 januari 2015

De sportman


Sinds zoon een sportman is geworden, draagt hij korte broeken. Dat betekent makkelijk en snel scoren: de racershorts van Dana Made It






zondag 18 januari 2015

De hutkoffer VII


Een lieve vriendin gaf mij afgelopen zomer een stapel te recyclen kleding. Twee jurken hadden voor haar een speciale betekenis en die werden, na een paar maanden hutkoffer, op haar verzoek omgetoverd tot jurkjes voor haar dochtertje. Haar dochter en mijn dochter schelen slechts twee weken en komen wat maat betreft redelijk overeen, dus had ik een prima model voorhanden. 


De oorspronkelijke jurk had driekwart mouwen en een geknoopt voorpand. Met wat reken- en meetwerk en wat fuchsiarestjes kreeg ik er precies een Heidi and Finn cowl neck dress uit.




woensdag 14 januari 2015

De moederschoot

Een oergevoel ontsproot vanuit mijn behoeftige moederschoot. Hoewel mijn rationale zelf geheel voldaan was met mijn nog slechts anderhalf jaar jonge zoon, borrelde vanuit mijn binnenste ineens de onstuitbare behoefte aan een tweede kind omhoog. De moederschoot was ontvankelijk, sterker nog, de moederschoot schreeuwde om nieuw leven. En aldus geschiedde. Tweeeneenhalf jaar na de geboorte van zoon, kwam dochter ter wereld. De moederschoot leek voldaan. 

Van geen kind naar één kind voelde als een vanzelfsprekendheid. Van één kind naar twee kinderen was andere koek. Men zegt dat het verschil tussen twee kinderen en drie kinderen minimaal is. Maar mijn moederschoot noch ik voelde de behoefte aan een derde kind. Man wilde de derde wel, maar man is nog jong en vol energie en bovendien reikt zijn langetermijnvisie niet tot aan de pubertijd. De mijne wel. Twee kinderen is genoeg. 

Over drie maanden wordt dochter vijf. Op een babybuikje na zit er geen greintje baby meer aan. We hebben geen babies meer, geen peuters meer en ik durf te zeggen ook geen kleuters meer in huis. We hebben nog wel heel veel baby- en peuterspullen in huis. Nu we naar alle waarschijnlijkheid over een maand of zes zullen verhuizen naar een volgend woon- en werkland, wordt het tijd om langzamerhand aan de container te gaan denken. We kwamen in een 20ft container en zullen ook weer vertrekken in een 20ft container. Onze huidige huisraad krijgen we echter met geen mogelijkheid in een 20ft gepropt: sinds de laatste verhuizing is er immers een kind bijgekomen, en bovendien zijn er meubels aangeschaft en is de hoeveelheid speelgoed ontzagwekkend gegroeid.

Tijd voor de grote opruim. Ik begon met mijn kleren. Dankzij mijn motto dat wat niet kapot is, nog van pas kan komen en dankzij het feit dat ik sinds mijn achttiende nog altijd dezelfde maat heb, had ik een aanzienlijke hoeveelheid kleding. Een belachelijke hoeveelheid kleding. Nadat ik afgelopen zomer een kijkje had genomen in de kledingkast van mijn lieve vriendin R, die bij elke seizoenswissel kritisch kijkt wat ze nog leuk vindt en alles wat die kritische blik niet doorstaat, verkoopt of weggeeft, vervolgens een paar mooie kledingstukken koopt en daar geheel tevreden en altijd leuk en hip gekleed het seizoen mee doorkomt, was ik geïnspireerd. Twee hele grote zwarte tuinafvalvuilniszakken vol naveltruitjes, schoudervullingen, minirokjes, korte spijkerjasjes, oversized truien, bloemenbroeken en tuttenbloesjes werden gedoneerd. 

Vervolgens werd het speelgoed kritisch bekeken. Door de kinderen zelf, uiteraard. Met hun volledige instemming werd er een hele grote zwarte tuinafvalvuilniszak vol speelgoed weggegeven. Twee verhuisdozen vol kinderkleding en –schoenen kregen een nieuwe bestemming. Tevens besloten we het merendeel van de keukenspullen die nog dateren uit onze studententijd niet meer mee te verhuizen, evenals de vrijwel doorschijnende rafelende handdoeken die ik tien jaar geleden kocht na mijn vertrek uit Nederland. We maakten een lijst van de meubels die we zullen verkopen dan wel weggeven en zo lijkt de 20ft container inmiddels weer enigszins binnen handbereik te komen. 

Maar toen dirigeerde man mij met zachte doch dwingende hand richting de kast met babyspullen. Een inbouwkast ter grootte van een kleine kamer. De rieten wieg, twee ledikantjes, de box, zwemvestjes, de rugdrager, het slaaptentje, een stapel babyboekjes, het campingbedje, twee dozen vol babyspeeltjes, het speelkleed, de kolfmachine, acht dozen baby- en peuterkleertjes, de maxicosi, de kinderwagen met reiswieg en zitgedeelte, buggyboard, de loopkar, het wipstoeltje. 

Als je elke drie tot vijf jaar van land verandert, is het niet erg praktisch om graag te willen bewaren. Maar het zit in mijn genen. Wat heb ik er van genoten om mijn kinderen te zien liggen in mijn wiegje van vroeger, om ze te zien spelen met de rammelaar waar ik als baby ook mee speelde, om dochter te zien rondkruipen en huppelen in jurkjes waar ik vroeger in rondkroop en huppelde. En dus bewaar ik nu mijn oude speeltjes en kleertjes en die van mijn kinderen. Voor later. Voor als zij wellicht ooit kinderen zullen hebben. Elke keer als man het ´zullen we niet eens wat babyspullen wegdoen´gesprek begint en ik mijn ´leuk voor de kleinkinderen´argument aanvoer, kijkt hij me meewarig aan en stelt voor twee dozen babyspullen te bewaren ´voor de kleinkinderen´. En de rest weg te doen. Bij dergelijke gesprekken voel ik mijzelf altijd direct in opstand komen en gooi ook mijn ´van uitstel komt hopelijk afstel´argument in de strijd: het merendeel mag weg, zodra ik lichamelijk niet meer in staat zal zijn om kinderen te krijgen. Dat ik geen kinderen meer wil, doet er raar genoeg niet toe.

Maar nu dirigeerde man mij dus met zachte doch dwingende hand richting de kast met babyspullen. Het moment was daar. En plotseling was ook de schreeuw van de moederschoot daar. Snerpend sneed de behoefte door mijn ziel. Een warm gevoel van herkenning verspreidde zich door mijn lichaam. De roep om nieuw leven. Het derde kind. 

Man keek mij sceptisch aan. Zei ik immers niet al jaren dat twee kinderen genoeg was? Dat ik twee handen heb en dus twee kinderen kan controleren, maar geen drie? Dat die lieve babietjes nare pubers zullen worden? Dat de scholen zo vreselijk duur zijn en de vliegtickets eveneens? Zei ik niet onlangs nog dat ik bijna 42 ben? Maar man heeft geen moederschoot, laat staan een behoeftige, schreeuwende moederschoot. 

Inmiddels is de kast met babyspullen bijna leeg. Met pijn in mijn hart heb ik het merendeel het huis uit laten dragen naar aanstaande moeders en kleine kindjes. Ik probeer mijzelf ervan te overtuigen dat de roep om een derde kind wordt ingegeven door een laatste opleving van een in de kern voldane moederschoot op leeftijd, veroorzaakt door het voor de met het bewaar-gen behepte moeder pijnlijke proces van loslaten en afscheid nemen. Twee kinderen is genoeg. 

Maar toch. Het wipstoeltje heb ik nog…
Januari 2015

zaterdag 3 januari 2015

De hutkoffer VI



De beste wensen voor het nieuwe jaar!

In december twee jaar geleden "won" ik bij het sinterklaasdobbelspel twee kapotte IKEA lampenkapjes. Alleen de stof was nog heel. Na ruim twee jaar in de hutkoffer werd het een lampenkapjesrokje. Recht toe recht aan.