Verjaardagsfeestjes in V. Een enkeling viert een kinderfeestje klein, simpel, met een paar vriendjes, spelletjes, taart, zingen en de piñata. Dergelijke feestjes zijn doorgaans georganiseerd door ouders die niet uit V. komen. Het merendeel van de verjaardagsfeestjes is echter van verbijsterende omvang met uitdrukkelijk tentoongespreide overdaad.
Er worden tenminste 25 kinderen uitgenodigd. Met broertjes, zusjes en ouders. Afgelopen weekend hadden we 3 feestjes waarvan we er 2 bezochten, en op een van deze feestjes waren tenminste 50 kinderen. Obers strak in het pak gingen onvermoeibaar rond met frisdrank, wijn, likeur, en hapjes om de sportief dan wel in pak geklede vaders en de torenhooggehakte moeders alsmede de 50 kinderen te bedienen. Er was een 20 meter hoge opblaasbare klimmuur, een billart voor de kinderen, tafelvoetbal, een trampoline, een hotdogkar, een suikerspinkar, een hamburgerkar, een goochelaar, een groep volwassenen uitgedost als figuren uit Toy Story die een show van een uur opvoerden, een schminkhoek, en alles uitbundig gedecoreerd. Elk feestje heeft een thema. De uitnodiging, de taart, de bordjes, de bekertjes, de cadeautjes die na afloop aan alle kindjes mee naar huis wordt gegeven, alles is in stijl. Tot nu toe geziene favorieten: Toy Story, Cars, Tinkerbell, Barbie, Disney prinsessen. De decoratie bestaat uit tafelkleden, ballonnen, stoelbekleding, en een aangeklede tafel die wij het altaar noemen: een tafel met erboven een overdaad aan balonnen en levensgrote figuren van hout of plastic, uiteraard volgens thema.
Cadeautjes worden ontvangen maar niet opengemaakt en alles gaat in een grote doos. Op het bovengenoemde feestje stond een kist zo groot als een schuurtje, en de kist zat helemaal vol cadeaus. Een speelgoedwinkel zou er half mee kunnen worden gevuld. Letterlijk. Zouden al die cadeaus de volgende dag worden opengemaakt? Zou alles met een ooh en een aah worden bekeken en gewaardeerd? Zou er elk jaar een speelgoedkast bij worden gekocht voor al het nieuwe speelgoed?
Laten we eerlijk zijn: de kinderen vinden de feestjes hier in V. geweldig. Veel eten, veel zoet, veel actie, cadeaus en piñatas. Manlief en ik voelen ons vreemde eenden in de bijt. Wij lopen op feestjes met onze ziel onder de arm wat rond, eten wat, drinken wat, houden de kinderen in de gaten en hopen op een snelle afloop. Wat nooit het geval is. Het klapstuk van het feest, de piñata, komt namelijk altijd op het laatst. En dat is over het algemeen laat. Dachten we in het begin nog dat een feestje dat begint om 2 uur ´s middags zo rond 5 uur wel afgelopen zou zijn, inmiddels weten we dat een piñata niet voor een uur of 7 kan worden verwacht. De kinderen weten inmiddels heel goed dat een feestje wordt afgesloten met de piñata en zijn dan ook voor die tijd met geen stok mee te krijgen. En dus wachten we over het algemeen gelaten op de piñata.
De piñata. In vroeger tijden gevuld met granen en vruchten en gebruikt door de Azteken bij religieuze feesten om hun goden te bedanken voor de overvloed, waarbij de inhoud die aan de voeten van de goden terechtkwam na het openen van de piñata werd gezien als een offer. Tegenwoordig is de piñata gevuld met snoep, lollies, chocolaatjes, chipszakjes en een overweldigende hoeveelheid kleine volledig zinloze en onbruikbare dingetjes van plastic, zoals plastic letters, bakjes, flesjes, pistooltjes, beestjes, reeds kapotte autootjes, fluitjes, en vooral veel ondefinieerbaar goed. Van klein naar groot mogen de kinderen om de beurt met een stok de piñata te lijf gaan terwijl de groep een liedje zingt: sla er op los, ram dat ding kapot, we willen snoep!
De piñatas zijn over het algemeen zodanig gemaakt dat er tenminste 50 kinderen op kunnen slaan zonder dat hij kapot gaat. Zo komt iedereen aan de beurt. Soms twee keer, drie keer. Eindeloos, eindeloos. Vaak is het uiteindelijk de vader die met een flinke klap de piñata stuk slaat. De ouders, met name moeders, die tot dan toe op een prachtig versierd stoeltje aan hun drankje nipten, scharen zich bij de kinderen die verwachtingsvol met lege zakjes rondom de piñata zitten.
En dan breekt de hel los. Dan verandert het feestje in een slagveld. De piñata gaat open en de hele lading snoep en plastic stort naar beneden, middenin de kindermassa. Het doel is om je zakje zo vol mogelijk te krijgen. Maar het zijn niet de kinderen die van het feest een slagveld maken; het zijn de moeders. De moeders storten zich tussen de kinderen. Ze grijpen, ze graaien. Hardhandig wordt elk kind dat in de weg zit opzij geduwd, reeds kapotte autootjes worden meedogenloos uit de hand van een 4-jarige kleuter gerukt, een lollie wordt onbarmhartig voor het knuistje van een 2-jarige peuter weggekaapt, mollige kindervoetjes in sandaaltjes worden vermorzeld onder torenhoge hakken. Wreed, hardvochtig, inhalig, voor de moeders heiligt het doel alle middelen: het zakje van hun kind moet worden gevuld met zoveel mogelijk snoep en plastic.
Het zou een uiterst vermakelijk tafereel zijn, ware het niet dat tere kinderzieltjes en -lijfjes in de strijd worden vermorzeld. Ware het niet dat onze kinderen reeds een paar maal in tranen uit het gewoel kwamen met een geheel leeg zakje, blauwe plekken op de armen en grote ogen van de schrik. Instinctmatig wil je vervolgens niets liever dan je kind met even harde hand en hak verdedigen. Maar met ons laatste restje zelfbeheersing hebben we besloten de grote feestjes links te laten liggen en indien onvermijdelijk omdat zoonlief er op staat om naar het feestje te gaan “want hij is mijn beste vriend”, dan zijn we op deze feestjes tegenwoordig vroeg aanwezig zodat zoon en dochter ruim voordat de piñata in beeld komt volledig zijn uitgeteld door de overdaad aan voedsel en amusement en zich als makke schaapjes laten afvoeren. Naar bed en niet naar de slachtbank. Wel zo feestelijk.
Februari 2012
Ongelofelijk, he?!
BeantwoordenVerwijderen