Op de terugreis van onze laatste vakantiebestemming in november vorig jaar (Caribisch eiland B.) werd aan alle passagiers een nummertje gegeven. Vervolgens werd er blind een nummertje getrokken en de persoon die dat nummertje in handen had, won een retour vliegticket van onze stad naar Caribisch eiland C. Nou wilde het toeval dat ik dit nummertje in handen had. Ik won dus dat retourticket. Bij thuiskomst vertelde ik dit heugelijke feit aan mijn goede vriendin M., moeder van 3 dochters. Zij deelde mijn vreugde en stelde voor om dat nog wat verder door te trekken: samen een dag of 4 naar C., zonder mannen, zonder kinderen. Enthousiast stemde ik hier mee in, manlief vond het ook een uitstekend plan en vorige week hebben we de datum geprikt. Begin maart.
Ons sociaal netwerk hier in V. is beperkt. We hebben geen oppas. We hadden een oppas, maar na 2 oppasgelegenheden was de kledingkast van dochterlief ineens zorgwekkend uitgedund (ik had het hier al eens over) en sindsdien hebben we geen oppas meer. We gaan er dus ook nooit even uit zonder kinderen. Twee keer per week een uurtje zwemmen ´s avonds, heel af en toe om de beurt met vrienden op pad, maar een nachtje weg komt niet voor. De laatste keer dat manlief en ik een nachtje weg waren was in Nederland toen dochterlief op het punt stond geboren te worden: mijn ouders hebben zich toen liefdevol een weekendje over onze zoon ontfermd. Hij weet dat inmiddels niet meer. Hij weet alleen dat mama er altijd is. Papa is gemiddeld een week per maand voor werk op reis, daar zijn ze aan gewend en dat veroorzaakt geen drama. Drama was het wel vorige week.
Zoonlief heeft een gevoelige aard. Ik kan dan ook niet een paar dagen van tevoren aankondigen dat mama een paar daagjes op vakantie gaat. Dat heeft tijd nodig. Dus lieten we vorige week vast terloops vallen dat wellicht mama ooit een keertje een paar nachtjes niet thuis zou zijn. Ai. Radeloos was hij. In tranen, echte verdriet-tranen. Ma-ma-a-a, alsjeblieft, ma-ma-a-a, ik word daar zo verdrietig van, ik ga jou dan zo missen, want ik vind jou zo lie-ie-ief. Ma-ma-a-a, neem me dan toch alsjeblieft mee, ik zal echt heel lie-ie-ief zijn, je weet toch dat ik geen stout jongetje ben, mama-a-a, ik zal jou dan echt teveel missen…
Daar sta je dan, een nasnikkend jongetje in je armen. En ik voelde diep van binnen dat niet alleen mijn kinderen eraan gewend zijn dat ik altijd bij ze ben, maar ik zelf ook. Dat wordt dus even doorbijten en de vlucht boeken en vervolgens hopen dat de kinderen de dagen voor vertrek ongehoord vervelend zijn. Zodat als ik ´s ochtends wakker word in mijn fantastische hotelbed de lange lege dag die voor me ligt net zo paradijselijk voelt als hij klinkt.
Januari 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten