Gisteren voelde ik me ouderwets. Een vriend vertelde mij dat hij binnenkort een weekje naar New York gaat. Een van de dingen die hij daar wil doen is een Ipad kopen. Hij vindt het namelijk erg belangrijk dat zijn dochter daar mee om leert gaan. Heden ten dage kan men de ogen niet meer sluiten voor het feit dat technische snufjes deel uit maken van de dagelijkse realiteit, zei hij, en het is bijzonder praktisch als je reeds op jonge leeftijd een zekere technische kennis opdoet. Zijn dochter is vier jaar oud. Ze kan nog niet lezen en schrijven, maar, zo werd mij verteld, op de Ipad kan je tekenen, en kleuren. Ik opperde voorzichtig dat dat toch ook heel goed gaat met kleurpotloden en papier.
Ik weet natuurlijk ook dat er steeds meer technische snufjes op de markt komen en dat ook kinderen daar op steeds jongere leeftijd mee in aanraking komen. Wij zullen onze kinderen ook niet laten verworden tot buitenbeentjes door ze de toegang tot dergelijke electronica halsstarrig te blijven ontzeggen. Maar vier jaar oud en een Ipad, ik vind het verbazend. En ik vroeg me gisteravond af of ik nou zo ouderwets ben.
Vanochtend vertelde ik het Ipad verhaal aan een vijftal moeders wiens kinderen in dezelfde peuterspeelzaalgroep zitten als onze dochter. We treffen elkaar elke 2 weken en ontbijten dan gezamenlijk en genoeglijk. Alle vijf moeders hebben een Iphone of Blackberry, twee hebben ook een Ipad. Alle vijf moeders waren het evenwel roerend met mij eens en vonden het ook erg vergaand om een kind van vier een Ipad ter beschikking te stellen. Dat vond zelfs de moeder die afgelopen weekend een feestje had georganiseerd voor de tweede verjaardag van haar zoon en daaraan 40.000 dollar had uitgegeven. Ook zij vond het buitensporig. Dan kan ik toch zo ouderwets niet zijn?
Maart 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten