vrijdag 12 oktober 2012

Het kan altijd erger

De dag na de presidentsverkiezingen hing er een teneergeslagen sfeer in de wijk. Het was stil op straat. De bloemenman lachte niet. De mensen bij de bakker staarden somber voor zich uit. De huidige president was herkozen en voor het merendeel van de inwoners van onze wijk was dat niet de gehoopte uitslag. Het was geen glansrijke overwinning voor president C. Het was net aan, met net iets meer dan de helft van de stemmen. Maar ook een nipte overwinning is een overwinning en de aanhangers van de oppositie voelden de nederlaag tot in het diepst van hun ziel. Ze hadden gehuild, vertelden ze, toen de uitslag zondagavond bekend werd gemaakt. De niet gekozen kandidaat sprak direct na het bekend worden van zijn nederlaag. “Wie wil winnen, moet ook kunnen verliezen. Dit is democratie, ik leg me neer bij de uitslag.” Alles bleef dus rustig, maar voor meer dan 6 miljoen mensen kon het niet erger. Ze hadden verloren, er zou geen verandering komen, geen kans op beter.
 
Als buitenstaander in deze verkiezingsstrijd leefde ik op niet-politieke wijze met mijn vrienden mee. Maar de week werd voor mij erger toen 2 dagen later onze hond het opeens uitgilde van de pijn. Stil liggend huilde ze dikke hondentranen, het ging door merg en been. Ze wrong zich in een onnatuurlijke houding, ademde gejaagd, wilde niet eten, niet lopen en huilde. De dierenarts ontdekte al snel dat de pijn uit haar nek kwam. Ze had waarschijnlijk een verkeerde beweging gemaakt en haar nek verrekt. We kregen wat pilletjes mee en twee dagen later ging het al een stuk beter. Het was zo erg dus niet.
 
En het kan altijd erger, zo bleek aan het eind van de week. Om 10 uur `s ochtends werd ik gebeld door het schooltje van dochter. “Is alles in orde?” “Ja hoor, alles is in orde, het is alleen dat…” Het was dus niet in orde. Dochter was gevallen. Hard gevallen. Heel hard gevallen. Ik kon haar maar beter komen halen. Ik kwam binnen en daar zat ze, aan een tafeltje te puzzelen. Met een onherkenbaar voorhoofd. Een bult van een formaat dat ik niet voor mogelijk had gehouden en dat haar gezicht helemaal vervormde. Middenover de steeds blauwer wordende bult liep een lange paarse krater. Ik werd wat weeïg in de buik, maar dochter keek mij fier aan en zei, met een nog wel iets bibberend stemmetje, “mama, ik ben gevallen, heeeeel hard!” Ze wees iedereen die ze zag met een zekere mate van trots op haar kraterbult. Ik zag ogen die zich wijd opensperden, handen die voor monden werden geslagen en meelevende blikken. Maar zo erg was het uiteindelijk niet: 2 dagen later was de zwelling grotendeels geslonken en zag dochter er uit als een kind dat flink was gevallen. En meer was het ook niet.
 
Ernstige voorvallen zijn ons deze week bespaard gebleven. We halen opgelucht adem en beseffen dat het allemaal veel erger had kunnen zijn.
Oktober 2012

1 opmerking:

  1. Fwiewwww... maar toch wel een paar keer absoluut niet fijn en een heel klein hartje ... maar het kan inderdaad erger.

    BeantwoordenVerwijderen