dinsdag 31 mei 2016

Kaal

Eén keer moest de eerste keer zijn. Het kan immers niet altijd rozengeur en maneschijn zijn...

Het gaat ons goed. We wonen in een schitterend land, in een aangename, groene en veilige stad. Hoewel met name zoon het de eerste maanden niet makkelijk heeft gevonden, zijn beide kinderen inmiddels geheel ingeburgerd op school. De mensen zijn vriendelijk en waarderen onze verwoede pogingen om de taal onder de knie te krijgen. Het is een land om van te genieten en de tijd vliegt dan ook voorbij. De zomer werd herfst, de winter kwam en ging en de lente gaat inmiddels over in een nieuwe zomer.

Na jarenlang een korte coupe te hebben gehad, hadden we hond's vacht voor de winter weer lang laten groeien. Haar moeder was een cockerspaniel, haar vader een teckel. Echt. Ze erfde de pootjes van haar vader en de vacht van haar moeder. Lange dikke zwarte krullen. Ze was de afgelopen maanden een wandelende bal vacht. Nu de temperaturen met rasse schreden richting de 30 graden gaan om daarna door te stoten naar de 40, was het weer tijd voor de zomercoupe.

In V. bracht ik hond elke twee maanden naar dezelfde dierenwinkel, waar een stuk of vier jongemannen een trimsalon runden. Ze leverden haar altijd netjes gekortwiekt weer af, al dan niet met roze strikjes op de oren. Hier moesten we op zoek gaan naar een nieuwe hondenkapper. Mijn Russische lerares was zo vriendelijk om voor mij op onderzoek uit te gaan. Russisch googlen gaat me nog niet zo best af. Ze vond een dierenkliniek met trimsalon, niet ver van ons huis. Ik belde zelf om een afspraak te maken. Dat gaat me al redelijk goed af. Hond en ik gingen op pad en na een minuut of tien stonden we voor de deur van de dierenkliniek met trimsalon. Ik zag slechts een dichte voordeur en een uithangbord, maar alles in mij zei me rechtsomkeert te maken. Het begon te regenen. Het was warm. Ik keek naar hond. Ik zag vacht. Ik moest het een kans geven, zei ik tegen mezelf, en ik duwde de voordeur open. Het zou onze eerste negatieve, ik zou haast zeggen traumatische, ervaring worden in K.

Eenmaal binnen was er geen weg meer terug. De dierenkliniek met trimsalon bleek een bedompt kamertje te zijn waar al in geen jaren echt was schoongemaakt. Op de vloer lag heel oud zeil met houtmotief. In alle gaten en kieren had zich een zwarte brij van stof en vuil genesteld. In het midden stond een kleine, hoge, metalen tafel met een afzichtelijk oranje plastic kleedje er op. Nog voor mijn hersens al deze informatie goed en wel hadden doorgekregen, tilde een enorme hand in één zwaai hond bovenop de metalen tafel. “Daar bent u dan”, begroette een harde lage stem ons. Aan de enorme hand zat een hele grote man vast. Zijn dikke buik omspannen met een leren schort. Een groot, rond, ietwat rood hoofd met een korte baard. Het stereotype slager. Hij was voorbereid. In zijn andere enorme hand bleek de tondeuse al aan te staan en met een enthousiaste zwaai raspte de man de eerste reep vacht van de hondenrug af. Bleek van afgrijzen zag ik dat de tondeuse op stand nul stond. Nog half verscholen onder de dikke omliggende vacht, schermerde een bloot, kaal, grijs, bibberend velletje. Naar adem snakkend piepte ik dat dat te kort was. Ze moest niet kaal, ze moest kort. Maar ik wist dat het te laat was. De slager probeerde mij nog te doen geloven dat dit de meest gezonde optie was, maar in werkelijkheid had hij geen idee waar hij mee bezig was. Dat vacht bescherming biedt, vond deze dierenarts duidelijk onzin.

Toen hond zwak protesteerde, haalde de slager vier smerige touwen tevoorschijn en begon die aan hond's pootjes vast te binden. Ik zag die enorme handen bezig met die kleine pootjes en met het beeld van een invierengedeeld hondje op mijn netvlies, perste ik er een zodanig ferme “njet” uit, dat ik de daarop volgende twee uur lang zelf de pootjes van hond heb vastgehouden, ondertussen kalmerende woordjes fluisterend tegen het trillende beest. Toen de slager ook haar koppie onder handen wilde nemen, zijn we vertrokken. Haar hele lijfje was kaal, met hier en daar een waas zwart haar. Een patchworkhond.

Nog slechts half zo groot als voorheen, lijkt ze op een uit de kluiten gewassen rat met een huidziekte, waar een doddig hondenkopje op gemonteerd is. Het groeit wel weer aan, zeggen hond en ik voortdurend tegen elkaar. Het groeit wel weer aan.

Mei 2016

8 opmerkingen:

  1. Ik moest ook af en toe wat grinniken, dat geef ik eerlijk toe, maar wat een verhaal zeg! Een mens zou al eens overwegen om een deftige haarschaar te kopen en het zélf te doen - doet mijn moeder trouwens al jaren met de hond van mijn broer ;).
    Ik hoop alvast dat jullie een 'salon' van een ander kaliber vinden en dat het beestje snel weer wat haar krijgt!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. och dat beest toch! ik vind dat altijd zo vreselijk als ze jouw dier zo slacht behandelen! Uiteindelijk zie je dta beest graag en is dat een deel van je gezin eh!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zo is het! Zij was er als eerste, voor de man en voor de kinderen!

      Verwijderen
  3. Wat een verhaal zeg... ik zie het helemaal voor me. Hebben jullie al een goede??

    BeantwoordenVerwijderen