woensdag 13 november 2013

Op de rand van de afgrond

In de drie en een half jaar dat we hier inmiddels wonen, heb ik nog nooit iemand gesproken die tevreden is met zijn of haar land. Met geld, zonder geld, met werk, zonder werk, met kinderen, zonder kinderen, iedereen verontschuldigt zich voor de situatie in het land. “Het gaat alleen maar bergafwaarts, jullie zijn hier precies in de verkeerde tijd.” Als tijdelijk verblijvende buitenlanders bevinden wij ons in een sterk bevoorrechte positie. We weten wat er speelt, moeten er onze mond over houden, en kunnen dan vergeleken bij miljoenen inwoners van dit land een relatief rustig leven lijden. Maar bergafwaarts gaat het.

Vanochtend schonk ik mijn kinderen hun laatste glaasje melk in. Want de melk is op. Er is in geen velden of wegen meer een liter melk te vinden, zelfs de poedermelk is op. Het is niet erg dat een kwart liter zure room 25 dollar kost, we kunnen zonder. Maar dat er om de haverklap weken- en soms maandenlang geen melk meer is, of rijst, of meel, of suiker, of kip, of boter, of WC-papier, dat is onbegrijpelijk. Dat zijn eerste levensbehoeften tegenover politieke strategieën.

Het televisiekanaal van de oppositie is subtiel in een “minder kritische positie” gemanouvreerd. Protestacties worden in de kiem gesmoord. Elk weekend worden in de stad honderden lijken bij het mortuarium afgeleverd. Politieke strategieën. Mensenlevens.

De president, die werd gekozen bij de gratie van zijn overleden voorganger, wordt dagelijks op de hak genomen vanwege zijn taalgebruik, doorspekt met taalfouten. Hij heeft geen toekomst, zegt men, geen idee. Hij voert campagne en wint stemmen door “het volk” aan te moedigen in opstand te komen tegen de te hoge prijzen van witgoed en electronica. De personen die vervolgens winkels bestormen en de boel leegroven, worden - zo schijnt - door de bestuurder van dit land niet gezien als criminelen. De criminelen zijn de winkeliers met hun te hoge prijzen. De schappen zijn nog nooit zo leeg geweest, de onveiligheid nog nooit zo groot. Dit land, zo rijk aan mogelijkheden, heeft nog nooit zo weinig geproduceerd.

“Het moet niet gekker worden”, zegt iedereen. Maar er gebeurt niks en het wordt almaar gekker. “Uiteindelijk barst de bom”, zegt iedereen. Maar de bom barst niet.

Er moeten mensen zijn die de touwtjes in handen hebben, die baat hebben bij het in stand houden van deze onhoudbare, maar niettemin houdbaar gebleken, situatie. Politicologische theorieën, economische doelstellingen, socialistische ideologie, populistische stijl. Ik luister, ik lees, ik vraag. Maar ik begrijp het niet. 

Het zijn niet de mensen op straat die baat hebben bij de huidige situatie. Zij klinken naarmate de tijd verstrijkt steeds minder hoopvol. Als ze horen dat wij hier niet voorgoed wonen maar over niet al te lange tijd zullen verhuizen naar ons volgende woon- en werkland, kunnen ze hun jaloezie nauwelijks verhullen. Vroeger droomden ze van een beter land. Nu dromen ze van een toekomst in een ander land. En terwijl ze tevergeefs proberen te glimlachen vragen ze me allemaal hetzelfde: “Kan ik niet met je mee?”
November 2013

5 opmerkingen:

  1. Nare situatie, maar erg mooi beschreven. Succes daar!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik zou al snel uitkijken naar de volgende bestemming... Maar inderdaad, mooi beschreven!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een toestanden daar! Het zijn uiteindelijk steeds de mensen op straat die het slachtoffer zijn :-(

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zo erg eigenlijk ... want jullie kunnen er 'straks' 'van onder muizen' ...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het is ook niet te begrijpen... het moet vreselijk zijn om zo dag in dag uit te moeten leven, zonder perspectief op beter. Onvoorstelbaar eigenlijk.
    Ik vind het schitterend hoe je zo mooi de vinger erop kan leggen, en mij kippenvel bezorgt. Zo weet ik weer waarom ik hier héél graag meelees.

    BeantwoordenVerwijderen