Cultuurverschillen. Ik
kan nogal eens suggestief met de ogen rollen als man zich - in mijn
ogen – typisch Spaans gedraagt en verzuchten dat de cultuurkloof
tussen ons soms onoverbrugbaar lijkt. Maar uiteindelijk is er, op een
aantal behapbare cultuurverschillen na, vooral sprake van
karaktereigenschappen die weleens willen botsen. Interessant genoeg
(lees: frustrerend genoeg) blijken cultuurverschillen tussen ons
niettemin een flinke sta-in-de-weg op het moment dat we voet zetten
op Spaanse bodem. Alle Spaanse culturele cliches stromen dan ineens
uit al man's porieën.
Zoals we de dingen thuis doen, doen we ze niet in Spanje, lijkt zijn
credo. De liefdevolle maar ook knellende familieverplichtingen, de
late diners, de eindeloze lunches, de late kinderbedtijd, de
hoeveelheid ongezond goed... ik neem mij al tien jaar lang voor om
het maar gewoon over me heen te laten komen, die paar weken per jaar
dat we in Spanje verblijven, maar tot op heden heb ik dat niet langer
dan maximaal vier dagen volgehouden. Vier dagen tot het barsten van
de bom. Vaste prik. Doorgaans hebben we evenwel, zoals gezegd, meer
te maken met karakterverschillen dan met een cultuurkloof.
In mijn werk had ik
dagelijks te maken met cultuurverschillen. Werken in verschillende
landen met en voor mensen uit alle mogelijke windstreken leidt
vanzelfsprekend tot frequente ontmoetingen met andere culturen. Aan
'cultureel bewustzijn' geen gebrek. Sinds ik niet meer werk, is het
er cultuurtechnisch evenwel wat eentonig op geworden. Een nieuw
woonland betekent uiteraard een nieuwe cultuur, maar dat went snel.
Je bent er namelijk dag en nacht in ondergedompeld en 'nieuw en
anders' is algauw 'gewoon'.
Een aantal gewoonten in
ons huidige woonland hebben mij niettemin in het begin wel even naar
adem doen happen, 'cultureel bewustzijn' ten spijt. Ik herinner me
dat de garagedeur van ons huis aan het einde van de zomer werd
omgezet van handmatig naar automatisch. De technicus was, samen met
de huisbaas, gearriveerd. Ik had de deur voor ze open gedaan en
medegedeeld dat ik om het hoekje, op nog geen zes meter afstand, op
het terras met mijn kinderen zat te ontbijten. Nog geen kwartier
later belde man mij op vanaf zijn werk. De huisbaas, die dus net om
het hoekje nog geen zes meter van mij vandaan stond, had hem zojuist
gebeld en gevraagd of hij - man - mij zou willen vragen of ik de auto
uit de garage zou kunnen rijden. Mijn eerste reactie was, positief
uitgedrukt, verbaasd. Het is in de loop van de daarop volgende
maanden wel enigszins bijgetrokken, maar nog altijd gebeurt het dat
ik de huisbaas een vraag stel en straal genegeerd word. Hij doet
zaken met man. Ik heb me er bij neergelegd en zie tegenwoordig vooral
de voordelen: ik hoef me niet bezig te houden met huistechnisch
geregel als er reparaties nodig zijn, als er werklui langs moeten
komen of als de huur betaald moet worden.
Ook de schooldokter heeft
mij herhaaldelijk naar adem doen happen. Van het lachen. Beide
kinderen waren afgelopen nazomer en herfst meerdere malen geveld door
een hardnekkig virus dat plotselinge hoge koorts veroorzaakt,
waardoor ik regelmatig werd opgebeld door de schooldokter met het
verzoek om zoon dan wel dochter te komen halen. De oorzaak van een
verkoudheid of een griep ligt hier volgens lokale overtuiging evenwel
niet uitsluitend bij een virus. Dat virus is slechts bijzaak. In
september was zoon ziek geworden. Het was nog altijd ruim dertig
graden en volop nazomer. Ik werd gebeld door de schooldokter. Toen ik
op school aankwam, stond ze me al op te wachten. Handen in de zij,
boze blik. “Je zoon is ziek”, zo deelde ze mij nogmaals mede.
“Hij heeft mij verteld dat hij gisteren een ijsje heeft gegeten.
Daardoor is hij nu ziek.” Ik keek haar glazig aan. Het was de
vorige dag bloedheet en we hadden inderdaad een ijsje gegeten. Meende
ze nou werkelijk dat zoon door dat ijsje nu koorts had, dat dat ijsje
de griep had veroorzaakt? Ze meende het werkelijk. Ze was er van
overtuigd. Buiten haar gezichtsveld heb ik heel hard gelachen. Zoon
moest ook lachen. De dokter had ons namelijk ook nog op het hart
gedrukt dat hij de komende drie dagen onder geen beding mocht douchen
of badderen. Spekkie naar zoon's bekkie.
Dan is er ook nog de
kwestie van de ouderen. Laat ik voorop stellen dat ik mijzelf
beschouw als een welopgevoed en beleefd mens met groot respect voor
ouderen. De ouderen hier maken het evenwel vaak moeilijk om beleefd
te blijven. Veel ouderen - maar uiteraard niet alle ouderen - lijken
hier namelijk helemaal niet welopgevoed, beleefd en respectvol. Deze
situatie doet zich met name voor in de rij. In de rij voor de kassa
in de supermarkt. In de rij om de bus in of uit te stappen. In de rij
voor de skilift. In de rij in de bank. Op het postkantoor. Voor het
stoplicht. In elke willekeurige rij. Zonder pardon wringen de ouderen
zich met harde elleboog naar voren. Ze trappen op je tenen, duwen je
omver, gaan aan je tas hangen, kijken je aan met dodende blik, porren
je hardhandig met de wandelstok, en stoten zonder zich van iets of
iemand iets aan te trekken door naar voren. Het schijnt dat ouderen
dit gedrag hebben meegenomen uit het oude Soviet tijdperk. Destijds
waren er rijen voor vrijwel alles en deze rijen waren zo lang dat je
weinig gedaan kreeg als je geduldig in een rij bleef wachten tot je
aan de beurt was. Maar als ik in een rij sta met slechts twee mensen
voor me, word ik net zo goed uit de weg gemaaid als wanneer ik in een
rij sta met veertig mensen voor me. Ik doe hard mijn best om het
getrek, geduw en gepook vredelievend te aanvaarden - cultureel
bewustzijn is een deugd -, maar ik voel een hevige 'mij
krijg je niet omver' reactie in mij opwellen als ik van pijn naar
adem hap nadat ik weer zonder waarschuwing een harde elleboog in mijn
zij, een trap tegen mijn been of een wandelstok in mijn rug heb
gekregen.
Ik ben inmiddels gewend
aan de mijns inziens nogal vreemde geneeskundige opvattingen van de
schooldokter. Ik aanvaard het feit dat onze huisbaas een vriendelijke
man is die zich bij voorkeur tot mijn echtgenoot richt. Maar als ik
in de rij staat en een oudere spot, ren ik nog altijd het liefst heel
hard weg.
Februari 2017
O wat hou ik toch van de manier waarop je dat alles beschrijft... die ouderen in de rij, ik zie het zo voor me :-)
BeantwoordenVerwijderen:-)
Verwijderen