zondag 20 november 2016

De prestatiedrang

Presteren staat bij de school van onze kinderen hoog in het vaandel. Heel hoog. Alles draait om resultaten. Het doel van de school is om zoveel mogelijk leerlingen aan het eind van de rit af te leveren aan 's werelds topuniversiteiten en die rit begint zodra ze met vijf jaar aan het eerste leerjaar beginnen. Aan het begin van elk schooljaar worden alle kinderen vanaf zeven jaar op alle fronten getest. De resultaten van zoon waren sprankelend. We kunnen hem vervroegd klaarstomen voor het middelbaar onderwijs, zei zijn leraar, maar het gevaar is dat kinderen dan na een paar jaar uitgeblust raken en er gewoon geen zin meer in hebben, dus ik raad het niet aan. Dat vonden wij een wijs advies. Het kind is acht. Wat mijn advies is, ging de leraar verder, is dat hij af en toe wat gas terug neemt, relaxen, even minder hard werken, lekker spelen. Ook dat leek ons een goed idee, het kind is acht. Helaas gooit het huiswerk-beleid van dezelfde leraar flink wat roet in het relax-advies. Leraar doet namelijk aan extra huiswerk. Bovenop de door school bepaalde reeds stevige portie huiswerk, geeft hij namelijk elke week extra huiswerk. Het extra huiswerk is niet verplicht, maar er kunnen wel grof punten mee worden gescoord. Die punten leiden tot gele kaarten en die gele kaarten leiden tot prijzen. En dus willen kinderen extra huiswerk. Want opteer je niet voor extra huiswerk, dan loop je punten mis en eindig je onder aan de ladder. Zo werkt het kennelijk. De stapel huiswerk is dan ook elke week aanzienlijk, evenals het aantal uren dat er aan besteed wordt. Wij kunnen praten als Brugman, maar dat huiswerk wordt gemaakt. Zuchtend en steunend, dat wel, want uiteraard zou zoon veel liever relaxen en spelen. Het kind is acht. Maar ja, die punten, die ladder...

Aan het begin van dit schooljaar werd medegedeeld dat de school de academische resultaten nog altijd van groot belang acht, maar vanaf nu ook meer nadruk zou gaan leggen op het belang van sport, spel, muziek en creativiteit. Er is een voetbalteam, maar alleen voor de allerbeste voetballertjes. Er is een basketbalteam. Maar alleen voor de allerbeste basketballertjes. Er worden peperdure trips naar Europa georganiseerd, voor de allerbeste muziekmakertjes. Creatief mogen ze zijn in artclass. Een uurtje per week. Waarschijnlijk acht de school de twee dagelijkse speelkwartiertjes voldoende spel voor kinderen, want de lange schooldagen en hopen huiswerk laten niet veel ruimte over voor buitenschoolse speelmomenten. Kortom, presteren staat bij de school van onze kinderen hoog in het vaandel. Toen ik onlangs – wederom – een gesprek aanvroeg om mijn ongenoegen te uiten, werd mij vriendelijk uitgelegd dat ik behoor tot de groep van Europese ouders, die voorstander zijn van minder huiswerk en meer speeltijd. De lokale ouders daarentegen, de overgrote meerderheid, vinden het school-beleid evenwel nog altijd te slap en eisen doorlopend meer huiswerk en meer werkdruk voor hun kinderen. Prestatiedrang ten top.

Man en ik hebben met de situatie meer moeite dan onze kinderen zelf. Zij zijn blij met hun vriendjes en vriendinnetjes, met hun leraren en met dat beetje sport, spel, muziek en creativiteit dat wordt aangeboden. Ze varen wel bij het curriculum van de school en de wijze waarop dit hen wordt onderwezen. Wij winden ons regelmatig op over het een en ander, waar onze kinderen zelf evenwel geen oog minder om dicht doen. Maar wij zijn er niet over uit. Moeten we die ongebreidelde prestatiedrang ontmoedigen? Aanmoedigen? Laten we de kinderen vrij in hun keuze in hoeverre zij mee willen gaan in de ratrace? Sturen wij ze bij zodat ze ook nog eens onbezorgd buiten kunnen spelen? We waren er nog altijd niet over uit toen school een spellingwedstrijd organiseerde. De kinderen kregen een boekje mee naar huis met zo'n 800 woorden om te oefenen. Zoon is een verdienstelijk speller en won zonder al te veel moeite de voorronde. Daarna begon het echte werk. De voorronde was schriftelijk, gewoon, aan zijn tafeltje in de klas. Easypeasy, zoals hij zelf zei. Maar met het winnen van de voorronde, kwalificeerde hij zich automatisch voor de finale. En die zou plaatsvinden in de grote zaal, ten overstaan van zo'n 400 leerlingen, mondeling, voor de microfoon. Zoon en microfoon plus toeschouwers: geen goede combinatie. Ik zag zijn gevecht. Hij wilde meedoen. De eer, de punten. Hij wilde niet meedoen. De microfoon, de toeschouwers. Meedoen betekende ook oefenen. Oefenen, oefenen, oefenen. Tot het zijn en mijn oren uit kwam. Oefenen deden we samen, ik zei het woord, hij spelde het. Vaak had hij er helemaal geen zin in en wilde hij liever spelen. Maar als ik dan het oefenboek dichtklapte, wilde hij toch door. Een lijdensweg. Het was ook mijn gevecht. Leer ik hem dat wie A zegt, ook B moet zeggen? Als je mee wilt doen, moet je oefenen? Of moedig ik hem aan buiten te gaan spelen en die wedstrijd te laten schieten dan wel onvoorbereid aan te gaan?

De dag van de finale naderde en zoon zag er meer en meer tegenop. Uiteindelijk besloot hij mee te doen, maar ik mocht niet komen kijken. Mijn aanwezigheid zou zijn zenuwen de pan uit doen rijzen. Door alle voorbereidingsperikelen waren mijn zenuwen ook enigszins geprikkeld en ik besloot stiekem toch te gaan, maar uit zicht te blijven. Ik zag dat witte, strakgespannen smoeltje, ik zag mijn manneke, zo niet op zijn gemak op het podium staan. De tranen prikten achter mijn ogen. Maar de wedstrijd begon. Hij stond er en won. De overweldigende opluchting die zich van hem meester maakte toen hij besefte dat het voorbij was, was heerlijk om te zien. Ik kwam tevoorschijn en klapte trots voor mijn dappere kind. Stralend nam hij zijn oorkonde in ontvangst. Het zat er op, het was voorbij. Althans, dat dacht hij en dat dacht ik. Totdat aan het einde van de ceremonie het Hoofd van het Engelse departement het woord nam. Met een lach van oor tot oor kondigde ze aan een verrassing te hebben voor de winnaars. Voor het eerst werd een spellingwedstrijd georganiseerd waaraan alle internationale scholen zouden deelnemen. Die wedstrijd zou drie weken later plaatsvinden en, verrassing, de winnaars naast haar zouden onze school vertegenwoordigen! Ik keek naar mijn zoon. Hij stond niet langer te stralen. Ik zag ongeloof en verbijstering op zijn gezicht. Zijn schouders zakten. Ogen vol wanhoop zochten de mijnen. We konden wel janken. Het was niet voorbij.

We lieten zoon de keus maar probeerden hem subtiel te inspireren tot buiten spelen. Tevergeefs. Hij had slapeloze nachten, maar deed mee. Hij werd knap tweede maar was diep teleurgesteld. Dat duurde een kwartier. Toen leek hij de teleurstelling te zijn vergeten, evenals de slapeloze nachten, het oefenen, de zenuwen en de microfoon. Nog maar net de schoolpoorten uit, verkondigde hij diezelfde middag volgend jaar naar alle waarschijnlijkheid toch weer mee te willen doen. Aanmoedigen? Ontmoedigen? Niet mee bemoeien?

Soms zou ik zoon stiekem wel eens een dagje thuis willen houden. Lekker buiten spelen. Maar helaas geeft de school aan het eind van ieder trimester oorkondes uit voor 100% aanwezigheid. Heb je geen dag gemist? Dan val je in de prijzen. Extra punten, een filmmiddag, een uniform-vrije dag. Ben je oprecht ziek geweest? Heel vervelend, maar dan loop je je prijs dus mis. Hoe absurd is dat. Maar dat dagje spelen zit er dus niet in. Want we kunnen praten als Brugman, zoon gaat naar school. Die punten, die ladder...
November 2016


7 opmerkingen:

  1. OMG... Ik zou het zelf zo moeilijk hebben om in zo een prestatiegerichte omgeving te functioneren, laat staan dat ik dat als kind zou gekund hebben. Maar ja wat doe ja dara aan eh, niet evident, niet evident...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ontzettend knap van je zoon zeg! Ik denk dat het voor jullie kinderen makkelijker is dan voor jullie want zij gaan mee met iedereen in hun omgeving maar ik zou er doodmoe en ongelooflijk gefrustreerd van raken!
    En dan te bedenken dat ik al moeite heb met het fenomeen 'Student of the Week' op onze school waar mijn dochter vanmiddag na school stralend mee aan kwam zetten en deze moeder geen zin had om naar die oersaaie wekelijkse assembly te gaan waar ze die dingen uitreiken;-) Als ik jouw verhaal lees, realiseer ik me dat ik me druk maak om niets...
    Je doet het geweldig!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mijn ervaring met de oudste zoon (die naar mijn aanvoelen een te hoog gegrepen richting volgt, waarvan zijn punten dit ook bevestigden) leert mij dat kinderen hier blijkbaar veel beter in zijn en veel beter mee omkunnen dan wij. Want nadat hij met een aantal slechte punten naar huis kwam, maakte hij een klik en studeert nu heel regelmatig (veel te veel voor een jongen van zijn leeftijd, vind ik, als dit elk jaar zo gradueel stijgt, waar zal dit eindigen ?) en haalt terug redelijke punten en vindt het zo leuk in zijn klas dat hij er met geen haar op zijn hoofd aan denkt om een iets lichtere richting te kiezen en toch iets meer van zijn jonge puberleven te genieten ...
    (Ik zou anders wel snel weten wat gekozen ! Maar "ik ken er niets van !")

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat moet dit moeilijk zijn, om in zo'n prestatiegerichte omgeving mee te draaien. Als mama zou ik ook liever hebben dat ze minder druk ondervinden en gewoon nog kind kunnen zijn, maar het is natuurlijk niet evident om tegen de stroom in te gaan. Gelukkig kan hij er zelf, blijkbaar, nog redelijk goed mee omgaan.

    BeantwoordenVerwijderen