Corruptie. In ons vorige woonland
konden ze er wat van, maar ook hier experts te over. Het duidelijkst
zichtbaar: corruptie in uniform. Vriend M. kan er smakelijk over
vertellen. Als buitenlander is hij veelvuldig de klos. Onlangs nog.
Hij wilde inchecken voor een vlucht naar Europa. Zakenreis. In zijn
koffer zaten kleren en papieren. M. had een drukke week achter de rug
en was na anderhalf jaar in K. he-le-maal klaar met de corruptie in
uniform die hem al flink wat geld gekost had. De man in uniform op de
luchthaven had ook een drukke week achter de rug. Wat meneer in zijn
koffer had, vroeg hij bars aan M. Kleding, was M.`s antwoord. Open
die koffer! Was de reactie. De barse geuniformeerde man graaide in
M.`s koffer en haalde een handvol papieren tevoorschijn. Kleding?
Vroeg hij ironisch. Dat zijn persoonlijke papieren, antwoordde M. en
pakte de papieren terug. Wat voor papieren? Riep de man nu enigszins
dreigend. Projectpapers, perste M. er met zijn aller-, allerlaatste
restje geduld uit. Aha! Schreeuwde nu de man in uniform.
Projectpapers! Projectpapers forbidden! Strictly forbidden! De lust
naar onder de tafel toegeschoven bankbiljetten was duidelijk
zichtbaar in zijn donkere ogen. Hij hield bijna zijn hand al op. Maar
M. was moe en he-le-maal klaar met de corruptie. In plaats van met
ingehouden woede zijn portomonnee tevoorschijn te halen, schreeuwde
hij nu haast vuurspuwend terug dat hij NU de baas wilde spreken. Een
collega van de man kwam op het tumult af. De baas werd gehaald. Er
bleek met M. niet te sollen. De zaak werd gesust en M. kreeg van de
toegesnelde collega excuses toegefluisterd met de verklaring dat de
geuniformeerde man een hele drukke week had gehad. Bars gaf M. de
man een knikje, van binnen stak hij zijn middelvinger op.
De meeste keren dat M. zijn portomonnee
heeft moeten trekken, was op de weg. Door de hele stad worden de hele
dag op elke straathoek automobilisten aangehouden. Zwaailichten gaan
aan, de sirenes loeien en je bent de klos. Alles wordt uit de kast
gehaald om ergens een reden te vinden om je op de bon te slingeren.
Rijbewijs, autopapieren, reservewiel, rode driehoek, eerste hulpkit,
lichtgevend hesje. Mocht je dat allemaal picobello in orde hebben,
zoals M., dan had je ineens je richtingaanwijzer niet gebruikt toen
je van baan wisselde. Of, en die werkt altijd, je moet mee om te
blazen. De boete dan wel het blazen zijn uiteraard te voorkomen door
een aardig pakketje bankbiljetten tussen je autopapieren te schuiven
en die nogmaals aan de ambtenaar in uniform te doen toekomen.
De burgers van K. hebben een wit
nummerbord. Zij worden vaak aan de kant gezet. De buitenlanders in K.
hebben een geel nummerbord. Zij worden nog vaker aan de kant gezet.
Met zoveel geuniformeerd geweld op de weg, zou ik elke dag met een
zekere mate van spanning in de auto stappen, continue alert op
zwaailichten en sirenes. Maar, wij hebben geen wit en ook geen geel
nummerbord. Wij hebben een rood nummerbord. Een rode plaat met een D.
Diplomatieke status. En dat, zo heb ik inmiddels begrepen, is een
garantie voor zielenrust. En vrienden. Iedereen wil met me mee rijden.
Want de rode plaat met D wordt met rust gelaten. Ik hoef niet bang te
zijn om aan de kant gezet te worden voor een staaltje corruptie. Ik
zou door rood kunnen rijden, de snelheidslimiet kunnen overtreden en
fout kunnen parkeren. Niemand die me lastig zou vallen.
De moeders op school bereidden mij in
de maanden die we op de autopapieren moesten wachten, voor op de hel
van corruptie en chaotisch verkeer. De moeders hadden duidelijk geen
rij-ervaring in Zuid-Amerika, want het is hier in K. een oase van
orde. Een rijbaan is een rijbaan, de wegsignalering is subliem en er
krioelen niet voortdurend gewapende wegduivels op motoren overal
tussendoor. Toen ik uiteindelijk voor het eerst met de auto op school
verscheen, werd er even geslikt. We kochten namelijk, bij gebrek aan
beter aanbod, een oude jeep, een lelijk vierkant ding met bovenop
bovendien vier hele grote lampen. Maar zodra het rode nummerbord met
D was gespot, brak er gejuich uit. Of ik wel wist wat een mazzel ik
had. En of we de volgende dag niet naar hier, daar en verder konden
gaan. Gezellig, met z`n allen in de jeep, met gierende banden tot
recht voor de ingang.
De teleurstelling van de moedermenigte
was groot, toen bleek dat er met mij en mijn jeep weinig lol te
beleven valt. Ik stop voor rood, ik parkeer alleen daar waar het mag
en ik rem af tot 40 kilometer per uur als dat staat aangegeven. Ik
hou me over het algemeen aan de regeltjes. Altijd zo geweest. Als de
moeders het he-le-maal gehad hebben met de corruptie, liften ze nog
wel eens mee. Want twintig kilometer per uur te hard rijdend in je
vuistje lachend een politieauto inhalen is er dan wel niet bij, maar
in de foute bak met de rode plaat verlies je tijd noch geld.
April 2016
Ongelooflijk, wat een verhaal... Prachtig opgeschreven en kan me zo voorstellen dat je van zoiets helemaal door het lint kunt gaan! Het is ons 1 keer overkomen toen we in Kroatiƫ reden in een auto met een Italiaans nummerbord, laaiend waren we maar er zat niets anders op dan te dokken... Lang leve het nummerbord met de D!!
BeantwoordenVerwijderenO man, wat hebben we het hier dan goed geregeld. Dank voor de 100ste keer voor je fijne inkijkje! liefs.
BeantwoordenVerwijderen