zaterdag 25 oktober 2014

Muggen

Ik zit op een houten bankje, sla muggen dood en kijk naar de zwemles van mijn kinderen. Ze zwemmen in een zwembad met lange banen en kunnen niet met hun voetjes bij de grond. Ze zwemmen in baan één. In banen twee en drie zwemmen de grotere kleine kinderen en in banen vier, vijf en zes de bijna volwassen kinderen. Eén van die bijna volwassen kinderen is een jongeman van ergens tussen de 16 en 18 jaar oud. Jong. Een adonis. Knappe kop, guitige lach, en een lichaam waar ik m´n ogen maar met moeite van af kan houden. Perfecte verhoudingen, gespierd op een subtiele manier, brede schouders en schitterende benen. Ik probeer niet naar hem te kijken. Een éénenveertigjarige vrouw die gluurt naar een minderjarige jongen voelt als onacceptabel gedrag. Ik zie jeugd en schoonheid. Een jongeman aan het begin van zijn toekomst, een heel leven om te leven voor zich. Hij ziet een vrouw die behoort tot de generatie van zijn moeder. Als hij me al ziet. Ik lach vriendelijk en hij lacht beleefd terug.

Als thuis de kinderen slapen, de keuken is opgeruimd en de schooluniformen klaarliggen, kijk ik in de spiegel. Ik kijk eens goed. De rimpels rond mijn ogen storen me niet. De donkere kringen onder mijn ogen storen me wel. Ze maken dat ik er moe en oud uitzie. De lijnen langs mijn mond worden langzaam maar zeker dieper. Het is een onvermijdelijk en onomkeerbaar proces. Ik kan nog zo mijn best doen om er fris en jong uit te blijven zien, de waarheid is dat ik elk jaar een jaar ouder word. Mijn gezicht verandert. Het zijn niet alleen de rimpels, de lijnen, de groeven. Ik kan het niet duiden. Het is de huid, de oogopslag, de uitstraling. Ik kijk in de spiegel en zoek naar wat er aan jeugdigheid nog over is.

Mijn zoon vond onlangs een oude foto van mij. Ik was twintig toen de foto genomen werd. Ik zie er uit als een filmster op de cover van een modetijdschrift. Zoon heeft de foto op de muur geplakt en ik loop ontelbare keren per dag langs mijn jonge ik. Ik herinner me nog dat de foto werd gemaakt. Ik voelde me destijds lang niet altijd mooi en stralend, en vraag me af hoe dat in hemelsnaam mogelijk is. Nu, 21 jaar later, kijk ik in de spiegel. Ik ben niet oud. Ik zie er niet oud uit. Alleen op de dagen dat ik me moe en oud voel, zie ik er moe en oud uit. Met rimpels, lijnen en groeven. Ik kijk in de spiegel. Ik kijk naar mijn dochter. Zij is de jeugdige en stralende versie van mijzelf. Straks, als ik oud ben en er oud uitzie, zal zij nog altijd jong en jeugdig zijn. Straks, als ik oud ben en er oud uitzie, zal ik naar een foto van mijn éénenveertigjarige zelf kijken en verzuchten dat ik toen nog jong en jeugdig was. Ik zal me herinneren dat ik me destijds lang niet altijd zo voelde en me afvragen hoe dat in hemelsnaam mogelijk is.  

De zwemles is bijna voorbij. Ik heb er vijf muggenbulten bij. Ze jeuken. De jongeman komt het water uit. Het lijkt een filmisch slow-motion moment. Hij straalt en lacht schalks naar het meisje dat in de baan naast hem zwom. Ik vind het niet erg om ouder te worden. Maar jammer is het wel.
Oktober 2014


6 opmerkingen:

  1. Weerspiegeling van mezelf ... maar ik heb er nooit als een filmster uitgezien ;-) Mooi geschreven Hanne! x

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als je dochter een spiegelbeeld is van jou....? Ik denk niet dat je dan kans maakt om lelijk oud te worden! :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel mooi geschreven en herkenbaar (op de filmster na dan voor mij haha)...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dit zijn de verhalen van jou waar ik zo van hou (en die pijnlijk herkenbaar zijn). Volgens mij ben je prachtig, zowel van binnen als van buiten!

    BeantwoordenVerwijderen