maandag 17 juli 2017

Als de leraar treitert

“Ik heb best zin om straks na de vakantie weer naar school te gaan”, zegt zoon met een glimlach. Ik kijk hem aan. Als borrelende belletjes voel ik de opluchting zich door mijn lijf verspreiden. Achter mijn zonnebril wellen de tranen op in mijn ogen. Ik slik, geef zoon een aai over zijn bol en zeg met vaste stem dat het absoluut een fantastisch jaar zal worden. Lachend fietst hij ervandoor. 

Ik hoop dat het waar is. Dat kinderen veerkrachtig zijn. Zich snel herpakken. Vooralsnog lijkt het er op dat zoon in ieder geval sneller dan ik in staat is om dat wat was achter zich te laten. Wat gebeurd is, is gebeurd en nu gaan we verder.

Toen vorig jaar juni bekend werd wie de nieuwe leraar van zoon zou worden, rinkelden de alarmbellen. De leraar in kwestie had een reputatie die niet veel vertrouwen inboezemde. Een eigenzinnige stijl van lesgeven, waar een houten stok, luide stem, grove taal en doorgescheurde werkschriften deel van uitmaakten. Niettemin begon het jaar veelbelovend. Zoon vond zijn leraar cool’, met goede grappen en bergen beloftes. Al snel bleken de beloftes evenwel voornamelijk loos te zijn. Loze beloftes om de kinderen tevreden te houden en ter compensatie van alle grappen die niet zo ‘cool’ waren. De leraar bleek het namelijk buitengewoon geestig te vinden om zijn leerlingen te vernederen. Klopt je antwoord niet? Dan moet je gaan staan terwijl de leraar op zijn computer scheetgeluiden afspeelt. Een kind verplichten te springen op steeds sneller wordende muziek op straffe van nablijven, vond de leraar ook een bijzonder goede grap. De leerlingen aanspreken met donut. Zeggen hoe jammer het is dat leraren tegenwoordig hun leerlingen niet meer mogen slaan. Huiswerk stelselmatig niet nakijken. Huiswerk van leerlingen kwijtraken. De leraar en zijn houten stok, die hij veelvuldig hardhandig op tafels en kasten deed neerkomen, waanden zich de heersers in het rijk der machtigen.

Naarmate het jaar vorderde, werd het humeur van de leraar slechter. Het aantal dagen waarop hij goedgeluimd was, was veruit ondergeschikt aan het aantal dagen waarop hij met een gezicht als een oorwurm de dag door snauwde en geheel op basis van willekeur volstrekt ongeproportioneerde straffen uitdeelde. Meisjes hadden onder zijn grillen niet te lijden. Het was algemeen bekend dat meisjes doorgaans uitsluitend positief door de leraar werden bejegend en behandeld. Van de jongens in de klas kwam een aanzienlijk deel uit invloedrijke en/of steenrijke families. De invloedrijke families hadden vaak een flinke vinger in de schoolpap te brokkelen. De leraar moest hen niet tegen zich in het harnas jagen. De rijke families leverden meerdere keren per jaar (kerstmis, de dag van de leraar, einde van het schooljaar) opzienbarend dure cadeaus en waren dus de ook de moeite van het te vriend houden waard. Dat zoon en diens eveneens buitenlandse vriendje zijn voornaamste slachtoffers werden, was dan ook niet verwonderlijk. Een nachtmerrie was het wel.

Nadat ik twee keer een gesprek met de leraar had aangevraagd om op vriendelijke en volwassen wijze een aantal voorvallen te bespreken die zoon zeer hadden aangegrepen en zijn gevoel voor rechtvaardigheid ernstig geweld hadden aangedaan, ging het echt goed mis. De leraar had mij in deze gesprekken gezegd dat hij soms de grenzen van het betamelijke uit het oog verliest. Dat hij lui is en ongeorganiseerd. Dat hij nog een jaar les zou geven en er dan het bijltje bij neer zou gooien. Ik denk dat hij later spijt kreeg van zijn ongepaste openhartigheid en bang was dat ik hogerop mijn beklag zou gaan doen. Opeens begon hij idiote roddels over mij te verspreiden, ongetwijfeld in de hoop dat als ik zou gaan klagen, er gedacht zou worden, “Ah, dat is die ellendige vrouw waar we al voor gewaarschuwd waren.” Tegelijkertijd begon zijn hetze tegen zoon. Hij zat hem op de nek, pikte hem er constant uit. Overstelpte hem met dreigementen. “Waag het niet om je moeder weer te laten komen klagen!” Denigrerende opmerkingen tegen het kind, “Je moeder heeft het vast heel druk met op de bank liggen, drinken en televisie kijken.” Zoon werd steeds stiller, nog introverter dan hij al was. Hij wilde niet meer naar school. Maar ging toch.

We deden ons beklag niet hogerop. Ik vermeed elk contact met de leraar. Na lang wikken en wegen hadden we hiertoe besloten omdat we de man te zeer wantrouwden. Het merendeel van de collega’s van de leraar kon hem weliswaar niet luchten of zien, maar het was ons inmiddels bekend geworden dat hem van hogerhand de hand boven het hoofd werd gehouden op grond van persoonlijke relaties. Een officiële klacht zou tot niks leiden, maar zou het leven van zoon zo mogelijk nog ondraaglijker maken. Gelukkig had zoon naast de leraar in kwestie nog zes andere leraren en leraressen voor vakken als Russisch, muziek en art. Stuk voor stuk dol op zoon, gaven zij hem de steun en motivatie die hem op de been hielden.

Avond aan avond praatten we met zoon over het waarom. Over het wat nu. Zoon had inmiddels hopen vriendjes en wilde niet van school veranderen. Wetende wie zijn leraar het volgend jaar zou kunnen zijn, wilde hij zelfs graag op school blijven. We moesten dus door. Nog vier maanden. Nog drie maanden. Nog twee maanden. We belandden op het punt waarop we onze zoon een denkbeeldig harnas gaven. Elke ochtend deed hij het om, zich beschermend tegen het gepest en de intimidatie van zijn leraar. We gaven hem ook een denkbeeldig sleuteltje, waarmee hij de leraar kon buitensluiten op het moment dat hij een andere wereld binnenstapte, zoals zijn zo geliefde muziekwereld. Het hielp. Hij genoot met volle teugen van zijn drums en zijn gitaar en bleef zelfs academisch uitmuntend presteren. Maar de situatie was absurd en volstrekt onacceptabel. 

Wij voelden ons als ouders ernstig tekort schieten. Je kind elke dag naar school brengen en hem achterlaten op een plek waar hij zich niet veilig voelt, is onbeschrijflijk pijnlijk. Elke middag je kind ophalen met een knoop in je maag, hopend dat er niet weer van alles is voorgevallen, is slopend. Zijn bedrukte smoeltje, zijn gelaten schouderophalen, het gaat door merg en been. En toch zagen we geen uitweg. We wonnen advies in, bestudeerden minutieus alle mogelijkheden om binnen de schoolstructuur de kwestie aan de orde te stellen zonder het welzijn van zoon nog verder onder druk te zetten. Wat doe je? Wat is juist? Welke risico’s neem je? Hoe ver ga je? Hadden we niet toch...? De situatie drukte een grote stempel op ons jaar. En toch schreef ik er niet over. Het gevoel van onvermogen om ons eigen kind adequaat te kunnen beschermen, was te pijnlijk.

Met nog een paar weken te gaan, werd bekend welke leraar zoon volgend schooljaar zal krijgen. Een fantastische man, een kundig leraar en vooral een mens met normen en waarden die geeft om zijn leerlingen en hun onderwijs. We vroegen een gesprek aan met de onderdirecteur van de school en het hoofd van de onderbouw. Ik had van alles wat er gedurende het jaar was voorgevallen, gedetailleerde aantekeningen gemaakt. We maakten melding van elk detail. Ze waren geschokt maar tegelijkertijd niet verbaasd. Zoon was niet zijn enige slachtoffer geweest en de leraar had zich ook op andere vlakken in de vingers gesneden. Zijn reputatie en geloofwaardigheid waren reeds in ernstige mate aangetast. Uit dit gesprek werd duidelijk dat niet alleen voor ons de hand die van hogerop boven het hoofd van de leraar werd gehouden een grote belemmering was. Maar handen komen en gaan.

Volgend schooljaar zal er veel veranderen. Nieuwe bazen. Nieuw beleid. Zoon krabbelt op. Gebutst maar sterk. “Ik heb best zin om straks na de vakantie weer naar school te gaan”, zegt hij met een glimlach. Ik kijk hem aan. Als borrelende belletjes voel ik de opluchting zich door mijn lijf verspreiden. Achter mijn zonnebril wellen de tranen op in mijn ogen. Ik slik, geef zoon een aai over zijn bol en zeg met vaste stem dat het absoluut een fantastisch jaar zal worden. Lachend fietst hij ervandoor.  
Juli 2017     

6 opmerkingen:

  1. Och lieverd, ik lees het met ongelooflijk veel afgrijzen, wat een situatie was me dat zeg! En hartverscheurend, om je kind zo af te moeten zetten. En tegelijk hoopgevend, want niets is veerkrachtiger dan dat jonge geweld... "hij heeft zin om naar school te gaan" ♥

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. het was ook echt zo ellendig... soms is de rozengeur en maneschijn ver te zoeken! Maar inderdaad, de veerkracht van kinderen is groot, gelukkig! X

      Verwijderen
  2. Wat verschrikkelijk dat zo'n onmens mocht lesgeven! Ik ben zelf leerkracht en kan niet begrijpen dat iemand zich zo kan gedragen. Heel dikke knuffels voor jullie. Goede moed voor volgend schooljaar!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. :-(. Wat een machtsmisbruik. Ik voel mijn hart een stukje zakken, zal fysiek wel niet mogelijk zijn, maar zo voelt t. Maar zo'n triest figuur heeft jouw jongetje er niet onder gekregen. Hij is geharnast nu, jouw stoere ridder. X

    BeantwoordenVerwijderen