Dochter is een beetje
verliefd. Niet dat ze me dit heeft verteld, maar het is
overduidelijk. Ik heb haar er niet naar gevraagd en ik plaag haar er
ook niet mee; dat zou ongetwijfeld deze
onschuldige vlinders een knauw geven. Ze zou
ontkennen en zich bewust worden van haar aanbiddelijke blosjes. De
glimp verliefdheid zou naar alle waarschijnlijkheid achter een wolk
verdwijnen en de aandoenlijke vriendschap zou ophouden te bestaan.
Het jongetje
in kwestie is hartstikke leuk. Hij is een jaar ouder dan dochter,
heeft uitstekende manieren en leuke ouders. Een Engels jongetje met
prachtige ogen. Ze delen hetzelfde speelkwartier al sinds vorig jaar, maar kregen elkaar pas echt in het oog toen ze in
hetzelfde dansclubje terecht kwamen en door de lerares als danspaar
aan elkaar gekoppeld werden. Tijdens de show, waar ze vol overgave op
'Timber' dansten, spatten de vonken er van af. Niet veel later deelde
dochter mij mee dat ze iemand uit een klas hoger voor haar
verjaardagsfeestje wilde uitnodigen, maar niet ging zeggen wie. Toen
ik haar op neutrale toon vertelde dat het moeilijk zou zijn om de
uitnodigingen klaar te maken als ik geen naam zou hebben, keek ze me
nadenkend aan. Op even neutrale toon zei ik dat we vriendje M. zonder
problemen aan de lijst genodigden konden toevoegen. Stralend knikte
ze en rende weg.
Als dochter
en ik na school wachten totdat ook zoon een half uur later uit is,
speelt zich op het schoolplein een regelmatig terugkerend uiterst
vermakelijk schouwspel af. Dochter giechelt net iets te hard om haar
aanwezigheid kenbaar te maken. M. krijgt haar in het oog en trekt een
sprintje richting dochter. Die gaat er kirrend en provocerend
vandoor, hopend op de achtervolging die nooit uitblijft. M. krijgt
dochter te pakken en geeft haar de kieteldood, die ze met rode
koontjes gelukzalig protesterend ondergaat.
Alles
is anders tegenwoordig. Toen ik naar de middelbare school ging,
speelde ik nog met poppen en ik was zeker niet de enige. Tegenwoordig
trippelen brugklassers opgemaakt en op hakjes door de schoolgangen.
Ik kan me ook niet voorstellen dat ik op mijn vijfde al, bewust of
onbewust, vlinders voelde. Dat kwam pas op de middelbare school. Toen
dat spel eenmaal was begonnen, kwamen en gingen er vriendjes, ook al
waren er maar zelden vlinders. S. en A. Het werd nooit echt wat,
maar van die twee had ik het zwaar te pakken. Vriendjes kwamen en
gingen, maar blosjes kreeg ik alleen van S. en A. Vóór
dat enerverende tijdperk kan ik mij niet herinneren ooit een
bovengemiddelde interesse te hebben gehad voor een jongen. Of toch.
Het zoontje van vrienden van mijn ouders. Ik kan me herinneren dat ik
hem, vóór
de middelbare schoolperiode maar ver na mijn vijfde, wel interessant
vond. Als kleine kindjes speelden we samen, maar ik geloof niet dat
we ooit een echt gesprek hebben gevoerd toen we eenmaal op een
leeftijd waren beland waarop dat in theorie mogelijk zou zijn
geweest. Maar de manier waarop hij 'zonnebril' zei, vond ik uitermate
aantrekkelijk. Dat Noord-Hollandse accent had wel effect. Blosjes
kreeg ik er niet van, maar een kieteldood zou ik in die tijd vast met
een zekere mate van gelukzaligheid hebben ondergaan. Inmiddels heb ik
hem, evenals S. en A., al zeker twintig jaar niet meer in levende
lijve gezien. De vlinders zijn al lang geleden gevlogen. Er kwamen
nieuwe vlinders en we zijn allemaal partners en ouders geworden. Maar
de herinnering aan die eerste vlinders blijft en is zoet.
Dochter
heeft nog een jaar om met M. te dansen, te spelen en om zich door hem
achterna te laten zitten. Dan is het tijd voor M. en zijn familie om
naar een volgend land te verhuizen. Ik hoop dat dochter en hij elkaar
over een jaar of 15 nog eens tegen het lijf lopen, het glas zullen
heffen op de zoete herinnering aan de eerste vlinders en misschien
nog eens een dansje zullen wagen.
September 2016
Hoe mooi dat je dit beschrijft. Ik voel haar geluk tot hier...
BeantwoordenVerwijderenoch hoe liefjes!
BeantwoordenVerwijderen