zondag 18 september 2016

Van blosjes en vlinders

Dochter is een beetje verliefd. Niet dat ze me dit heeft verteld, maar het is overduidelijk. Ik heb haar er niet naar gevraagd en ik plaag haar er ook niet mee; dat zou ongetwijfeld deze onschuldige vlinders een knauw geven. Ze zou ontkennen en zich bewust worden van haar aanbiddelijke blosjes. De glimp verliefdheid zou naar alle waarschijnlijkheid achter een wolk verdwijnen en de aandoenlijke vriendschap zou ophouden te bestaan.

Het jongetje in kwestie is hartstikke leuk. Hij is een jaar ouder dan dochter, heeft uitstekende manieren en leuke ouders. Een Engels jongetje met prachtige ogen. Ze delen hetzelfde speelkwartier al sinds vorig jaar, maar kregen elkaar pas echt in het oog toen ze in hetzelfde dansclubje terecht kwamen en door de lerares als danspaar aan elkaar gekoppeld werden. Tijdens de show, waar ze vol overgave op 'Timber' dansten, spatten de vonken er van af. Niet veel later deelde dochter mij mee dat ze iemand uit een klas hoger voor haar verjaardagsfeestje wilde uitnodigen, maar niet ging zeggen wie. Toen ik haar op neutrale toon vertelde dat het moeilijk zou zijn om de uitnodigingen klaar te maken als ik geen naam zou hebben, keek ze me nadenkend aan. Op even neutrale toon zei ik dat we vriendje M. zonder problemen aan de lijst genodigden konden toevoegen. Stralend knikte ze en rende weg.

Als dochter en ik na school wachten totdat ook zoon een half uur later uit is, speelt zich op het schoolplein een regelmatig terugkerend uiterst vermakelijk schouwspel af. Dochter giechelt net iets te hard om haar aanwezigheid kenbaar te maken. M. krijgt haar in het oog en trekt een sprintje richting dochter. Die gaat er kirrend en provocerend vandoor, hopend op de achtervolging die nooit uitblijft. M. krijgt dochter te pakken en geeft haar de kieteldood, die ze met rode koontjes gelukzalig protesterend ondergaat.

Alles is anders tegenwoordig. Toen ik naar de middelbare school ging, speelde ik nog met poppen en ik was zeker niet de enige. Tegenwoordig trippelen brugklassers opgemaakt en op hakjes door de schoolgangen. Ik kan me ook niet voorstellen dat ik op mijn vijfde al, bewust of onbewust, vlinders voelde. Dat kwam pas op de middelbare school. Toen dat spel eenmaal was begonnen, kwamen en gingen er vriendjes, ook al waren er maar zelden vlinders. S. en A. Het werd nooit echt wat, maar van die twee had ik het zwaar te pakken. Vriendjes kwamen en gingen, maar blosjes kreeg ik alleen van S. en A. Vóór dat enerverende tijdperk kan ik mij niet herinneren ooit een bovengemiddelde interesse te hebben gehad voor een jongen. Of toch. Het zoontje van vrienden van mijn ouders. Ik kan me herinneren dat ik hem, vóór de middelbare schoolperiode maar ver na mijn vijfde, wel interessant vond. Als kleine kindjes speelden we samen, maar ik geloof niet dat we ooit een echt gesprek hebben gevoerd toen we eenmaal op een leeftijd waren beland waarop dat in theorie mogelijk zou zijn geweest. Maar de manier waarop hij 'zonnebril' zei, vond ik uitermate aantrekkelijk. Dat Noord-Hollandse accent had wel effect. Blosjes kreeg ik er niet van, maar een kieteldood zou ik in die tijd vast met een zekere mate van gelukzaligheid hebben ondergaan. Inmiddels heb ik hem, evenals S. en A., al zeker twintig jaar niet meer in levende lijve gezien. De vlinders zijn al lang geleden gevlogen. Er kwamen nieuwe vlinders en we zijn allemaal partners en ouders geworden. Maar de herinnering aan die eerste vlinders blijft en is zoet.

Dochter heeft nog een jaar om met M. te dansen, te spelen en om zich door hem achterna te laten zitten. Dan is het tijd voor M. en zijn familie om naar een volgend land te verhuizen. Ik hoop dat dochter en hij elkaar over een jaar of 15 nog eens tegen het lijf lopen, het glas zullen heffen op de zoete herinnering aan de eerste vlinders en misschien nog eens een dansje zullen wagen.
September 2016


2 opmerkingen: