woensdag 15 december 2010

De naaimachine

Jaren geleden heb ik een naaimachine gekregen. Ik weet niet eens meer precies hoeveel jaar geleden, maar tenminste tien. Ik kreeg de machine omdat ik zo graag wilde leren naaien. Die eerste tien of meer jaren dat de naaimachine in mijn bezit was, ben ik niet veel verder gekomen dan wat gordijnen en kussenslopen. Voor naaien moet je tijd hebben en om te leren naaien moet je nog meer tijd hebben. En tijd had ik niet. Ik werkte. Veel en hard en met plezier.

Toen kwam ik mijn huidige echtgenoot tegen. Hij doet precies hetzelfde werk als ik. En wel zodanig precies hetzelfde, dat we nooi tegelijk in hetzelfde land voor de organisatie waar we voor werken aan de slag kunnen. Toen kwam zoonlief ter wereld en omdat we als familie bij elkaar willen wonen, besloten we omstebeurt te werken: een land hij, een land ik, een land hij, een land ik. Dus na E., Zuid-Amerika, waar we allebei werkten maar in verschillende steden, was het mijn beurt om te werken in A., Caucasus. Nu in V., Zuid-Amerika, is manlief aan de beurt. Inmiddels is ons gezin uitgebreid met dochterlief en ben ik reuzedruk met de zorg voor onze 2 kinderen. Dat is een heerlijke taak en zeker zo intensief als mijn werk buitenshuis.

Maar kleine kinderen doen middagslaapjes. En naarmate ze groter worden, worden ze zelfstandiger. En dat betekent dat ik eindelijk, na tien of meer jaren, de naaimachine op tafel heb gezet. Daar staat hij. In volle glorie, uitnodigend. In mijn kast ligt een verzameling prachtige stoffen. Uitdagend. En ik ben begonnen. Ik doe wat ik al tien of meer jaren wilde doen. Ik leer. Ik creeer.  
December 2010




woensdag 1 december 2010

Wapperende was

Ik herinner me nog het een en ander van toen ik 15 was, 16, 17. Mijn pubertijd was een beschamende vertoning. Ik was een gruwelijke puber. Maar boontje komt om zijn loontje. Mijn dochter is anderhalf en ze lijkt wat karakter betreft met de dag meer op mij. Ze wordt een gruwelijke puber. Ik dwaal af. Ik herinner me dus nog het een en ander en een van de dingen die ik mij herinner is de stelligheid waarmee ik zo ontzettend zeker wist dat ik niet zo zou worden als mijn moeder en al die andere oude vrouwen. De truttigheid ten top vond ik het dat mijn moeder kon genieten van de was die in het zonnetje hing te wapperen in de wind.

We zijn bijna 25 jaar verder. Ik kan intens genieten van de was die in het zonnetje hangt te wapperen in de wind. Ik kijk ernaar en voel op een niet uit te leggen manier een zekere mate van vrijheid, lichtheid. De warmte van de zon, de blauwe lucht, de wind die enige verkoeling brengt en de was in al zijn bontheid doet dansen op een onnavolgbaar ritme. Daar geniet ik van.

Inmiddels begrijp ik ook dat dit genieten deels voorkomt uit het feit dat was die in het zonnetje hangt te wapperen in de wind lekker snel droog is, hetgeen met kleine kinderen bijzonder praktisch is. Maar dat is bijzaak. 
December 2010


maandag 15 november 2010

De krant

Sinds ik niet meer in Nederland woon, lees ik elke dag de Wereldkrant, een kleine Nederlandse webkrant met een aantal hoogtepunten uit binnen- en buitenlands nieuws. Veel meer nieuws dan wat de wereldkrant brengt, komt niet tot mij. Aan het lezen van meer kranten kom ik niet toe. Aan het kijken van nieuws- en actualiteitenprogramma’s ook niet. Laat staan dat ik literair verantwoorde boeken en tijdschriften lees. Een cultureel verantwoorde film heb ik allang niet meer gezien. Een niet cultureel verantwoorde film trouwens ook niet. In E. was er geen bioscoop in mijn woonplaats. In A. waren alle films in het Russisch. Nu in V. hebben we geen oppas en de vroege film is zodanig vroeg dat manlief nog niet thuis is en de late film is zodanig “laat” dat het na afloop niet veilig is om als vrouw alleen of met vriendin nog over straat te gaan. Ook geen film dus. Geen theater, geen concerten.

Dit ontegenzeggelijk gebrek aan voeding voor de algemene ontwikkeling zou me in Nederland scheve ogen bezorgen. Dat wil zeggen, in het Nederland zoals ik dat voor mijn gevoel in 2004 achter me heb gelaten. Want je telt pas mee als je elke dag de krant leest. Als je elke dag het nieuws kijkt, en niet alleen op de Nederlandse zender. Als je kan meepraten over die verantwoorde low-budget documentaire. Als op je nachtkastje de nieuwste bundel ligt van die veel besproken dichter. Als je toch tenminste 1 door de hoog opgeleide critici geroemd en literair verantwoord boek per maand leest. Als je een duidelijke politieke voorkeur hebt en op de hoogte bent van de ins en outs van politiek Nederland en het liefst van de politiek wereldwijd. Als je een groot sociaal leven hebt waarbij je je suf rent om iedereen met een geagendeerde regelmaat te zien, en als je je kleedt naar de laatste mode.

Sinds mijn vertrek uit Nederland heb ik niet meer in een vergelijkbaar klimaat gewoond, en dus draag ik als ik in Nederland ben al sinds 2004 dezelfde kleding. De laatste mode zal het niet zijn. Mijn vriendenkring is klein maar overzichtelijk. Ik zie mijn vrienden als ik daar zin in heb. In Nederland leeft men via zijn of haar agenda. Eetafspraak? Dinsdag over 3 weken heb ik tijd. Lunchen? Volgende week donderdag zou kunnen. Het wordt allemaal gepland en of je 3 weken later op dinsdag eigenlijk wel zin hebt in een etentje doet er niet toe. Je gaat. Ik heb geen idee welke bands tegenwoordig de te beluisteren muziek leveren, ik ben al in geen eeuwigheid meer in een theater geweest. En mijn algemene ontwikkeling wordt nauwelijks gevoed.

Ik ben een universitair opgeleide moeder die zelf voltijds voor haar kinderen zorgt en eigenlijk nergens van op de hoogte is. En ik vraag me af of ik mijn leven in Nederland net zo ontspannen zou leiden als ik doe in V., A. of E.

(Bovenstaand is geheel subjectief: ik twijfel er geen moment aan dat het merendeel van de mensen die wel volledig op de hoogte zijn, dit geheel vrijwillig en met veel plezier voor elkaar hebben gekregen.)
November 2010

vrijdag 15 oktober 2010

Lief jongetje

Onze dochter is 6 maanden oud. Ze is een stevig meisje, bol koppie, ronde armpjes en flinke dijtjes. Ze heeft niet veel haar, maar het schedeltje is bedekt. Ze heeft mooie grote bruine ogen, kuiltjes in haar wangen als ze lacht. Hoewel het op deze leeftijd niet altijd geheel duidelijk is, vind ik dat onze dochter een meisjesgezichtje heeft. Ik geef eerlijk toe dat als haar vader de vrije hand neemt en haar aankleedt naar eigen inzicht, enige verwarring kan onstaan aangezien hij het liefst naar de haar broer te klein geworden kleding grijpt die dochterlief duidelijk een jongensachtig uiterlijk geeft. Maar over het algemeen durf ik te stellen dat men haar in Nederland niet zo snel voor een jongetje zou aanzien.

Wij wonen niet in Nederland. Wij wonen in V., Zuid-Amerika. Hier worden uiterlijk 3 dagen na de geboorte gaatjes geprikt in de oortjes van babymeisjes. Van alle babymeisjes. Als je hier al een babymeisje ziet zonder oorbellen dan zijn zonder uitzondering de ouders niet afkomstig uit V. Mijn man noch ik zijn afkomstig uit V. Onze dochter heeft oorbelletjes noch gaatjes in haar oren. En dat maakt haar hier in V. een babyjongetje. Op straat, in de supermarkt, bij de drogist, bij de peuterspeelzaal, in het park, overal is dochterlief een reuzeschattig jongetje. Ze is licht en rond en trekt zodoende de aandacht hier in V. en we worden dan ook veelvuldig aangesproken door goedbedoelende voorbijgangers die de trotse moeder complimenten maken met haar lieve zoontje. Gekleed in een roze gebloemd jurkje, met een speldje in het haar, maar zonder oorbellen, is dochterlief hier in V. onbetwist een heel erg lief jongetje. De trotse moeder is het na 4 maanden en 1 week in V. beu om telkens de vriendelijke voorbijganger te corrigeren en beaamt met een vriendelijke glimlach dat haar kindje inderdaad een heel erg lief jongetje is. Hopend dat tegen de tijd dat dochterlief begrijpt wat er gezegd wordt, haar krullen zodanig zijn gegroeid dat ze haar oortjes bedekken.
Oktober 2010