maandag 25 maart 2013

Luchtige bloempjes

Nu ik het boek na vele omwegen dan eindelijk in huis heb, benut ik het natuurlijk ten volle. Dus bij deze nogmaals een "durf-het-zelver". Top met ronde kraag. Het zomerse stofje kreeg ik van mijn zus.





 
Dit keer met doorlopende print, grotendeels dan toch. 


Moe-geposeerd...

woensdag 20 maart 2013

Geclutch

Met wat restjes maakte ik een bow clutch en een Elisanna clutch. De restjes waren over van de 2 messengerbags die ik maakte voor moeder en tante; zij mogen onderling uitvechten wie welke clutch krijgt.


vrijdag 15 maart 2013

Treintante

Vanochtend vond ik een oude verjaardagskalender. Ik denk dat ik de kalender een jaar of tien geleden vulde met de namen van mij toen dierbare personen. Vol verbazing las ik het jaar door, en ik realiseerde me dat een groot deel van de namen niet meer voorkomt op onze huidige verjaardagskalender. De tijd is meedogenloos. Mensen waarbij ik dacht dat de band voor altijd stand zou houden, zijn uit mijn leven verdwenen. Andere mensen zijn er voor in de plaats gekomen. Mensen waarbij ik nu denk dat de band voor altijd stand zal houden.

Sommige namen op de oude kalender doen mij onmiddellijk glimlachen. Mooie herinneringen, dierbare spelers in mijn verleden. Een enkele naam roept een onverwacht heftig gevoel van boosheid op, of teleurstelling. Vriendschappen vervagen terwijl de tijd voortgaat en ons leven nieuwe wendingen neemt. Werk bracht mij van Nederland naar Zuid-Amerika, vervolgens naar de Caucasus en inmiddels weer naar Zuid-Amerika. Overal maakte ik vrienden en van overal staan er een paar namen op de huidige kalender. Maar verwonderd besef ik ineens dat het contact met sommigen van hen in een wel zeer rustig vaarwater terecht is gekomen. 

Sommige namen stonden op mijn allereerste kalender en staan er nog altijd op. De onverwoestbare diepgewortelde vriendschappen die zich door tijd noch afstand klein laten krijgen. 29 januari. 1 juli. 17 augustus. Ik blader door en kom bij oktober. 30 oktober. Treintante.

Zes jaar was ik, en op weg met mijn ouders en zussen naar familie. Met de trein. Naast ons zat een dame en met het onbekommerde enthousiasme van een klein kind sprak ik de dame aan. Zij kletste gezellig terug. Bij onze bestemming aangekomen vroeg ik haar adres. “Dan ga ik u brieven schrijven.” De dame gaf mij haar adres en ik schreef haar brieven. Over blokfluitles, over school. Over vriendinnetjes en vakanties. Later over vriendjes, puberperikelen. Daarna over studiekeuze, op kamers wonen, relaties. Over solliciteren, werk en toekomst.

Ik kende haar naam, maar noemde haar mijn treintante. Ik had haar tenslotte in de trein leren kennen. Zij noemde mij haar treinkind. Zo`n 12 jaar lang schreven we brieven. Toen ging ik studeren, en kwam veel dichter bij haar wonen. De brieven bleven maar nu ging ik ook regelmatig bij haar langs. Bezoekjes waarvoor we al snel onze eigen tradities creëerden. Altijd dezelfde enthousiaste begroeting al door de intercom. Altijd tomaten- of groentesoep, met zelfgedraaide balletjes. Altijd aardbeien met slagroom of gebakjes toe. Altijd een kopje thee uit de kop en schotel met het paarse bloemetje. Mijn treintante was mijn vriendin, mijn vertrouwenspersoon, mijn oma. Altijd positief, altijd meelevend, een fantastisch gevoel voor humor en een bulderende lach.

Treintante had suikerziekte. Het werd steeds moeilijker te controleren. Ze ging achteruit. Toen ik een paar maanden op de Balkan vrijwilligerswerk deed, werd ze in het ziekenhuis opgenomen. Vanuit het bergdorpje stuurde ik haar een fax naar het ziekenhuis. Prachtig vond ze dat, de fax ging de hele afdeling rond. Ze herstelde. Jaren later, toen ik inmiddels Nederland had verlaten en in Zuid-Amerika woonde, kwam ze weer in het ziekenhuis terecht. Ze besloot haar voet te laten amputeren. Ze wilde vechten. Kort na haar operatie kwam ik naar Nederland. Ik vroeg mijn ouders of we op weg van het vliegveld naar huis langs het ziekenhuis zouden kunnen gaan zodat ik mijn treintante een dikke kus zou kunnen geven. Het bleef even stil. Ik keek mijn moeder aan en wist wat ze zou gaan zeggen. Treintante was overleden. Ik was te laat. De begrafenis had een dag voor mijn aankomst plaatsgevonden. Ongeloof, verdriet, gemis. Mijn vriendin, mijn vertrouwenspersoon, mijn oma, en ik was te laat.

Ze heeft mijn lief niet gekend. Ze was niet bij mijn huwelijk. Ze heeft onze kindjes nooit in haar armen gehouden. Maar ik vertel haar nog altijd alles. Als ik op de bus zit te wachten, in de file sta, bij de dokter in de wachtkamer zit, als ik de hond uitlaat, aan het koken ben, de was ophang, onder de douche sta, vertel ik haar alles.

Ik noemde haar mijn treintante, zij noemde mij haar treinkind. Ik mis haar nog elke dag.
Maart 2013

maandag 11 maart 2013

Flower Fairies

Ze doen me terstond aan mijn moeder denken, een liefhebber. En aan onze fietsvakanties vroeger in Engeland. Ik kan nog hunkeren naar dat onbekommerde gevoel van wind in de haren, fietstassen achterop, mand met knuffelbeer voorop, en zo met z`n vijven kilometers trappen door het prachtige landschap van East Anglia. Heerlijke herinneringen. Met plezier maakte ik dan ook de jurk met ronde kraag en stolpplooien uit wederom "stof voor durf-het-zelvers" met deze Flower Fairy stof die ik kocht bij Bambiblauw.
 





 Ik kocht helaas niet genoeg om de print door te kunnen laten lopen. Dat is het nadeel van moeten inslaan als je in Europa bent en pas later thuis bedenken wat je ermee wilt doen.

woensdag 6 maart 2013

De kerkuil

Zoon had weer een school-theater-voorstelling. Dit keer werd verzocht hem te voorzien van uilenpak. Van een kerkuilenpak, welteverstaan. Het masker maakte ik enigszins waarheidsgetrouw: bij de veren mengde ik de kleuren door elkaar. Aangezien deze schooltheater-pakken welgeteld een half uur worden gedragen, steek ik er niet teveel tijd en moeite in: zolang zoon niet het gevoel heeft dat hij het belabberdste pak heeft, ben ik tevreden.
De moeder van een klasgenootje hielp ik met het maken van het masker voor haar dochter: ze wilde een iets "vrouwelijker" model, want haar dochter was niet voor niets "Mrs. barn owl".




 


Mijn inspiratie haalde ik duidelijk hier vandaan.

zondag 3 maart 2013

De creatieve kok

Vorige week hielp ik de moeder van een klasgenootje van zoon bij het maken van een uilenmasker voor het schooltheaterstuk. Als dank bracht ze een kilo suiker en een kilo meel mee. Ze was me echt heel dankbaar en ik was echt dolblij met haar geschenk. Want meel en suiker liggen al maandenlang niet meer in de schappen. Wekenlang was er onlangs geen kip meer te krijgen, en sinds vorige maand is er nergens meer boter te koop. Geen boter, geen margarine en vrijwel geen olie. Toiletpapier is wederom een schaars product. Steeds meer medicijnen zijn steeds moeilijker te krijgen.

In V. wordt verbazingwekkend weinig geproduceerd. Het merendeel van de produkten wordt geïmporteerd. Met een steeds zwakker wordende nationale munt en een steeds toenemende onrust en onvrede als gevolg van onder meer een al maandenlange afwezige president, over wiens gezondheidstoestand maar mondjesmaat informatie wordt gegeven die bovendien door lang niet iedereen wordt geloofd, staakt de import en raken de schappen leeg. Heel soms duikt er ergens in een buurtsupermarktje een aantal zakken suiker op. Via sociale media wordt dat nieuws vervolgens razendsnel verspreid en rijen hoopvolle kopers overspoelen de winkel. Wij vonden een paar weken geleden 2 kilo meel op de markt, na een tip dat een bepaalde koopman een paar zakken achter de toonbank had staan en die voor woekerprijzen verkocht. We hoefden nog net geen wachtwoord te fluisteren. Onlangs kwam mij de theorie ter ore dat op dit moment in feite land C. hier de touwtjes in handen heeft. En dat we dus daarom met z´n allen zoveel mogelijk toiletpapier, tandpasta en shampoo moeten inslaan want je weet maar nooit wanneer hier de situatie zal verworden zoals op C.

We houden zoals altijd het hoofd koel. Hebben een bescheiden voorraad van essentiële produkten. Maar het wordt steeds moeilijker om de verantwoording te dragen voor de dagelijkse warme maaltijd. Je weet nooit wat er wanneer in de supermarkt te krijgen is. Het aantal produkten slinkt en varieert bovendien hevig. En dat is een nachtmerrie voor mensen zoals ik die geen kookwonder zijn. Voorheen zette ik mij in het weekend aan de keukentafel met een aantal kookboeken en –tijdschriften en werkte op basis daarvan een weekmenu uit. Een aantal mij reeds vertrouwde recepten en een aantal nieuwe recepten. De boodschappenlijst werd opgesteld en zodoende lukte het mij (bijna) elke avond een acceptabele maaltijd op tafel te zetten.

Tegenwoordig is dit echter onmogelijk. Doordat de bank mij geen bankpas wil geven (ik heb hier immers geen eigen inkomen), ik met een grote hoeveelheid cash niet over straat kan en je voor het betalen met pin altijd je legitimatiebewijs moet overleggen, kan ik zelf de weekboodschappen niet doen. De naam op de bankpas van man komt niet overeen met de naam op mijn identiteitsbewijs en dus laat men mij nergens betalen, op een paar buurtwinkeltjes na waar ze me inmiddels kennen. Man doet dus de boodschappen. En komt thuis met datgene wat in de schappen lag. Schafte de pot volgens het weekmenu op maandag rijst met een saus van kip, courgette, taugé, kokosmelk en kerrie, dan stond ik mij dus op maandagmiddag met een pak rijst en een bakje taugé in mijn handen verbijsterd af te vragen hoe ik hier in hemelsnaam een maaltijd van kon maken.

Ik ben geen creatieve kok. Ik kan doen wat een recept mij opdraagt en als ik een recept maar vaak genoeg maak dan weet ik het op een gegeven moment uit mijn hoofd, maar eigen inbreng pakt over het algemeen niet goed uit. Rijst met taugé blijft bij mij rijst met taugé. Het weekmenu is niet meer. Man koopt wat er is, geeft mij een paar ideeën wat ik er mee zou kunnen maken (hij is wel een creatieve kok maar heeft zoveel werk dat ik het koken niet op hem kan afschuiven), en ik probeer. De scheve gezichten van de kinderen en het net iets te overdreven enthousiasme van man spreken voor zich. Steeds vaker schotel ik de familie een gebakken ei met tomatensalade voor. Of pasta met rode saus, gepureerd, zodat ze niet zien wat er in zit en met een flinke berg kaas erop, zodat ze het ook niet proeven.

Het is tijd voor actie. Het is tijd voor een cursus creatief koken. Een gat in de huidige markt. Toch jammer dat ik het zelf niet kan opvullen. Het zou een interessante nieuwe richting aan mijn mensenrechten-carrière hebben kunnen geven. Het recht op een adequate levensstandaard, inclusief voedsel, is tenslotte één van de rechten van de mens zoals opgenomen in de Universele verklaring van de rechten van de mens. “Mensenrechten-juriste organiseert cursus creatief koken: Koken met wat de schappen schaffen.” Ik zie het logo al bijna voor me.
Maart 2013